metropolis m

Een foto toont een grijzende man met een baard en bril, hij heeft zojuist een tol op een dambord geworpen. Een volgend beeld laat dezelfde figuur zien, rennend door een park. Even later leest hij iets voor aan een stel op een bankje, dan weer markeert de foto het moment waarop hij door de stad loopt als een sandwichman, de spreuk boven zijn hoofd proclameert ‘por un arte ambulante’, voor een ambulante kunst.

De man is de Spaanse kunstenaar Isidoro Valcárcel Medina (1937). De foto’s, genomen in een tijdsbestek van vijf dagen in de lente van 2011, verbeelden re-enactments van performances die aanvankelijk zijn uitgevoerd tussen 1965 en 1993. In de marge van de foto’s staan de titels, steden en jaartallen van de oorspronkelijke acciones (acties), zoals hij zijn werk bij voorkeur noemde: Peón de rey / King’s Pawn (Murcia, 1965); Maratón / Marathon (Madrid, 1981); El discurso sigue… su curso / The Discourse Follows… its Course (Granada, 1993), Hombres anuncio / Human Billboards (Madrid, 1976). De performances zijn nooit gedocumenteerd, wat een van de redenen is dat het werk van Valcárcel Medina weinig bekend is.

Bulegoa z/b, platform voor kunst en kennis in Bilbao, was door If I Can’t Dance uitgenodigd om in het kader van het Performance in Residence-programma onderzoek te doen naar Valcárcel Medina’s werken, die door hen direct bij werd betrokken. De kunstenaar doopte het programma om tot Performance in Resistance, overeenkomstig zijn overtuiging dat ‘performance is fixed in resistance, immutable’. Onder de noemer 18 pictures and 18 stories bracht Bulegoa z/b in samenwerking met If I Can’t Dance verschillende ‘vertellers’ bijeen (het Spaanse ‘contar’, betekent zowel tellen als vertellen) en vroeg hen te reageren op de foto’s van de re-enactments. De verhalenvertellers waren kunstenaars, uitgevers, schrijvers en anderen, allen min of meer vertrouwd met het werk van Valcárcel Medina. 18 pictures and 18 stories kreeg de vorm van een tour langs diverse internationale instituten, variërend van BNV Producciones in Sevilla en Tate Modern in Londen tot STUK/ M – Museum in Leuven. Gedurende een dag presenteerden de vertellers er hun repliek op de foto’s. Daarnaast verscheen 18 pictures and 18 stories als een boek.

Dit boek, een heropvoering van een heropvoering, is een object, zo stelt Miren Jaio van Bulegoa z/b. Beter nog kan de publicatie, in navolging van Valcárcel Medina, een actie worden genoemd. Door de uiteenlopende vormen waarin het narratief is gegoten word je als lezer gedwongen steeds een andere tactiek of leestechniek in te zetten, enerzijds om de tekst tot je door te laten dringen, anderzijds om het werk van Valcárcel Medina te begrijpen. De ene bijdrage bestaat uit een transcript van een publiek telefoongesprek (Pierre Bal-Blanc), een volgende biedt al pratend een re-enactment in een sprekend tableau vivant (Jaime Vallaure). Een derde verteller, Esther Ferrer, haalt herinneringen op aan een van haar acties in Parijs, waar ze in de jaren zeventig naartoe verhuisde vanwege het verstikkende politieke regime van Franco in Spanje.

Gekoppeld aan de foto van Hombres Anuncio werpt Dora García een scherp licht op diezelfde politieke situatie rond 1976. Toen was het stellen van vragen in Spanje gevaarlijk, het land werd beheerst door censuur, intellectuelen waren verdacht, vrouwen werden achtergesteld en homo’s werden openlijk geschoffeerd. In deze omstandigheden vroeg Valcárcel Medina de Madrilenen hun boodschap op een bord te krijten en ermee door de straten te lopen. Kunst was actie; net als het leven. Zelf geeft Valcárcel Medina aan dat die oproep om ‘kunst’ met het leven te laten vervloeien en niet met een hoofdletter te schrijven (‘I will not write art with a capital letter’, zoals hij ooit op het schoolbord schreef van een lokaal waar die middag een examen kunstgeschiedenis werd afgenomen) vandaag minder noodzakelijk is. García trekt daarentegen parallellen tussen de acties van Valcárcel Medina en het huidige politieke klimaat. Opnieuw is Spanje arm en berooid, aldus García. De vrijheid van meningsuiting en gender worden wederom bedreigd. Verwijzend naar de recente Indignados en Occupy-bewegingen merkt ze op dat de sandwichman terug is in de straten: ‘Again, we have things to say.’

Hoewel 18 pictures and 18 stories de huidige relevantie van het werk van Valcárcel Medina wil onderstrepen, documenteert het tegelijkertijd ook. Het creëert alsnog een historisch archief. Door zijn werk voor deze gelegenheid te ontsluiten legt Valcárcel Medina de structuren en institutionele conventies van de herinnering en het historiseren bloot. Waar tijdgenoten als Marcel Broodthaers of Joseph Beuys hun institutionele kritiek materialiseerden, documenteerden, en dus voor de vergetelheid behoedden, daar stelt Valcárcel Medina dat het verleden vergeten onontbeerlijk is voor het vertellen ervan. Wat is geweest kan slechts vergeten worden door het niet te herhalen.

18 pictures and 18 stories toont dan ook nieuw werk, dat de lezer tot actief lezen/leven aanzet. Als een actie in zichzelf levert het boek een geslaagde bijdrage aan de theoretische discussies inherent aan performancekunst, zoals de wrijving tussen feit en fictie, het moment en het document. Isidoro Valcárcel Medina mag protesteren tegen dergelijke documentatie, 18 pictures and 18 stories behoort hoe dan ook tot die objecten of acciones waar de huidige ‘lovers of performancia’, in zijn woorden, naar verlangen.

18 pictures and 18 stories Bulegoa z/b metIsidoro Valcárcel Medina. Performance in Resistance. If I Can’t Dance, I Don’t Want To Be Part Of Your Revolution, 2013

Ilse van Rijn

is kunsthistoricus

Recente artikelen