metropolis m

Kimsooja, Thread Routes — Chapter IV (2014) © Kimsooja Studio.

Na presentaties in het MoMa (New York), Guggenheim (Bilbao), de Biënnale van Venetië en documenta (Kassel), strijkt Koreaanse kunstenaar Kimsooja neer in het Leidse stadsmuseum De Lakenhal. Met haar textielwerken onderzoekt ze de raakvlakken tussen heden en verleden, en tussen ambacht en kunst. ‘Textiel houdt leven en dood vast, dat is universeel’

Als ribben van een uitgestorven walvissoort buigt Kimsooja’s publieke sculptuur To Breathe: Leiden (2022) zich over de Nieuwe Rijn. De witte, metalen bogen worden in het water gereflecteerd, wat de indruk wekt dat het werk als een tunnel onder de oppervlakte van de rivier doorloopt. Met stalen ‘draden’ borduurt het kunstwerk de oevers van de Oude Vest en de Oude Singel aan elkaar. Verbinding, stelt Kimsooja, is de core buisness van textielkunst: ‘Weven en naaien draaien om verbinding. Textiel verbindt omdat we het allemaal kennen uit ons dagelijkse leven. Het is onze tweede huid: een die vasthoudt aan moeilijkheden, maar ook aan geluk.’

Verbinding vormt dan ook het centrale uitgangspunt van Thread Roots. Verspreid door de permanente collectie van De Lakenhal zijn verschillende werken van Kimsooja terug te vinden. Door deze in ‘dialoog’ te plaatsen met objecten en kunstwerken die verwijzen naar de Leidense textielindustrie hopen kunstenaar en museum verwantschappen te tonen die tijd en ruimte overstijgen.

Verbinding, stelt Kimsooja, is de core buisness van textielkunst

Kimsooja, To breathe: Leiden (2022) foto door Jaeho Chong.

Een eerste werk staat tussen een laat-zestiende-eeuwse afbeelding van de Leidse stedenmaagd en twee portretten van de lakenhandelaars Pietro en Gasparo de Lespaul. In Deductive Object — Bottari Cart (2007) worden een groep kleurrijke bottari’s in twee kleine, negentiende-eeuwse karretjes gepropt en vastgebonden met bungeekoorden. Bottari’s zijn Koreaanse bedspreien waarvan de hoeken aan elkaar geknoopt zijn zodat ze kussenachtige bundels vormen die gebruikt kunnen worden voor het meedragen van eten, bezittingen en cadeaus. Ze zijn, aldus de kunstenaar, symbolen voor beweging, reizen en migratie.

De bottari’s in Deductive Object — Bottari Cart kunnen echter nergens heen: ze worden door de glimmende, plastic touwen samengedrukt en achter de metalen tralies van de karretjes opgesloten. Halsstarrig lijken ze te proberen ontsnappen. Een rode bundel, versierd met goudkleurige cirkels en groene, roze en blauwe bloemen, is hierin geslaagd: opgeblazen als een stuk deeg ligt de bottari ondersteboven aan de voet van de karretjes.

Deductive Object — Bottari Cart wordt vergezeld door een still uit de film Cities on the Move — 2747 km Bottari Truck (2001) die op een lightbox geprint is. In Cities on the Move (1997) reisde de kunstenaar bovenop een truck gevuld met veelkleurige bottari’s gedurende elf dagen langs haar voormalige woonplekken in Zuid-Korea. Vanop de stapel kijkt ze met rechte rug kijkt ze uit over het bleke, zonovergoten landschap. Het beeld wekt zowel melancholie als hoop op — twee gevoelens die primeren bij vrijwillige migratie.

De felheid van de lightbox staat in sterk contrast met de volgende ruimte in de tentoonstelling: een duister portaal met groengrijze muren. Hier ligt weer een bottari op de vloer. Deze is echter ronder en schijnbaar zwaarder dan zijn voorganger en glanst mysterieus in het zachte spotlicht. Aan de muur hangt een afbeelding van een gestalte, bedekt met kleurrijke stoffen. Encounter – Looking into Sewing (2013) is een foto van een installatie die Kimsooja in 1998 te Kassel maakte. Er zijn geen ledematen of andere kenmerken zichtbaar die verraden wie, of wat, zich onder de bedspreien bevindt. Alleen de omtrek van wat op een hoofd lijkt, kan worden onderscheiden. De droomachtige afbeelding doemt in het donker op en verleent het voorportaal zo een sacrale uitstraling. Dit gevoel wordt verder doorgetrokken in de aangrezende Staalmeesterskamer waar onder het toeziend oog van een groep in zwart geklede mannen een felgroene bottari naast de schouw ligt.

Halsstarrig proberen de bottari's te ontsnappen. Een rode bundel, versierd met goudkleurige cirkels en groene, roze en blauwe bloemen, is hierin geslaagd: opgeblazen als een stuk deeg ligt de bottari ondersteboven aan de voet van de karretjes

Kimsooja, installatie Thread Roots, Deductive Object — Bottari Cart (2007) Foto door Joep Jacobs.
Kimsooja, installatie Thread Roots, Encounter - Looking into Sewing (2013) Foto door Joep Jacobs.

