metropolis m

Bijeenkomst It’s OK…, Circle 7, De Oude Kerk Amsterdam, foto Hussel Zhu

SNAP’s What have you done for me lately? is één van de vele momenten van samenkomst in de Oude Kerk in Amsterdam als onderdeel van de manifestatie It’s OK… Commoning Uncertainties. In deze manifestatie wordt voorgebouwd op een onderzoek van Jeanne van Heeswijk naar de bijdrage van verschillende gemeenschappen aan het sociale weefsel in de buurt rond de Oude Kerk. Op 9 en 15 september is stilgestaan bij de mate van verandering in de kunstwereld sinds de wereldwijde Black Lives Matter-protesten in 2020. Rowan Stol doet verslag van het tweedelige gesprek onder leiding van SNAP, een gezamenlijk project van Metro54, Dipsaus en DEGASTEN.

Het d-woord en i-woord zijn vanmiddag verboden, grapt Amal Alhaag bij aanvang van het publieke gesprek in de Oude Kerk. Ieder die dit verbod overtreedt, dient haar een euro te betalen. Hoewel in veel gesprekken in de kunstsector van afgelopen jaren de termen ‘diversiteit’ en ‘inclusie’ vooral gebruikt werden als middel om verandering te bespreken, dienen de termen deze middag met name als bewijs dat er nog steeds niet veel veranderd is.

De centrale vraag van de gesprekken, ‘What have you done for me lately?’, is een verwijzing naar Janet Jacksons gelijknamige nummer over een relatie waarin het uitbundige enthousiasme van haar partner bij aanvang van de relatie gaandeweg is veranderd in een passieve verwaarlozing. De vele beloftes en uitingen van waardering die aan het begin van de relatie zijn gedaan worden niet waargemaakt. Op eenzelfde manier zijn grote beloftes van verandering die de laatste jaren door veel instituten zijn gedaan nog altijd niet waargemaakt. Waar drie jaar geleden de indruk werd gewekt dat de positie van Zwarte mensen en mensen van kleur binnen de kunstwereld drastisch zou veranderen, is er in werkelijkheid veel hetzelfde gebleven.

Om te voorkomen dat er enkel wordt gesproken gedurende de twee middagen zijn er een aantal sonische bijdragen aan het programma toegevoegd. DJ Lovesupreme draait de eerste middag muziek van onder andere Flying Lotus en Kendrick Lamar, en Sabrine Ingabire draagt een provocatie voor. De tweede middag vullen BenzoKarim, Quinsy Gario en x14 de Oude Kerk met spoken word en geluidsfragmenten.

Dit is een sentiment dat gedeeld wordt door de sprekers gedurende beide middagen. Tijdens de eerste bijeenkomst op 9 september vertellen Rutger Esajas, Sènami Awunou, Sabrine Ingabire en Amal Alhaag als vertegenwoordigers van SNAP over hun ervaringen in de kunstwereld. Tijdens de tweede bijeenkomst op 15 september zijn Rita Ouédrago, Mathieu Charles, Aruna Vermeulen en opnieuw Amal Alhaag aan het woord over hoe zij zich verhouden tot de verschillende instituten in het veld. Met jaren ervaring in de sector op zak hebben de meeste van hen verschillende varianten van dezelfde ontwikkeling voorbij zien komen. In plaats van structurele verandering in de sector worden er voornamelijk tijdelijke tentoonstellingen, programma’s en subsidies gepresenteerd, die weliswaar de suggestie wekken van een nieuwe koers, maar die tegelijkertijd verhullen dat er in de organisaties zelf veel bij het oude blijft. De terugloop in aandacht voor Black Lives Matter gaat gelijk op met de mate van aandacht voor het onderwerp in culturele instellingen. Het roept geen teleurstelling of verbazing meer op voor de sprekers die SNAP vertegenwoordigen. Het doel van de gesprekken lijkt vooral het creëren van een moment van herkenning en om het publiek een inkijkje te geven in deze ervaringen.

De terugloop in aandacht voor Black Lives Matter gaat gelijk op met de mate van aandacht voor het onderwerp in culturele instellingen. Het roept geen teleurstelling of verbazing meer op voor de sprekers die SNAP vertegenwoordigen

foto Hussel Zhu

Veel van de gedeelde ervaringen klinken ook voor mij niet nieuw. In een eerder onderzoek dat ik in 2019 deed naar manieren waarop de term ‘diversiteit’ werd gedefinieerd en gehanteerd onder een selectie Nederlandse musea concludeerde ik dat ‘diversiteit’ vooral werd ingezet om te refereren naar de toetreding van Zwarte mensen en mensen van kleur binnen de gevestigde instituten, maar dat de nodige verandering niet werd gezocht in een kritische benadering van de dominante witheid van deze instituten. Wat treft een Zwart persoon of persoon van kleur aan wanneer ze deze instituten binnenstappen? ‘Er gaan wellicht meer deuren open, maar eenmaal binnen merk je dat er niets is veranderd’, zegt Sabrine Ingabire in een provocatie die ze voordraagt. Dit komt allereerst omdat het overgrote deel van het personeelsbestand wit is, zeker op de posities met meer macht en status. Bovendien moet vervolgens ook worden gekeken naar de samenstelling van de Raad van Toezicht en de overkoepelende financieringsstructuren. Maar witheid uit zich niet enkel in de aanwezigheid van voornamelijk witte mensen. Het komt juist ook aan het oppervlak door de normen met betrekking tot professionaliteit, kwaliteit en productiviteit die binnen deze instituten worden gehanteerd. De personen die deze instituten binnenstappen staan voor de keuze: je past je aan aan de heersende werkcultuur of loopt het risico buiten de boot te vallen en te maken krijgen met onveilige situaties.

