De schizofrene kunstscene van Istanbul
Onlangs werd ik door de mensen van kunstenaarsinitiatief De Service Garage gevraagd om mee te gaan naar Istanbul. Zij waren uitgenodigd om daar deel te nemen aan de kunstbeurs Tüyap Art Fair – ARTIST 2010, wat als onderdeel van een boekenbeurs ieder jaar wordt georganiseerd in een gigantisch congrescentrum net buiten de stad. Mijn taak was voornamelijk het werkproces van de kunstenaars te volgen tijdens hun korte verblijf en het werk wat ze speciaal voor de beurs maakten achteraf te documenteren. Aan de hand van mijn bezoek aan de beurs en de vele gesprekken met mensen uit de lokale kunstwereld kwamen er een aantal interessante zaken aan het licht.
Het was een vreemde gewaarwording, vooral vanwege het totale gebrek aan samenhang. Ergens verstopt in een hoekje, ver weg van de veelal smakeloze schilderijen die de rest van de beurs domineren, tonen zo’n twintig kunstenaarsinitiatieven hun werk. Je zou het bijna een soort mini KunstVlaai kunnen noemen. Onder de initiatieven bevinden zich onder andere 1646, Satellietgroep en Locatie Z uit Den Haag en PlanetArt, Groundmagazine, Palatti, P/////AKT en Stichting Zet uit Amsterdam. Daarnaast waren ook een aantal studenten van het Sandberg Instituut en de European Exchange Academy (EEA) gevraagd een bijdrage te leveren.
Hoewel het oorspronkelijke plan was initiatieven uit heel Europa uit te nodigen zijn uiteindelijk alleen de Nederlanders daadwerkelijk naar Istanbul gekomen. Dat is jammer, want het was interessant geweest om deze groeiende groep internationale initiatieven eens naast elkaar te zien. En zo waren er wel meer dingen jammer. Zoals het feit dat de mensen die zich in Istanbul daadwerkelijk met kunst bezighouden nauwelijks de moeite nemen om deze beurs te bezoeken. Vanwege de afstand, maar ook simpelweg omdat de beurs inhoudelijk gezien weinig te bieden heeft.
De Tüyap Art Fair blijkt representatief voor de kunstscene in Istanbul, die naarmate mijn bezoek vordert steeds kleiner en kleiner lijkt te worden. Hoeveel mensen houden zich überhaupt wezenlijk bezig met kunst in deze stad met zo’n 16 miljoen inwoners?
Ik vraag het aan Asena Günal. Zij is coördinator van DEPO, een platform voor hedendaagse kunst in de wijk Beyoğlu. Ze is al lange tijd actief in de Turkse kunstwereld en heeft de afgelopen jaren de opkomst van nieuwe galerieën en initiatieven in haar buurt van dichtbij gevolgd. Hoewel ze deze ontwikkeling uiteraard toejuicht blijft ze cynisch over de toekomst:
‘Er heerst hier een rare sfeer van schizofrenie. Er gaat ontzettend veel geld om in de kunsten, terwijl de gemiddelde inwoner van Istanbul hier geen enkel benul van heeft. Het kunstpubliek bestaat uit een kleine, geconcentreerde groep. Dat heeft te maken met een aantal factoren.
Ten eerste: kunstenaars moeten het hier niet hebben van subsidiegeld, maar puur van een kleine groep rijke investeerders, die de markt domineren en zo min of meer de norm dicteren. Ruimte en mogelijkheid om je op een andere manier te ontwikkelen is er bijna niet en kritiek wordt er maar mondjesmaat geuit. De enige echte kunstenaarsinitiatieven die er wel zijn worden over het algemeen levend gehouden door bijdragen van hun academie of ook door externe investeerders. Zo bestaat zelfs de vaste collectie van het Istanbul Modern grotendeels uit de persoonlijke verzameling van de Eczacıbaşı Group: een steenrijke familie die zijn oorsprong heeft in de geneesmiddelenindustrie. De Istanbul Biennale wordt vrijwel geheel gefinancierd door de Koç Holding, eigendom van de familie Koç. Onder leiding van de machtige Omer Koç, eigenaar van galerie Tanas in Berlijn, opent binnenkort de nieuwe galerie Arter. De eerste tentoonstelling bestaat vooral uit de persoonlijke selectie van Koç, waardoor ieder conceptueel raamwerk ontbreekt. De Culture and Art Bank Yapi Kredi, tevens eigendom van de Koç Holding, heeft in Istanbul meer geld en macht dan het ministerie van cultuur. Ze brengen ook een eigen magazine uit, genaamd Sanat Dünyamiz.
Politieke thema’s zijn nog steeds populair, maar veel kunstenaars die eerst hun werk bij de kleine initiatieven toonden laten ander, vaak minder interessant, werk zien in deze galerieën. Daar wordt het immers zichtbaar voor een totaal ander publiek.
Daarnaast is er een onoverbrugbaar gat tussen kunst en het volk. Begrippen als "installatie" of "curator" hebben in het Turks geen enkele betekenis. Mensen op straat hebben geen idee waar je het over hebt. Zelfs mijn intellectuele vrienden vinden hedendaagse kunst onbegrijpelijk. De aanslag die onlangs plaatsvond in galerie NON, waar beelden van Atatürk te zien waren, was dan ook helemaal niet op de kunst gericht maar puur op de schaars geklede dames die voor de deur hun cocktailtje stonden te drinken. Tophane is een religieuze, conservatieve buurt. De mensen hier zitten niet te wachten op dit soort nieuwe ontwikkelingen. Een direct gevolg van gebrek aan educatie. Op school wordt het kritisch vermogen op geen enkele manier geprikkeld. De focus ligt op decoratieve kunst. Videokunst wordt over het algemeen überhaupt niet gezien als kunst. Bovendien is er tegenwoordig veel kritiek op de kunstacademies. Dit alles maakt het voor jonge kunstenaars vrijwel onmogelijk zich nog te ontwikkelen als onafhankelijk kunstenaar. Veel van hun gaan dan ook niet meer verder na hun afstuderen.
Vanuit het buitenland, en dan met name Nederland, is er ontzettend veel aandacht voor projecten in Istanbul. Ik vraag me alleen af of dit geld wel op de goede plekken terecht komt. Zo was het Former West congres wat georganiseerd werd door de Nederlandse organisaties BAK en SKOR toch voornamelijk een onderonsje van internationale prominenten in de kunst. De reden dat er veel geld in deze kunst gepompt wordt is omdat de EU dat wil. Wellicht zou het geld anders naar hele andere zaken gegaan zijn.’
Tüyap Art Fair – ARTIST 2010, 30 oktober – 7 november 2010, is een pilot programma voor een veel grotere beurs die in 2011 in Istanbul wordt georganiseerd, in het kader van de samenwerking met Nederland. Nederlandse initiatieven kunnen dan, net als bij de Nederlandse KunstVlaai, zelf een voorstel indienen in plaats van dat ze worden uitgenodigd. Deze beurs zal tegelijkertijd plaatsvinden met de twaalfde Istanbul Biennale.
Lilian Bense