Atlas of the Conflict. Israel – Palestine
Onlangs werd Atlas of the Conflict. Israel – Palestine van Malkit Shoshan onderscheiden met de Gouden Letter voor ‘Schönste Bücher aus aller Welt’. Wie ook maar enigszins op de hoogte is van wat eufemistisch de ‘Palestijnse kwestie’ heet, zal gemengde gevoelens hebben gehad bij dit nieuws. Zo’n mooi boek dat op het eerste gezicht in koele cijfers en lijnen de onoplosbaarheid van dit conflict op korte termijn in beeld brengt. Heldere sterk vereenvoudigde kaarten en in beeld brengen van data (datascaping) zijn na hoogtijdagen van de beeldstatistiek van grafisch ontwerper Gerd Arntz en de vergelijkende studies van veel grote wereldsteden voor het CIAM (Congrès Internationaux d’Architecture Moderne) naar voorbeeld het AUP (Algemeen Uitbreidingsplan) Amsterdam in de jaren dertig, opnieuw het instrumentarium van planners en architecten aan het worden. Alleen al bij deze uitgever is dit de vijfde ‘atlas’ die geproduceerd is.
In dit geval geeft het in beeld brengen van de conflicterende gegevens en de wirwar van getrokken grenzen, barrières en functionele en demografische vlekken, ook de schuldigheid van planning en planners aan. Nog fascinerender dan het in beeld brengen van officiële gegevens en hertekenen van de officiële cartografische producten is de poging om de illegaliteit, de verborgen gegevens en de vernietigde woon- en verblijfplaatsen van de Palestijnen in beeld te brengen. Kan beeldtaal, taal en argumenten vervangen of zelfs een hogere vorm van inzicht verschaffen?
Het boek heeft een schijnbaar eenvoudige indeling. Het begint met de historische en actuele grenzen in beeld te brengen. In een oogopslag wordt duidelijk dat een gefixeerd territorium van het Joodse volk, laat staan een Joodse staat, vanaf het begin van de Joodse jaartelling tot heden steeds van uiterst korte duur was. Daarna komen de staatsgrenzen, de zogenaamde ‘Groene Lijn’ (de grenzen van de wapenstilstand van 1967), die de onderlegger van vrijwel ieder kaartbeeld vormt, en vooral de complexe maar bij voldoende abstractie ogenblikkelijk zichtbare wurggreep van de bouw van ‘de muur’, aan de orde. Deze muur doet de herinnering aan de Berlijnse Muur in schaal en onbarmhartigheid verbleken. Het derde hoofdstuk toont de patronen van de nederzettingen, waarbij vooral de landbezettingen en omsingelingstactiek van de Israëlische kolonisten in volle omvang en hevigheid duidelijk wordt. In het vierde hoofdstuk worden de Palestijnse en Israëlische typologieën van nederzettingen in beeld gebracht. Die variëren van de ‘gebouwde utopie’ van de kibboets tot de verschillende fasen van dichtslibbing van de vluchtelingenkampen.
Echt inzichtelijk, en sprekender dan woorden en getallenreeksen, zijn de kaartbeelden en stippen in mengvormen van twee kleuren, die het best tot hun recht komen bij het hoofdstuk demografie. Puur Israëlisch gebied of bevolking krijgt de heldere blauwe kleur van de nationale vlag van de staat. Puur Palestijns is goudbruin.
Het veranderen van het landschap van Palestina is vanaf de eerste formele kolonisaties door Joodse immigranten inzet geweest. Zeker na de Holocaust kon het in bloei brengen van de woestijn en de bebossing, en dus het verbieden van begrazing, op een grote internationale sympathie rekenen.
Deze operatie was en is alleen maar mogelijk door een strak geleide planning van irrigatie en drinkwatervoorziening. Ook hier is een bijna onvoorstelbare claim van Israel. Veel onbekender is dat archeologie en monumentenzorg expliciet het beeld van een eeuwenoude continuïteit van Joodse staat en cultuur moet bevestigen en dat aandacht voor andere occupatiepatronen en andere gebouwde cultuuruitingen als het even kan verwijderd worden om te komen tot de ‘authentieke’ laag.
Dit hele beeld wordt nog intenser en gecompliceerder in het laatste hoofdstuk dat over Jeruzalem gaat. Hier wreekt zich wel nog meer dan in de eerdere hoofdstukken dat het conflict wordt teruggebracht tot twee nationaliteiten en identiteiten, terwijl één natie nog niet gevormd is en beide nationaliteiten over tal van verschillende identiteiten beschikt. Een deel van deze gegevenheden zijn wel te herleiden uit het lexicon en uit de tijdslijn, waar het boek mee besluit.
Het is toe te juichen dat de dappere poging van een Israëlisch architect om achter de officiële cijfers en verhalen te gaan kijken, en letterlijk een verborgen proces in beeld te brengen, door Nederlandse instellingen (het <a href="http://www.architectuurfonds.nl/">Stimuleringsfonds voor Architectuur</a> en het <a href="http://www.fondsbkvb.nl/">Fonds BKVB</a> hebben ‘generous support’ verleend) is gesubsidieerd en voor een belangrijk deel is geproduceerd.
Malkit Shoshan, Atlas of the Conflict. Israel – Palestine
Rotterdam, 010 Publishers, 2010, ISBN 978 90 6450 688 8
Plattegronden en beeld: Malkit Shoshan
Ontwerp: Joost Grootens
Engelstalig, 480 pp, hardcover, €34,50
Rob Dettingmeijer