metropolis m

Jordan Wolfson: MANIC / LOVE
Stedelijk Museum, Amsterdam
27.11.2016 t/m 29.01.2017

Twee jaar geleden schreef ik dat je Jordan Wolfsons videowerk Raspberry Poser oneerbiedig zou kunnen betitelen als een caleidoscopische, hallucinerende, technisch knap in elkaar gezette videoclip, waarin beelden van historische schilderijen van Caravaggio en Brueghel, Japanse pornografische tekeningen en stadsgezichten van New York en Parijs voorbij trekken. Diverse visuele stimuli lijken zonder enig onderscheid of hiërarchie aan elkaar te worden geregen tot een gemakkelijk verteerbare, levensbevestigende feelgood-ervaring. Niettemin raakte het werk mij in mijn hart, in mijn buik en in mijn genitaliën.

Nu ik het werk twee jaar later opnieuw zie, in het Stedelijk Museum dit keer, is er weer die instant klik, de verslaving om keer op keer het werk te willen bekijken. Om het met Nancy Sinatra te zeggen, to get my ‘two shots of happy’. Het is alsof je je beste vriend of geliefde terugziet na een lange periode van afwezigheid. Er zijn nieuwe verhalen, nieuwe aspecten die je met elkaar wilt delen. In het geval van Raspberry Poser is de relatie eenzijdig te noemen. Het werk zelf is niet veranderd, maar desalniettemin gaan weer andere aspecten van het werk met mij aan de haal. De begeleidende muziek staat hard, bijna onaangenaam hard. Zo hard zet je muziek wanneer je verdriet wilt wegzingen of dansen; op momenten dat muziek de taak heeft om te verdoven. De interieurzaken, fitnesszalen en kinderkamers die aan het oog voorbijtrekken, voelen leger dan ooit. Er zijn geen klanten of kinderen te bekennen.

De feelgood-ervaring lijkt plaats te maken of ruimte te bieden voor melancholie. De initiële two shots of happy worden gevolgd door one shot of sad. Het terugkerende element van het cartoonfiguurtje, type boos jongetje, dat luidkeels staat te schreeuwen en zichzelf opensnijdt is niet langer alleen tragikomisch. Hij lijkt symbool te staan voor de menselijke angst om keuzes te maken en te veranderen, en voor de vraag hoe autonoom de mens eigenlijk is. Dat liefde ons irrationeel kan maken en volledig kan beheersen. Dat we dingen onbewust door onze vingers laten glippen. Dat we dikwijls machteloos staan. En dit alles begeleid door een drietal popliedjes over de liefde, die de pijn weliswaar kunnen verzachten, maar tegelijkertijd de aanzet geven tot weemoedigheid.

Wanneer je dit jongetje, dat zich voortdurend beweegt tussen hysterie en kalmte, nu eens los zou kunnen maken uit het videowerk. Je vormt hem om tot een stalen sculptuur en bindt hem aan kettingen. Vervolgens laat je hem heen en weer slepen van de ene kant van de tentoonstellingszaal naar de ander, zonder ondersteuning van visuele stimuli of een fijne soundtrack. Wat gebeurt er dan? Dan heb je Jordan Wolfsons driedimensionale Sisyphuskwelling Colored Sculpture. Weliswaar ziet dit jongetje er iets anders uit, maar de familiegelijkenis is duidelijk; het rossige haar, de vrolijk gekleurde kleding en de verbeten gelaatstrekken.

Colored Sculpture had niet kunnen ontstaan zonder Raspberry Poser. In Raspberry Poser snijdt het jongetje zichzelf nog open, in Colored Sculpture is hij overgeleverd aan de grillen van een computerprogramma dat bepaalt hoe hard er aan hem wordt getrokken en hoe vaak hij op de grond wordt gesmeten. Hoewel het een technisch zeer ingewikkelde installatie is, voelt Colored Sculpture niet afstandelijk of artificieel aan. Wellicht wordt dit veroorzaakt door het feit dat het werk niet zachtzinnig met zichzelf omgaat en niet vraagt om met witte handschoentjes de eeuwigheid in te worden gedragen. Bovendien lijkt het specifiek gemaakt om de toeschouwer onderdeel van de tentoonstelling of het werk te laten worden. Belangrijk facet hierbij is de gebruikte gezichtsherkenningstechnologie, die ervoor zorgt dat de sculptuur de toeschouwers aan lijkt te kijken met zijn staalblauwe ogen. Een echo van Raspberry Poser, waarin Jordan Wolfson in de rol van punker zijn gezicht kortstondig naar de camera draait en de toeschouwer recht aankijkt met een timide, maar onbetwistbaar verlokkelijke glimlach.

Colored Sculpture biedt geen verzachtende omstandigheden en geen plek voor weemoedigheid. Het koude geratel van de kettingen gaat op geen enkel moment als muziek klinken. De overgang van Raspberry Poser naar Colored Sculpture is een overgang van de regen naar de drup. En wanneer je denkt dat het niet erger kan, knalt plotsklaps en genadeloos When a Man loves a Woman van Percy Sledge uit de speakers. Het lukte mij niet om mijn tranen te bedwingen.

Twee jaar geleden vroeg ik mij af of Wolfson aan effectbejag deed en of ik mij door hem belazerd voelde. Het antwoord op de eerste vraag luidt nog steeds bevestigend. Over het antwoord op de tweede vraag twijfel ik niet meer: ik voel me niet belazerd, ik voel me in mijn ziel gekeken.

Alexander Mayhew

Recente artikelen