metropolis m

KP Brehmer, Real Art – Fake News

Gemeentemuseum den Haag

13.7 t/m 27.10.2019

 

Dat het Gemeentemuseum Den Haag zich waagt aan een uitgebreid overzicht als dat van KP Brehmer (1938-1997) mag opmerkelijk genoemd worden. De minst bekende vertegenwoordiger van het Kapitalistischer Realismus – een groep Duitse kunstenaars uit de vroege jaren zestig, onder wie Sigmar Polke en Gerhard Richter, die knipoogden naar het sociaalrealisme in politiek gemotiveerde popart – werd afgelopen jaren zelfs in Duitsland nauwelijks opgemerkt. Toch is daar nu een groot overzicht van zijn werk, grondig, compleet en perfect verzorgd met een omvangrijke catalogus, geproduceerd door een viertal Europese musea. Waaronder het Gemeentemuseum, dat de laatste jaren toch niet echt veel interesse heeft getoond in maatschappijkritische kunst. 

De vermoedelijke verklaring voor de Haagse interesse ligt in de relatie die Brehmer had met stanley brouwn (wel vertegenwoordigd in de collectie van het museum), toen de laatste in Berlijn woonde. Ze waren vrienden, maakten zelfs samen een werk dat nu ook te zien is in het museum. Het is een filmische registratie van een van de wandelingen die brouwn met Brehmer door Berlijn had gemaakt en die Brehmer achteraf nog eens had gefilmd (brouwn vond de registratie overigens zo onverdraaglijk slecht dat hij Brehmer vroeg het werk te vernietigen – wat hij dus niet gedaan heeft). 

Een nog belangrijkere verklaring voor de Haagse interesse biedt het feit dat Brehmers werk gaat over abstractie, zij het anders dan bij de grote hoeveelheid abstracte kunst aanwezig in de collectie van dit door Mondriaan gedragen museum. Het werk leidt je niet de wereld uit, zoals bij Mondriaan, naar een andere werkelijkheid, maar vanuit de kunst terug de wereld in. Brehmer is ‘Mondrian in reverse’, zoals de criticus Mark Fisher eens schreef. Zijn schilderijen en grafiek zeggen iets over het leven dat de mensen leiden. Het zijn diagrammen die economische en andersoortige machtsstructuren representeren. In de tentoonstelling hangen overal aanwijzingen en legenda, die duidelijk moeten maken waar de kleuren voor staan.

De tentoonstelling opent bijvoorbeeld met Brehmers versie van de Duitse vlag, die zoals iedereen weet de nationale staat symboliseert. Brehmer vervormt hem echter door de kleurbanen anders te verdelen en ze ook een heel nieuwe betekenis te geven. Hij maakt de vlag tot een diagram, dat de vermogensverdeling onder de bevolking weergeeft: geel staat voor het grootkapitaal, zwart voor de middenstand, rood voor de overige huishoudens. In deze nieuwe Duitse vlag drukt het brede gele vlak de andere twee banen bijna van het textiel.

In de opeenvolgende zalen volgt een keurig, zaal na zaal verdeeld overzicht van de werkgroepen van Brehmer. Er zijn onder meer opgeblazen postzegels, triviale popartcollages, in diagrammen veranderende abstracte kunst en expressief ogende nageschilderde warmtebeelden van doorsnedes van menselijke lichamen. En er is de monumentale werkgroep Soul and Feelings of a Worker, waarin hij aan de hand van een precieuze analyse het gevoelsleven van de arbeider in kaart brengt. Veel van wat je ziet heeft iets van een persiflage of uitvergroting van zowel kunst als de algemeen verspreide behoefte alles in kaart te brengen, die de indruk geeft dat iets pas recht van bestaan heeft als het is opgemeten en verwerkt in tabellen. Brehmer nam graag de pretentieuze abstracte kunst op de korrel, zoals bijvoorbeeld ook Richter en Polke dat destijds deden, maar evenzo de zich steeds meer in abstracties hullende kapitalistische samenleving, die de burger behandelt als een volledig exploiteerbare dataset.

Anders dan Richter en Polke is Brehmer zijn politieke voorkeur trouw gebleven en heeft hij zich tijdens zijn werkende leven blijvend beziggehouden met een kritische reflectie op de kapitalistische systemen die het leven meer en meer zijn gaan dirigeren maar zelf veelal buiten zicht blijven. Hij is die virtuele werkelijkheid, die het bestaan van mensen zozeer definieert, gaan verbeelden, in de hoop de toeschouwer zich ervan bewust te maken en er via kunst ook iets aan te doen. Hoe ernstig het achterliggende verhaal soms ook is, Brehmer brengt het met een zekere lichtheid en transparantie. De blijvende propaganda en indoctrinatie op Duitse media, drie decennia na de oorlog, wordt bijvoorbeeld aangekaart met een serie testbeelden in bruintinten, waarin het abstracte diagram in stappen verandert in een hakenkruis. Vergelijkbare subjectieve commentaren duiken veelvuldig in zijn werk op. Bijvoorbeeld in een kaart van Vietnam waarin het neutrale rood vervangen is door ‘Blutrot’ (bloedrood).

Terwijl zijn oude kompanen art stars werden en zijn opgeslokt door de kunstmarkt, verdween Brehmer goeddeels uit het zicht. Hij is gaan lesgeven op de academie in Hamburg, waar hij studenten van zijn missie probeerde te overtuigen. Dat hij nu ineens opduikt, hangt samen met zijn herontdekking enkele jaren terug op de Biënnale van Istanbul in 2009, waar zijn werk Soul and Feelings of a Worker getoond werd. Het sloeg in als een bom, vermoedelijk omdat het zo treffend de interesse van veel kunstenaars van dit moment weergeeft in wat Benjamin Buchloh de ‘aesthetics of administration’ noemde. Er zijn veel kunstenaars bezig met vormen van mapping, om de abstracte systemen van de wereld die het publiek volgen, sturen en controleren te visualiseren en van een kritisch kader te voorzien. Bureau d’Études is een bekend voorbeeld, ook Forensic Architecture past in die lijn. Ik denk dat het Gemeentemuseum er goed aan heeft gedaan Brehmer met Mondriaan in contact te brengen en te laten zien dat het museum open staat voor nieuwe wegen, afwijkend van de modernistische lijn. Ik ben benieuwd of deze tentoonstelling tot een jonger vervolg aanleiding geeft.

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Domeniek Ruyters

is hoofdredacteur van Metropolis M

Recente artikelen