Karpatenexotica De houtdrukken van Gert en Uwe Tobias
Dit weekend (12 maart) opent in GEM in Den Haag een tentoonstelling met de grote, spectaculaire houtdrukken van de Roemeense tweeling Gert & Uwe Tobias. Metropolis M wijdde vorig jaar in nummer 4 al een artikel aan de broers Tobias.
Over succes niets te klagen. Gert en Uwe Tobias verkopen hun enorme houtdrukken via galeries in New York, Tokio, Keulen en Berlijn. Ze schitteren op de grote beurzen en exposeren steeds vaker in musea van naam, zoals het Hammer Museum in Los Angeles (2006), het MoMA New York (2008), en het Nottingham Contemporary van directeur Alex Farquharson. De jonge Roemeense tweeling, die hun halve leven al in Duitsland wonen, zijn overal waar ze opduiken een instant succes.
Met hun mix van folklore en kunst weet de tweeling de geest van de tijd kennelijk goed te treffen. Tegelijk werelds en bekrompen, globaal en lokaal, brengen ze een kunstmix die zich perfect naar elke gelegenheid of context voegt, zoals nu ook in deze METROPOLIS M, waar we de kunst tonen omdat ze op een licht provocerende wijze inwerkt op de in dit nummer opgenomen artikelen over etnologie en antropologie. Gert en Uwe Tobias zijn, zou je kunnen stellen, de hedendaagse culturele kameleons waar de geglobaliseerde kunstwereld van tegenwoordig vol van is.
De tweeling Tobias is geboren in Roemenië in een Duitstalig gebied, waar ze hun vroege jeugd doormaakten, zonder veel last te hebben van de communistische dictatuur van Nicola Ceausescu. Toen ze dertien waren vertrokken ze naar Duitsland, waar ze de kunstacademie van Braunschweig bezochten. Na afronding van hun studie besloten ze tijdelijk terug te keren naar hun geboortestreek, om zich te verdiepen in het folkloristische houtsnijwerk, waar het van oudsher bekend om stond.
De carrièrespurt van Gert en Uwe Tobias (1973) begon rond 2004 toen ze met de tentoonstelling Come and See Before the Tourists Will Do- the Mystery of Transylvania doorbraken in de Keulse galerie van Michael Janssen. Ze toonden er gloomy houtdrukken, die zwaar leunden op de toen alomtegenwoordige gothic-thematiek. Veel spooky figuren uit de schemerzone van de dood, van wie de tronies oplossen in de achtergrond op een Francis Bacon-achtige wijze. Graaf Dracula was hun grootste inspiratie. De in Transylvanië geboren tweeling zag in hem het perfecte motief om de verwording van hun ‘heimat’-cultuur mee aan te kaarten.
In Come and See Before the Tourists Will Do- the Mystery of Transylvania steken ze expliciet de draak met de wijze waarop de Roemeense regering bezig is de mythe van Transylvanië toeristisch te exploiteren. Ze nemen er afstand van door in te zoomen op de trashcultuur die om deze mythische figuur uit hun geboortestreek ontstaan is – zeg het Roemenië van de B-film. Tekenend wat dat betreft de verwijzing naar de film House on Bear Mountain in een titel van een houtdruk. In de film bespioneert Graaf Dracula samen met de Wolfman meisjes tijdens hun lessen op school. De meeste studentes zitten topless in de klas.
Toch is hun werk verre van moralistisch te noemen. In vergelijking met een jonge generatie Roemeense kunstenaars, die volop bezig is met de verwerking van de sociaal-culturele situatie in de jaren na de val van de dictatuur van Nicola Ceausescu, is het werk van de tweeling zelfs ronduit amoreel. Ze lijken de verwording van hun cultuur niet enkel te verwerpen, maar er ook van te profiteren. Ze dragen er zelfs aan bij. In plaats van een conservatieve reconstructie van hun Transylvanische wortels, bieden ze er een popculturele vertaling van.
Op vergelijkbare wijze gaan ze om met de geschiedenis van de westerse moderne kunst uit de eerste helft van de vorige eeuw, speciaal die uit Rusland van Kandinsky en El Lissitzky, waar Transylvannië nauw mee verbonden is. Hoewel er ook bewondering voor deze traditie in het werk doorklinkt, is het moeilijk anders te zien dan als een afrekening met het moderniteitsdenken waar deze kunst later voor is komen te staan. In hun overname van motieven uit de avant-garde klinkt het pleit door dat de moderne traditie zich meer bewust wordt van haar werkelijke bron in sagen en mythen.
Gert en Uwe Tobias zijn met hun vloeibare multiculturele identiteit de troetelkunstenaars van het tegenwoordige museumwezen. Ze fungeren als bruggenhoofd tussen culturen en tradities in museumcollecties die de nog altijd zwaar op de westerse moderne kunst steunen. In zekere zin hebben ze diezelfde rol ook in dit nummer (nummer 5-2010).
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M