metropolis m

Monira Al Qadiri, ‘The Archaeology of Beasts,’ Bozar in Brussel (2024-2025). Courtesy de kunstenaar. Foto: We Document Art.

Met haar intrigerende combinatie van mythologie en eigentijdse beeldtaal weet Monira Al Qadiri in The Archaeology of Beasts ecologische, economische en gender kwesties op intrigerende wijze te verbinden. Haar tentoonstelling in het Brusselse Bozar bouwt een brug tussen oud-Egyptische overlevering en hedendaagse uitdagingen.

Monira Al Qadiri werd in 1983 geboren in Senegal, groeide op in Koeweit en studeerde in Tokio en aan de Rijksakademie in Amsterdam. Vandaag de dag woont ze in Berlijn en beweegt haar praktijk zich tussen sculpturen, installaties, video’s en performances, met terugkerende thema’s als genderidentiteit, ecologie en de geopolitieke invloed van de petrostaten. In The Archaeology of Beasts laat Al Qadiri werelden samenkomen: van de rijke geschiedenis van het oude Egypte tot reflecties op identiteit en kapitalisme. 

Al Qadiri’s fascinatie voor mythologie en occulte onderwerpen vormt een rode draad in haar oeuvre. In Phantom Beard (2019) onderzocht ze bijvoorbeeld necromantie – het communiceren met overledenen. Daarover had ik met haar destijds al een boeiend gesprek. In haar solotentoonstelling bij Bozar richt ze zich op de rijke symboliek en de filosofische erfenis van de oud-Egyptische cultuur. Die gebruikt ze als opstapje om hedendaagse onderwerpen te bevragen zoals de commerciële reductie van erfgoed en de ecologische gevolgen van het kapitalisme.

Al Qadiri maakte vier nieuwe werken op vraag van het door architect Victor Horta ontworpen instituut (Bozar opende in 1928). Dat deed ze met bijzondere aandacht voor de architectuur van de zowat legendarische antichambres van het museum. Alles klopt in de scenografie, tot in de details. Ondanks de monumentale geometrische art decostijl gaat van de antichambres toch een zekere speelsheid uit. Zo voelt de rotonde met haar  fantasierijk gouden plafond en  marmeren vloer best wel frivool aan.

In die rotonde toont Al Qadiri Automaton (2024): twee zwartgelakte sculpturen van de Egyptische hybride (dier)goden Chnoem (een man met het hoofd van een ram) en Anubis (een man met het hoofd van een hond). De beelden waren oorspronkelijk als interieurdecoratie bedoeld, maar roteren hier op platformen, zoals wagens op een autosalon. Al Qadiri’s transformatie van deze objets trouvés  speelt met de betekenis van kitsch en monumentale esthetiek. Maar Automatonweet ook de complexe relatie tussen mens en dier – een centraal concept in de Egyptische mythologie – op ludieke wijze in beeld te brengen.

De video-installatie The Archaeology of Beasts (2024), vult een ruime zaal.  Al Qadiri toont een bewegend panorama opgebouwd uit honderden souvenirs die ze op (toeristische) standjes in Luxor verzamelde. De beeldjes – kleine figuren van farao’s en mythologische dierfiguren –  worden vervormd in de video: ze rekken zich uit, trekken gekke bekken of versmelten met elkaar. Dit visuele ‘landschap’ vormt zowel een gedigitaliseerde nep-archeologische wunderkammer als een commentaar op de uitbuiting van ‘de geschiedenis’ door de toeristische industrie. Onder deze vervreemdende beelden schuilt een diepere reflectie op de consumptie van geschiedenis en de vervaging van authenticiteit.

