Zachtjes de grenzen opzoeken – Unfair 24
Unfair, de beurs die zich afficheert als een curated fair, toont dit jaar 42 kunstenaars in de Gashouder van Westergas. Deze achtste editie laat onder het motto ‘Revealing new art,’ niet eerder getoonde werken van opkomende kunstenaars zien. Op de kunstbeurs is te zien hoe de kunstenaars een balans proberen te vinden tussen de ‘verkoopbaarheid’ en de ‘eigenheid’ van de werken. Soms leidt dit tot werk dat wat braaf is, soms tot werk dat verrast omdat de kunstenaars proberen binnen het format van een beurs de grenzen wat op te rekken. Stella Kummer bezocht Unfair, waar humor, lichtheid en samenwerking gebruikt worden om tegengewicht te geven aan het uniforme en fragmentarische karakter van de gemiddelde kunstbeurs.
Kunstenaar Tommy Smits zit aan een tafel waar twee helmen met mijnwerkerslampen op liggen. Naast hem hangt een gordijn dat de omlijningen van een grot weergeeft. ‘Als je naar binnen wil, dan moet je deze helm op doen,’ vertelt Smits mij. Met de helm op, stap ik de donkerte achter het gordijn binnen. Aan de muren hangen meerdere foto sculpturen van Smits. Een foto van een hond met een zonnebril wordt omlijst door een steenachtige rand, waarin kleine objecten gedrukt zitten. Met de lamp op mijn hoofd, vind ik telkens nieuwe werken. In zijn werk, onderzoekt Smits onder andere de rol van de ‘vinder’ in de interpretatie van geschiedenis. In de grot, ben ik degenen die deze archeologische objecten ontdekt en interpreteert. In Smits werkt zit een welkome ironie, die geschiedenis, archeologie en kunst op de schop neemt. Hij lijkt die disciplines niet al te serieus te nemen en geeft zo een lichtheid aan zijn werk en de beurs.
Bob Demper gebruikt humor en speelsheid om de zwaarte van macht te transformeren. Hij gebruikt alledaagse materialen in formele contexten, om zo hun dubbelzinnigheid te ontmaskeren. Om de drie minuten draait een stropdashanger rondjes. Het is alsof we alle dassen bekijken, om te kunnen kiezen welke we vandaag zullen dragen. De blauwe met stippen, de gestreepte gele of die met de citroen? Naast de dassen, hangt een grijze rechthoekige sculptuur aan de muur. Door een klein gat is op een scherm groeiend graan bij een boerderij te zien. Voor het schermpje zijn diezelfde planten ook te zien, maar dan als miniatuur sculptuur. Die verdubbeling van natuur is simpel, maar effectief. Het is alsof Demper langzaam inzoomt op de levende wereld waar wij onderdeel van zijn. Deze zit echter verstopt achter lagen van verdubbeling en vervalsing. Ook Demper weet net als Smits een ironische laag toe te voegen. Tegenover de klassiekere werken, voelen zijn sculpturen misschien wat misplaatst, maar juist daardoor opent Demper de ruimte voor experiment, die in andere werken soms wegblijft.
Naast de individuele inbreng van de kunstenaars, zijn er ook een aantal collectieve bijdragen te vinden. Verschillende galeries nodigden kunstenaars uit op samen te exposeren. Bij No Limit’s Art Castle doen ze dat in duo’s. Abou Ayoubi en Arash Fakhim maakten samen een schilderachtige sculptuur, waar de verschillende verhalen uit onder andere hun thuislanden in samenkomen.
Ook Marcos Kueh koos ervoor om niet alleen maar met drie andere kunstenaars een kleine groepstentoonstelling in zijn booth te creëren. In hun werken vertellen zij over onder andere de herwaardering voor hun familiebanden en de connectie met hun thuisland. Pas hier besef ik me hoe gefragmenteerd de rest soms kan voelen. De samenhang die de kunstenaars hier zelf creëren is schaars en toont hoe belangrijk deze dialoog tussen kunstenaars onderling is.
De intense kleuren en intrigerende patronen op Kuehs wandtapijten, vragen de kijker om precieze aandacht. Het vertalen van legendes naar textiel, heeft een lange traditie op Borneo. Kueh vertaalt deze methode naar een hedendaagse context, waar de legendes een abstracte vorm aan nemen, die het verleden en de toekomst belichamen.
Sixin Zeng, een van de kunstenaars bij Kueh, vertelt dat ze heel lang heeft geloofd dat haar moeder daadwerkelijk de botjes en taaie stukjes van het vlees, het lekkerste vond. Pas later realiseerde ze zich dat dit een overblijfsel is van de hongersnood die haar moeder als oudste kind meemaakte. Op deze manier kon ze haar broertjes en zusjes beschermen. Zeng maakte glazen bordjes, waarop deze botten te zien zijn, als een ode aan haar moeder. Het glas staat symbool voor de doorzichtigheid van herinnering. Deze persoonlijke herinnering is onderdeel van een groter geheugen.
De prints die Zeng maakte op zijde, zijn geïnspireerd op een blog dat ze tegenkwam, van een Nederlands kind dat naar China verhuist. De kinderlijke nieuwsgierigheid is ook in de werken te voelen. Met digitale symbolen omlijnde Zeng de vage figuren op de prints. Ook in de lijst zijn symbolen gegraveerd. De scènes die zijn afgebeeld zijn lief en onschuldig, een gevoel dat Zeng misschien zelf ook wil opbrengen en vasthouden. Ondanks dat Zeng en Kueh vaak gebruikte en traditionele media gebruiken, voelen de werken fris en origineel. Het feit dat ze bij elkaar getoond worden, draagt daar ongetwijfeld aan bij.
Mij vallen verder de werken van Bart Lunenburg op, die gaan over architectuur en de herinnering van gebouwen. Zijn schilderijen van hout, tonen verbindingen tussen planken, maar zijn eerder een soort abstracte weergaven van ‘maakbaarheid’. De werken hangen aan een houten paneel, dat zo onderdeel wordt van Lunenburgs houten compositie. Daarmee stellen de werken niet enkel vragen over de maakbaarheid van kunst en architectuur, maar ook over die van een beurs als deze.
Als ik de Gashouder wil verlaten, regent en hagelt het hard buiten. Ik besluit nog even binnen te wachten op een bankje bij de werken van Anouk van Zwieten. De simpel ogende schilderijen, bevatten lagen van proces, die tevoorschijn komen naarmate ik langer zit en kijk. Ik voel me net als in de grot van Smits, alsof ik zelf de werken ‘ontdek’. Onderweg naar huis (in de regen), fiets ik langs Paradiso, waar de werken van Van Zwieten op de gevels tentoongesteld zijn. Na de werken in het echt te hebben gezien, voelt het alsof ik hun geheime aard nu ken. Als een onderonsje, met de kleurlagen die zich onder het oppervlak bevinden.
Foto’s door de auteur
Unfair is t/m 24 november te bezoeken
Stella Kummer
is webredacteur bij Metropolis M, schrijver en eindredacteur bij tijdschrift Simulacrum