Claudy Jongstra
Voor Claudy Jongstra vormt de natuur en met name het werken met soms eeuwenoude ambachtelijke processen al jarenlang het uitgangspunt in haar werk. Zo maakt zij gebruik van de wol van haar eigen kudde Drentse heideschapen, die vervolgens wordt gekleurd door middel van bloemen en planten uit haar botanische tuin bij haar werkboerderij in Friesland. Na een lange periode van werken in opdracht, waarbij zij met installaties van gevilte wol en zijde allerlei plekken op de wereld heeft ingericht, knapte er een aantal jaar terug iets. Ze voelde een drijfveer om weer terug te keren naar de basis en vrij werk te creëren, waarmee zij tegelijk haar boodschap en activisme kon uitdragen, die te maken heeft met haar gevecht om de plaats waar ze woont puur te houden, het landschap te beschermen. Mede hierdoor ontstond in 2018 de installatie Woven Skin, die bestaat uit een groot aantal stalen constructies waaraan gevilte doeken zijn gespannen waarbij de witte kleur overvloeit in steeds andere schakeringen van rood. Bij het betreden van haar tentoonstelling in Museum De Lakenhal is dit werk gepresenteerd in de eerste zaal.
De neiging om stiekem het werk van Jongstra aan te raken is groot, stoffen en texturen wil je graag even voelen om goed te kunnen registreren waar je mee te maken hebt. Toch straalt dit werk in eerste instantie juist een sterke onaantastbaarheid uit. Je associeert de stoffen met ‘huiden’, als van een gestript dier, dat net geslacht is – de bloedspatten overal zichtbaar. Het is het beeld van een abattoir, een slachthuis, waar je liever van wegkijkt, mede vanwege de massaliteit ervan. De stalen constructies dienen als een soort gangenstelsels waar je doorheen kunt dwalen. Langzaamaan kan je blik inzoomen op allerlei details, waarmee het werk als het ware zachter wordt. Ineens lijken sommige lappen op baljurken die je omringen of willen omarmen, de rode, paarse en soms zwarte kleurtinten hebben een bijna hypnotiserende werking. Ze zijn warmer en sterker dan de kleuren zoals die je doorgaans gewend bent.
Jongstra gebruikt technieken die verdwenen zijn in onze op massaproductie gerichte maatschappij en laat zien hoe sterk en eigen de kleuren en materialen uit onze natuur zijn. We zijn zintuiglijk verarmd geraakt, maar met haar werk probeert ze de zintuigen weer te prikkelen. Haar installatie heeft een alarmistisch effect, de krachtige visuele werking ervan is haast verlammend en schreeuwt de bezoeker bijna toe dat er geluisterd moet worden. Maar tegelijkertijd gaat er ook een koestering van het werk uit en worden de zintuigen op een aangename manier aangesproken, en ervaar je zelfs een zekere mate van schoonheid door de suggestie van wreedheid heen. Het is een tegenstelling die zich ook op ruimere schaal in de wereld laat ervaren. De meeste mensen zijn zich ervan bewust dat het hoog tijd is om op een andere manier met onze planeet om te gaan. Maar het gemak en de vanzelfsprekendheid van onder meer onze consumptiegewoonten zijn niet altijd makkelijk te wijzigen.
Ook het werk Nine dat Jongstra speciaal voor deze tentoonstelling maakte, biedt de bezoeker een verrassende zintuiglijke ervaring. De enorme vloersculptuur, die bestaat uit talloze aan elkaar geweven stukken en stroken textiel van verschillende soorten wol met verschillende texturen en maten, lijkt eerst op een diepe, donkere, zwarte zee. Wanneer je eromheen beweegt wordt het mogelijk om door een verandering van lichtinval ineens allerlei verschillen in kleur te ontwarren: van diep aubergine, naar helderblauw dat weer overgaat in een fluweelachtig zwart. De kleuren verwijzen naar de historische context van de Lakenhal dat in de zeventiende en achttiende eeuw de wereld veroverde met het Leids Laken dat een diepzwarte of intens blauwe kleur had, een kleur die niet makkelijk tot stand komt op basis van natuurlijke kleuring en waarvan talloze variaties zijn geregistreerd in stalenboeken in de collectie van het museum.
Nine heeft iets weg van het Nederlandse landschap, zoals bezien vanuit de lucht, ingedeeld in verschillende vierkante vlakken met delen water er tussen. Sommige delen zijn monotoon, andere juist vol van reliëf en met een wilder voorkomen. Daarmee roept het werk opnieuw vragen op over bijvoorbeeld de mate van biodiversiteit, die in Nederland steeds verder onder druk komt te staan. Aan de muren hangt aan beide zijden het werk Cosmic Cry dat bestaat uit gevilte wol waarin een zelfde soort kleurschakeringen voorkomt. Tussen de overwegend donkere zwarte en blauwe kleuren lichten soms gele en rode stippen op. De kosmos waar wij weliswaar deel van uitmaken is tegelijkertijd een veelomvattend en ondoordringbaar gegeven. Hier lijkt ze als het ware toe te kijken op hoe wij met onze planeet omgaan, waarbij een natuurlijke omgang met onze leefomgeving steeds verder op de achtergrond raakt.
Jongstra’s werkwijzen en installaties benadrukken dat voor het creëren van een betere toekomst er juist ook teruggekeken moet worden naar het verleden waarvan wij veel kunnen leren over een betere omgang tussen mens en natuur. Iets dat eigenlijk logisch zou moeten zijn, maar juist steeds verder op de achtergrond is geraakt.
Claudy Jongstra
Museum De Lakenhal, Leiden
30.10.20 t/m 27.6.21
Eline van der Haak
is fotograaf, filmmaker en onderzoeker