metropolis m

Ik
door Falke Pisano

Wie of wat is de ‘ik’ die zich verhoudt tot de wereld, sprekend en handelend in wisselwerking met een omgeving? De kunstenaar Falke Pisano bespreekt op filosofische wijze het sociaal-maatschappelijke potentieel van de kunstenaar.

IK HIER NU

De ‘ik’ kent vele bestaansvormen. Om te beginnen is er een ‘ik’ in de vorm van een persoon, levend en geleefd, sprekend en aangesproken (ik-jij), een individueel ik. Er is ook een universele ‘ik’ die het vermogen bezit te spreken voorbij het veld van directe kennis. Ten slotte is er het specifieke concept ‘ik’, dat geconstrueerd is volgens een specifieke grammatica en discours. Het is een ‘ik’ dat een tijdelijke samenstelling heeft op grond van de functie die het vervult in een veld dat bestaat uit variabelen. Net als een concept wordt het concept ‘ik’ niet verwerkelijkt, zoals het ook niet plotseling kan verdwijnen. Er kunnen alleen nieuwe functies worden geconstrueerd en nieuwe werkterreinen ontdekt. Een concept bestaat in een voortdurende staat van beweging en het genereert, via de eigen fluctuaties, veranderingen in de gebieden waar het mee verbonden is.

Het specifieke concept ‘ik’ dat hier beschreven wordt, is een bijzonder iets, een abstracte machine met de eigennaam ‘ik-machine’. Deze eigennaam verwijst niet naar een individu. De eigennaam ‘ik –machine’ wordt gegeven aan het individu dat zich openstelt voor de veelheid aan zaken die aan hem of haar passeert.

De ‘ik-machine’ dient niet ter representatie, maar construeert eerder een werkelijkheid die aanstaande is, een nieuw type werkelijkheid. Dus als het momenten van creatie of potentie samenstelt, staat het niet buiten de geschiedenis maar gaat eraan vooraf, het opereert a priori.

De ‘ik-machine’ bestaat tegelijk als een individueel ‘ik’ en een universeel ‘ik’. Noodzakelijkerwijs bezit de ‘ik-machine’ het vermogen te selecteren welke woorden gegenereerd en gecombineerd worden met welke stand van zaken.

NIET IK NIET HIER NIET NU

Een sprekende figuur is altijd krachtdadig, want door het spreken verwerft het de kracht in beweging te brengen. In het geval van een ‘ik-machine’ is wat er bewogen wordt het vermogen tot spreken zelf. Het vermogen tot spreken wordt verplaatst via de formele constructie van een ander figuur dat kan spreken. De ‘ik-machine’ construeert een positie. Een positie is een fysiek punt waarop het spreken mogelijk is. Met andere woorden: de positie is gecreëerd op zo’n manier dat het de kwaliteiten bezit die het mogelijk maakt een figuur dat kan spreken te genereren als deel van zichzelf. De sprekende figuur zal blijven bestaan op, en als, de positie die ervoor is gecreëerd. Die positie, net als de sprekende figuur, is niet vaststaand, maar wordt voortdurend gewijzigd door de spraak die het mogelijk maakt.

Vanuit en als deze geconstrueerde positie spreekt de figuur altijd over iets anders, een elders of een andere tijd, en creëert een landschap van NIET IK NIET HIER NIET NU. Wanneer spraak zich op deze manier ontwikkelt, alsof een landschap wordt gemaakt van precies dat waarvan men kan getuigen, zal het gemaakt zijn van een individuele gemoedstoestand. Echter, het zal ook het universele bevatten, aangezien het datgene dat niet-bekend en niet-begrepen is, insluit in datgene dat vermoedelijk wordt begrepen omdat het op affectieve wijze is waargenomen. Deze insluiting van niet-begrip – in een landschap of in spraak – weerhoudt het van het krijgen van een vaststaande betekenis.

NIET IN STAAT TE SPREKEN – ‘IK DENK’

‘Ik denk’ betekent: er is een plek die ‘ik’ heet, waar actie en besef van actie niet verschillend zijn, waar zijn en bewustzijn dezelfde plaats bezetten, en waar dus geen uitwisseling met de buitenwereld mogelijk is. Omdat een kracht alleen verwezenlijkt kan worden als er een splitsing is tussen de daad en het besef van die daad, is de kracht in deze omstandigheid voorbestemd om potentieel te blijven. Wat erop neerkomt dat zo’n ‘ik’ niet kan spreken.

Maar de ‘ik-die-denkt’-plek hoeft zich enkel open te stellen om zijn potentiële kracht te verwezenlijken. Wanneer een denkende ‘ik’ begint te spreken, betreedt het een systeem van relaties, en dit veronderstelt zowel zijn aanwezigheid als die van anderen. Als een denkende ‘ik’ zich openstelt wordt het een ‘ik-machine’ en zal het, na enige tijd, net als alle concepten, nieuwe functies en variabelen krijgen toegewezen. Daarom ook zal het altijd het vermogen bezitten om verandering in gang te zetten.

Falke Pisano

Recente artikelen