metropolis m

Hester Oerlemans en Maria Roosen in de bibliotheek

Maria Roosen heeft met vrienden Het Nijenhuis in Heino ‘gekraakt’. Ze zijn erin getrokken alsof het pand van hun is. Dat pakt goed uit.

Je kunt het arrogant noemen, van iemand die al te vaak in grote musea te zien is geweest, maar ook een vorm van bescheidenheid. Maria Roosen had geen zin in het retrospectief in het Nijenhuis in Heino waar ze door Museum De Fundatie-directeur Beatrice von Bormann voor was gevraagd. Ze kon er de waarde niet van inzien. ‘Wie zou daar heengaan?’, vertelt ze aan Lieneke Hulshof in de catalogus die bij de tentoonstelling verschenen is. Ze vroeg vervolgens een aantal vrienden en gasten om samen met haar in het kasteel te exposeren. Dat leek haar leuker, dat gaf haar energie. Bovendien maakt het haar werk ook beter, zegt ze. ‘Ik vind mijn beelden pas krachtig wanneer één specifiek werk zich verhoudt tot een locatie, een context of wanneer het in een ruimte staat met werk van andere kunstenaars.’

De kennismaking met het kasteel viel vervolgens niet mee. ‘Ik kreeg het bijna niet verwerkt. Wat een chaos aan spullen, behang, schilderijen, beelden vazen, lampen en meubels’, zegt ze wat oneerbiedig over het kasteel in normale doen. En dus ging ze met de bezem door het pand, haalde het leeg voordat ze het met haar vrienden opnieuw ging inrichten. Alle meubels werden bij elkaar geplaatst in een ruimte niet ver van de ingang die hier functioneert als een openbaar depot. De overgebleven ruimtes ogen nu whitecube-erig leeg, met slechts enkele welgekozen objecten en vooral veel kunst van Roosen en haar Guests, die de ruimtes opeisen alsof het kasteel door hen gekraakt is.

‘In een welk kasteel je ook loopt, je probeert je altijd een leven dat zich daar ooit heeft afgespeeld voor te stellen.’

Maria Lassnig en Maria Roosen bij werk uit de collectie van Het Nijenhuis

Roosen vertelt verder: ‘In een welk kasteel je ook loopt, je probeert je altijd een leven dat zich daar ooit heeft afgespeeld voor te stellen.’ Dat gebeurt door een subtiel samenspel van kunst en ruimte, met nu en dan een achtergebleven meubelstuk als veelbetekenend accent. Meest kenmerkend het kampvuur dat vol overgave door Arash Fakhim op video wordt nagespeeld. De video is geplaatst in een lege schouw, als was het een haardvuur. In de logeerkamer staat een bed, in de muziekkamer een stel piano’s van Jaap Kroneman.

Het bezoek is een trip down memory lane voor mij, langs werk van kunstenaars die met Roosen oud zijn geworden. Marlene Dumas, met wie Roosen dertig jaar geleden in Venetië exposeerde, toont een zacht portret in de roze kamer; Marien Schouten een omvangrijke muurtekening; QS Serafijn, die ik nog ken als conceptueel kunstenaar, toont aquarellen. Er zijn sterke werken van kanonnen als Paul Kooiker, Nel Aerts, Maria Lassnig, Laure Prouvost en Natasja Kensmil en ontdekkingen van nieuwkomers als Jonathan van Doornum en Krystel Geerts.

Mij vallen vooral de werken van jonge kunstenaars op. De barse fascesachtige palen van Ricardo van Eyk in de Orangerie, een imposante schouw van Krystel Geerts, die zo perfect op zijn plaats is in dit kasteel alsof hij er altijd gestaan heeft, naast de heel elegante technisch verfijnde sculpturen van Jonathan van Doornum. Ook de klokken van Hester Oerlemans bevallen me zeer. Hangend aan de muur van allerlei kamers sturen ze als een continue tijdsmachine je tijdsgevoel alle kanten op. Net als de tentoonstelling heeft Oerlemans schijt aan de tijd, wil ze de voortgang keren, heden in de kont van het verleden duwen, het verleden in de kont van het heden.

Roosen is goudeerlijk in de catalogus die bladert als een blog, met foto’s van het perceel verkennende kunstenaars, turend door de ramen, persoonlijke notities en kanttekeningen, en de uitnodigingsbrief die Roosen aan Prouvost heeft gestuurd. Voor iedereen die het toch wat vreemd vindt dat Prouvost internationaal furore maakt met borsten van glas die Roosen al een paar decennia eerder in Venetië toonde, is zo’n brief best spannend om te lezen. Zou Roosen ergens op gaan hinten? Maar dat doet ze niet. Roosen toont zich een bescheiden bewonderaar van Prouvost, die slechts subtiel laat weten dat ze zelf net als Prouvost erg van glaswerk houdt en daar al vele jaren mee bezig is.

Laure Prouvost
Maria Roosen, Waiting for Laure Prouvost

Naast het werk van Prouvost heeft ze wel met gevoel voor humor eigen werk gezet, getiteld Waiting for Prouvost, waarop een paar hangende borsten op een stoel wachten op de lucht die Prouvost er gewoonlijk inblaast.

Hoewel de tentoonstelling door Beatrice von Bormann geframed wordt als een collectieve prestatie, in de geest van documenta fifteen waar collectiviteit evenzeer de leidende praktijk was, is het toch vooral Roosen die de toon zet. Er is weliswaar werk van veel kunstenaars (ik tel er 23), maar toch vooral van Roosen zelf, van wie in elke ruimte werk te zien is, zij het niet uitgekozen door haarzelf maar door de gast met wie ze de ruimte deelt.

‘Een portret van een vriend is uiteindelijk een portret van jou’, zegt Roosen. En juist dat maakt de tentoonstelling zo effectief. De werken van Roosen die ik zo goed ken dat ik bijna blind ben geworden voor de bijzonderheid ervan, bloeien hier op en laten andere kanten van zichzelf zien. Het werk van Roosen spiegelt zich in de feministische soft power van Dumas, de humor van Arash Fakhim, de vertelkracht van Prouvost, de fysieke vreemdheid van Kooiker, de banaliteit van Oerlemans, de geestige veelzijdigheid van Kroneman, de virtuositeit van Geerts en het artistieke intellect van Schouten.

Elke gast kantelt het perspectief op Roosen, plaatst het in een ander daglicht, waardoor ze niet alleen zelf maar ook Roosens werk trefzeker overkomt. Wat kun je je als kunstenaar meer wensen?

Volgens mij heeft De Fundatie hier een formule in huis die meer navolging verdient, in Heino en elders. Dat er nog vele tentoonstellingen van kunstenaars mogen volgen die hun eigen gasten net zo zorgvuldig en met zelfinzicht uitkiezen als Maria Roosen.

Maria Roosen & Guests, 11.11.2023 t/m 9.6.2024. Meer info hier

Op 7 april viert Maria Roosen haar verjaardag bij Kasteel het Nijenhuis. Tijdens deze happening van Mischa Doorenweerd, vind je in de beeldentuin artist barretjes van Arash Fakhim, Hester Oerlemans en Doorenweerd zelf.

Maria’s Birthday Bash by Mischa Doorenweerd begint om 12:00 uur, en is toegankelijk met een geldig toegangsbewijs voor het museum.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Gerelateerd

Recente artikelen