Het meest indringende werk van de tentoonstelling is Aaru: After Lament (2024). In de halfcirkelvormige achterkamers van de rotonde hing Al Qadiri honderden vergulden tarwestengels tegen een in het zwart geschilderde muur. Weerom integreert haar werk op een sublieme wijze de architectuur van de ruimte. Ik neem plaats in een van de robuuste, eveneens door Horta ontworpen, fauteuils, en zet een VR-bril op. Plots bevind ik me in een zonovergoten veld vol rijpe, goudkleurige tarwe. De oude Egyptenaren geloofden dat het hemelse paradijs, het hiernamaals, bestond uit een uitgestrekt tarweveld. Voor mijn ogen keuvelen mensen met elkaar en wandelen personen gemoedelijk door dit lustoord. Plots passeert aan de horizon een schip, waarna een koe ten hemel stijgt en het landschap ten ondergaat aan een zondvloed. Al Qadiri baseerde zich voor Aaru: After Lament op de oud-Egyptische tekst Boek van de Hemelkoe. Onder meer aangebracht op de muren van de graftombes van Toetanchamon en Ramses II, hekelt deze mythe de wankele toestand van de wereld sinds de revolte van de mensheid tegen de zonnegod Ra. Met dit visuele huzarenstukje (let ook op de muziek van haar zus: de vrij geniale Fatima Al Qadiri) is de brug van eeuwenoude vertelsels naar hedendaagse ecologische vraagstukken wondermooi gemaakt. Mythologie als metafoor voor de fragiele balans tussen mens en natuur, als symbolisch redmiddel voor onze precaire toestand. Ik lees in de zaaltekst ook nog dat Al Qadiri met elke goudgeverfde tarwestengel aan de muur de ziel van een overledene wil symboliseren, hetgeen de rituele en spirituele lading van dit werk nog meer onderstreept.

Voor de laatste installatie, Book of the Dead (2024), moet ik door een smalle gang lopen die doet denken aan de claustrofobische structuren van piramides. Ik vind het wederom een knappe zet: het werk sluit andermaal perfect aan bij de vormgeving van de ruimte. Drie schermen vullen de ruimte. In het midden zie ik een Egyptisch souvernirbeeldje van de farao Achnaton – opnieuw een 3D-gescande afbeelding. Hij gaat in dialoog met (standbeelden van) dierengoden, die afwisselend op de schermen links en rechts verschijnen. Het heeft wat van een gedigitaliseerde poppenkast. Al Qadiri’s installatie Book of the Dead is, zoals de titel aangeeft, gebaseerd op het Egyptische Dodenboek: een bundel van in hierogliefen geschreven tekstmateriaal, schrijfsels die  destijds op papyrus werden neergezet om bij te zetten in het graf van de overledene. Al Qadiri herinterpreteert deze teksten in de vorm van dialogen tussen de mensheid (Achnaton) en dieren.  De teksten zijn mysterieus, poëtisch en intrigerend. Zo zegt een krokodil, de godheid Sobek: ‘The sky encloses the stars, magic encloses its settlements, and my mouth encloses magic within it.’ Wat prachtig! Met Book of the Deadwil Al Qadiri, volgens de zaaltekst, ‘hiërarchische opvattingen over het leven ter discussie stellen en ecologische uitdagingen onderzoeken die door de mensheid zijn gecreëerd.’ Voor mij zorgt de elf minuten durende installatie vooral voor een verwondering die aan het kinderlijke grenst – heel deze tentoonstelling lijkt wel een intellectuele Efteling.

Monira Al Qadiri, 'The Archaeology of Beasts,' Bozar in Brussel (2024-2025). Courtesy de kunstenaar. Foto: We Document Art.
Monira Al Qadiri, 'The Archaeology of Beasts,' Bozar in Brussel (2024-2025). Courtesy de kunstenaar. Foto: We Document Art.

Met slechts vier werken – of beter gezegd: creaties – ontwikkelde Al Qadiri een tentoonstelling die zowel visueel sprankelt als intellectueel uitdaagt. Wat deze presentatie zo intelligent maakt, is dat Al Qadiri een poppy en enigszins subversieve beeldtaal hanteert. Daarmee slaagt ze erin om grote en complexe thema’s aan te snijden. The Archaeology of Beasts, met zaalvullende projecties, draaiende en glanzende dier-mens sculpturen plus een indrukwekkende VR-ervaring, is kinderlijk nieuwsgierig en betoverend. Toch ligt de kern van deze tentoonstelling bij grote onderwerpen zoals leven en dood, erotiek en mythes, natuur en mensheid, ecologie, identiteit en economie. Al Qadiri stelt fundamentele vragen over de rol van mythologie in het begrijpen van de sociale uitdagingen waar de mensheid vandaag mee wordt geconfronteerd. Deze kunstenaar reikt een fabelachtige manier aan om de verbondenheid van verleden, heden en toekomst te heroverwegen.

The Archaeology of Beasts is tot 9 maart 2025 in Bozar (Paleis voor Schone Kunsten van Brussel) te zien

Ive Stevenheydens

is curator en schrijver

Gerelateerd

Recente artikelen