‘Alles wat je doet is ingekaderd door een beoordelingssystematiek die gericht is op het kunnen afvinken, tellen en meten van representatie’

Bijeenkomst It's OK..., Circle 7, De Oude Kerk Amsterdam, foto Hussel Zhu

SNAP probeert juist een tegengeluid te geven aan dit soort normen in de sector. In het afgelopen decennium is dit er niet makkelijker op geworden. ‘Zo’n twaalf jaar geleden begon de diversiteitsbeweging, maar daarvoor kon je eigenlijk veel vrijer werk maken’, zegt Amal Alhaag. Nu is alles wat je doet ingekaderd door een beoordelingssystematiek die gericht is op het kunnen afvinken, tellen en meten van representatie. Het is met name om dit soort doelen te halen dat instituten hard hun best doen om Zwarte makers en makers van kleur in huis te halen. Maar de kaders waarbinnen er moet worden gewerkt zijn in deze gevallen vaak al bepaald, wat beperkingen oplegt aan de creatieve vrijheid en de reikwijdte van onderwerpen die deze makers kunnen aanspreken. Zo gaat het momenteel in veel tentoonstellingen over racisme en de doorwerking van kolonialisme in de hedendaagse maatschappij, waarvoor Zwarte makers en makers van kleur zijn gevraagd te reageren met hun werk. Maar veel ruimte af te wijken van het gegeven narratief is er niet, laat staan om een wezenlijk ander geluid te laten horen.

Nu is het te vaak dat er pas na het ontstaan van maatschappelijke ophef een verhoogde interesse ontstaat voor het werk van Zwarte makers en makers van kleur. Ze worden dan benaderd om commentaar te geven, deel te nemen in discussies of advies te geven over hoe een instituut kan verbeteren. ‘Je wordt vaak uitgenodigd om op te treden als bemiddelaar, in plaats van dat de instituten direct naar de communities stappen om wie het gaat’, zegt Aruna Vermeulen. Op deze manier wordt er beroep gedaan op hun kennis en nabijheid tot bepaalde gemeenschappen. Maar het werk dat over de jaren is gedaan om die kennis en dat vertrouwen op te bouwen wordt hier niet erkend.

Vanwege soortgelijke ervaringen kiezen de organisaties binnen SNAP er vrijwel niet meer voor om met grotere instituten samen te werken. Liever opereren zij in eigen organisaties die hun eigen doelen stellen, bijvoorbeeld door voldoende tijd en zorg te wijden aan jongeren, zoals Rutger Esajas en Sènami Awunou doen bij DEGASTEN, of door ruimte te maken voor verschillende momenten van samenkomst, zoals Metro54 nu doet in hun nieuwe projectruimte op het Westerdok. Ook Aruna Vermeulen van Het HipHopHuis geeft aan vrijwel nooit meer in te gaan op uitnodigingen om op institutioneel niveau ergens over mee te praten, maar richt zich vooral op andere sectoren voor samenwerkingen. Als curator van Buro Stedelijk verhoudt Rita Ouédrago zich onvermijdelijk tot een instituut, al deelt ze een aantal methodes die ze toepast om hierbinnen haar eigen pad te kiezen. De ruimte van Buro Stedelijk wordt bijvoorbeeld gebruikt als studio, waar de makers ook kunnen komen om te experimenteren, dagelijkse activiteiten uit te voeren en te ontspannen. Mathieu Charles pleit ervoor om voorafgaand aan een samenwerking een instituut te vragen om actiepunten op te stellen voor hoe ze hun beloftes gaan waarmaken, en de samenwerking niet door te laten gaan wanneer ze onvoldoende verantwoordelijkheid nemen.

Uiteindelijk heerst het gedeelde sentiment dat er meer geld nodig is voor makers en organisaties zoals Metro54, DEGASTEN en Dipsaus, zodat er voor hen meer ruimte ontstaat om te kunnen doen waar ze goed in zijn. Deze middelen zijn nodig om hun voortbestaan mogelijk te maken, en vervolgens meer ruimte te maken voor andere kleinere initiatieven om ook toe te treden tot het kunstenlandschap. De spaarzame initiatieven die er al zijn moeten gesteund worden in plaats van afgeknepen. Hier komen doorgaans ook meer kansen uit voort voor Zwarte makers en makers van kleur. Instituten die niet kritisch naar zichzelf kunnen kijken, maar opnieuw de neiging voelen om het d-woord of het i-woord te gebruiken in hun jaarplannen, tentoonstellingsteksten, symposia en aanvragen, kunnen ze in plaats daarvan een euro overmaken naar de rekening van SNAP.  Misschien dat er door de sommen geld die daaruit zouden voortkomen deze gesprekken dan eindelijk niet langer nodig zijn.

It’s OK…Circle 7 #1&2, What have you done for me lately? De Oude Kerk, Amsterdam, 9 en 15.9.2023

Op 22 & 23.9.2023 vindt de feestelijke afsluiting plaats van deze maanden durende manifestatie van Jeanne van Heeswijk in De Oude Kerk. Meer info

Rowan Stol

is freelance curator, programmeur en onderzoeker

Recente artikelen