Week van het kunstinitiatief
Het Apollohuis in Eindhoven was begin jaren tachtig mijn entree tot de kunstwereld. Als scholier heb ik er fantastische installaties gezien, bijvoorbeeld de met zaagmachines bespeelde gitaren van Remko Scha. Ik bezocht destijds ook al jaren het Van Abbemuseum, maar die eerste herinnering aan de onvoorspelbare dynamiek van het Apollohuis is pregnanter.
Nog steeds vindt de meeste vernieuwing in de kunst plaats in het kleine kunstinitiatief. In de media mogen de musea graag alle aandacht opeisen bij de beeldvorming rondom kunst, echte liefhebbers weten beter. Zij bezoeken bij voorkeur het kleinere kunstinitiatief waar nog iets te ontdekken valt. In deze brandpunten van artistieke energie wordt gewerkt zonder groot budget, verstikkende belangen en topzware agenda’s. De kunst oogt er fris en avontuurlijk.
In Nederland, misschien wel meer dan ergens anders in de wereld, is de onderlaag van de institutionele kunstwereld de grote vernieuwer die zorgt voor de aanwas van kunst waar ook de grote instituten op termijn van profiteren. Al direct bij hun opkomst in de jaren tachtig waren in de initiatieven grootschalige installaties te zien, lang voordat de musea zich eraan waagden. In de jaren negentig werden er de eerste vormen van relational aesthetics beproefd en besproken. Er werd discours geproduceerd, lang voordat musea hun aula’s ervoor open stelden, en cross-overs tussen disciplines verwezenlijkt, zoals ik ze tot op heden in musea niet heb gezien. In vervolg daarop zijn samenwerkingsverbanden gesmeed, die tot producties op onverwachte locaties hebben geleid.
Zonder de kweekbak van het kunstinitiatief is het een kwestie van tijd voordat de kunsttoevoer naar grotere kunstinstellingen opdroogt en het museum versteent tot bewaarplaats van louter gevestigde waarden en belangen.
Het is al lang niet meer zo dat elke talentvolle kunstenaar doorstroomt van initiatief naar museum. Sommige kunstenaars verkiezen de experimentele onderlaag boven de museale bevestiging. Met de groei aan plekken is dat ook geen enkel probleem Op aandringen van de Mondriaan Stichting is er hard gewerkt aan de professionalisering van deze onderlaag. Directeur Gitta Luiten heeft zich er afgelopen acht jaar als directeur van de Mondriaan Stichting sterk voor gemaakt. Ze heeft de budgetten verruimd, de regelingen aangepast en er onophoudelijk aandacht voor gevraagd.
Haar beleid is op lokaal niveau nagevolgd door meerdere gemeentes, waar ook verhoogde aandacht voor het kunstinitiatief is gekomen en volop in de professionalisering ervan is geïnvesteerd.
Het gevolg is dat er in Nederland onder de musea een gelaagd netwerk van hele kleine, iets grotere en nog grotere presentatie-instellingen is ontstaan waar kunstenaars steeds weer naar terugkeren voor speciale producties, ook al hebben ze intussen ook projecten in musea en galeries gerealiseerd. Gijs Frieling en Ad de Jong openen deze week in<url "http://www.waldenaffairs.nl/"> Walden Affairs in Den Haag, terwijl beiden ook veel in musea exposeren.
De signalen staan niet op gunstig voor het kleine kunstinitiatief in Nederland. De Mondriaan Stichting moet in haar nieuwe gedaante van het Mondriaan Fonds vanaf 2013 veertig procent van zijn budget inleveren en met het overgebleven geld veel meer taken uitoefenen. Voor directeur Gitta Luiten was die korting een belangrijke reden om terug te treden als directeur van het nieuw te vormen fonds. De kunstinitiatieven verliezen daarmee niet alleen een fors deel van hun budget maar ook een van hun belangrijkste promotors.
Ook op gemeentelijk niveau wordt er flink in het kunstbudget gesneden. Te verwachten valt dat de kleine initiatieven straks achteraan moeten aansluiten bij de verdeling van het geld, na de schouwburgen en de grote musea. Het doet vrezen voor de broodnodige innovatie en talentbegeleiding in de Nederlandse kunst.
Op het moment dat fondsen en gemeentes sleutelen aan hun beleidsplannen voor de periode 2013 en daarna, willen wij een week lang volop aandacht vragen voor het cruciale belang van het kleine kunstinitiatief. Komende dagen zullen er meerdere modellen besproken worden, steden belicht, centra uitverkoren. De Nederlandse kunstwereld kan niet zonder ze!
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M