On Horizons: A Critical Reader in Contemporary Art
Waar is de horizon van het wetende Westen?
On Horizons: A Critical Reader in Contemporary Art is een interessante verzameling van zeer afwisselende essays die zijn bedoeld om met behulp van het begrip horizon de ‘westerse’ conditie in zowel kunst als maatschappij te onderzoeken. De redacteuren veronderstellen dat met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie het mondiaal kapitalisme een totaliserende horizon vormt, aangezien radicale oppositie afwezig is. Echter, de essays in deze reader over het begrip horizon moeten ons in staat stellen te speculeren over het onmogelijk denkbare, want de horizon is de grens van ons bekende denken. Zodoende maakt speculeren over de grenzen van de dominante, neoliberale orde de horizon een kritisch instrument voor artistiek en intellectueel werk.
De vraag is in hoeverre het begrip horizon een kritisch instrument wordt in deze reader, of verzandt in een thematische metafoor om een bonte bundel essays bijeen te brengen. Enerzijds spreekt T.J. Demos bijvoorbeeld enkel in zijn laatste zin over horizon in zijn kunsthistorisch verslag over ‘linkse solidariteit’ en ‘post-politieke flexibiliteit’ in de tentoonstellingspraktijk van Utopia Station, Forms of Resistance en de Biënnale van Istanbul van 2009. Ook Ultra-red gebruikt in hun historische bespreking van het ‘organiseren van stiltes’ de horizon slechts een enkele keer als stijlfiguur om de grens van perceptie te duiden. Daarnaast stellen Nancy Adajania en Ranjit Hoskote in hun essay dat de horizon en het soevereine individu fictie zijn, om vervolgens een transcultureel veld van ontmoetingen voor te stellen waarin iedereen zichzelf voortdurend destabiliseert.
Anderzijds gaat Ernesto Laclau in zijn analyse van betekenisleer zeer diep in op de betekenis van horizon voor de filosofie. Openlijker relevant voor de ‘westerse’ conditie is Jodi Dean in misschien de krachtigste bijdrage. Zij beargumenteert dat een communistische horizon nog steeds bestaat en door politiek links omgezet wordt in een drift naar democratie en door politiek rechts gebruikt wordt als bedreiging voor diezelfde democratie. Daar tegenover stelt Peter Osborne dat de communistische horizon wel verloren is gegaan na 1989, maar als een specifieke, historische horizon van Oost Europa. Bovendien geeft hij ons de hoop dat er in de overheersende ‘horizon van verwachting’ van het kapitalisme gaatjes geprikt kunnen worden door kunstpraktijken.
Kortom, de horizon wordt in de meer filosofische essays intensief onderzocht, in een traditie geplaatst en tegelijkertijd in stelling gebracht voor nieuwe betekenissen. De meeste meer kunsthistorische analyses verwerpen de notie of beschouwen de horizon als weinig relevant.
In de reader ontbreekt een analyse over de geopolitieke verbeelding van het Westen, de nadruk ligt op de neoliberale orde als een ideologie. Dat terwijl een geofysische notie als de horizon volgens mij juist een goede aanleiding geeft om geopolitieke structuren te onderzoeken. Zeker omdat het dominante kapitalisme zich heeft ontwikkeld door middel van territoriale instituten als de rechtsstaat, dat bijvoorbeeld persoonlijke eigendommen, oftewel kapitaal, garandeert. Uiteindelijk wordt niet duidelijk waar de horizon van het mondiaal kapitalisme is, maar niet omdat Hito Steyerl de horizon uitbreidt met verticale perspectieven van satellietbeelden en onbemande bommenwerpers. Daardoor blijven de horizon en het Westen algemene metaforen, en is de reader te weinig specifiek om kritisch te kunnen zijn.
On Horizons: A Critical Reader in Contemporary Art
Redactie: Maria Hlavajova, Simon Sheikh, en Jill Winder
Uitgever: BAK, basis voor actuele kunst, Utrecht en post editions, Rotterdam
Design: Kummer & Herrman, Utrecht
Taal: Engels
Pagina’s: 242
ISBN: 978-94-6083-037-2
Prijs: € 24
Joram Kraaijeveld
is curator, docent en schrijver en zet zich als zodanig in voor de positie van de kunstenaar in en de waarde van de kunsten voor de samenleving. Hij werkt aan actieve vormen van solidariteit binnen en buiten de kunsten