Een laatste interventie in de permanente collectie bevindt zich in de Gouverneurskamer. Meta Panting – Fabric Samples (2024) is het enige werk dat speciaal voor Thread Roots vervaardigd werd en is geïnspireerd op de stalenboeken uit de collectie van De Lakenhal. Aan de ingang van de ruimte wordt de toeschouwer uitgenodigd om, met witte beschermhandschoenen, door Kimsooja’s verzameling textielstalen te ‘bladeren’. Dit gedeconstrueerde stalenboek bestaat uit stapels individuele ‘pagina’s’ waarop kleine lapjes stof van verschiedene kleuren, materialen en patronen vastgepind zijn. Deze zijn in het verlengde van de achttiende-eeuwse meettafel op onbeschilderde canvassen gestapeld. De bezoeker kan de vellen van het ene naar het andere canvas verplaatsen, om zo een nieuwe groep stalen te onthullen, en tegelijkertijd steeds het voorgaande deel te bedekken.

De tentoonstelling gaat verder op de gerenoveerde benedenverdieping van het museum. De stemming is duidelijk anders dan die in de collectiezalen. Waar de werken tot nu toe in de woorden van conservator actuele kunst Nicole Roepers, ‘allitereerdren met hun omgeving’, staan deze werken enkel in relatie tot zichzelf. In de eerste ruimte worden twee videowerken geprojecteerd op doorzichtige schermen omringd met zwarte kaders: Thread Routes — Chapter IV (2014) en Thread Routes — Chapter VI (2019). De video’s tonen beelden uit respectievelijk China en Marokko waar ambachtslieden geconcentreerd achter weefgetouwen zitten, witte stoffen versieren met rode draden en materialen verzamelen om verder te kunnen werken.

De films worden als individuele werken getoond, maar lijken opvallend genoeg in elkaar over te vloeien. De ambachtslieden zien er in beide werken anders uit en gebruiken verschillende technieken, maar soms, voor een fractie van een seconde, voeren ze een gelijkaardige beweging uit of bevinden ze zich in een verwant landschap. Op zulke momenten lijken de scènes tedere echo’s van elkaar die Kimsooja’s woorden lijken te behartigen: ‘Mijn werk is persoonlijk, maar niet specifiek. Ik zoek altijd een fundamenteel menselijke kwestie.’

Aan het plafond van de laatste zaal hangt een groep grote canvassen. Ze worden vergezeld door eveneens kleurloze bottari die op de terazzovloer neergeploft zijn. Het werk is volgens de kunstenaar een knipoog naar haar achtergrond in de schilderkunst, die ze niet al te lang na haar afstuderen achter zich liet. Meta-Painting (2020) is dan ook, zoals de titel sugereert, een spel met de conventies van schilderkunst. De canvassen zijn onbeschilderd, maar niet leeg: door het licht dat via het raam achterin de ruimte binnensijpelt worden de spanramen van de canvassen zichtbaar en ‘tekenen’ ze een grijs een grid op de beige oppervlakte.

Felle kleuren, satijnachtige stoffen en ingewikkelde patronen: 'Thread Roots' is een tentoonstelling die schoonheid niet schuwt

Thread Roots is een tentoonstelling die schoonheid niet schuwt: felle kleuren, satijnachtige stoffen en ingewikkelde patronen vormen de rode draad in de presentatie. Die haast uitsluitende nadruk op Kimsooja’s textielpraktijk is niet volledig in lijn met haar oeuvre. De kunstenaar slaagt er niet enkel in om met textielkunst mensen, praktijken en ideeën te verbinden, maar zoekt, vindt en belicht verbanden die dat materiaal overstijgen. Textiel is slechts een van de vele registers die ze tot haar beschikking heeft. In de expositie worden de filmhoofdstukken uit Thread Routes en de performance Meta Panting – Fabric Samples gepresenteerd als verlengdes van haar textielpraktijk. Die invalshoek is in de context van de oude lakenkeurhal begrijpelijk, maar toch jammer, want in feite zijn het werken met een zelfstandige positie binnen haar oeuvre.

Met tien tentoongestelde kunstwerken, waarvan één de buitensculptuur To Breathe: Leiden, is de expositie in De Lakenhal niet representatief voor de carrière van kunstenaar, die inmiddels meer dan veertig jaar overbrugt. Als bezoeker blijf je nieuwsgierig en verlangend naar meer achter. Dat pleit voor de kunst van Kimsooja, maar betekent dat Thread Roots als solopresentatie enigszins tekort is geschoten.

Kimsooja – Thread Roots is nog tot 2 juli 2024 te zien in Museum de Lakenhal, Leiden.

Paula Rodríguez Sardiñas

studeert aan de Vrije Universiteit Amsterdam en is stagiair van Metropolis M

Gerelateerd

Recente artikelen