Ik Een autobiografie
‘New Sincerity’ wordt het genoemd onder jonge romanschrijvers. In hun boeken zijn de schrijvers open en eerlijk over al hun problemen en gebreken, hun dromen en verlangens. Ook onder beeldende kunstenaars is deze vorm van autobiografie alomtegenwoordig.
Dave drinkt, hoest, rookt, laat winden. Dave valt, hikt, en zucht. Hij gedraagt zich monsterlijk, is gewelddadig, pathetisch, een wanstaltig figuur. Zijn enorme, lamlendige lichaam was deze zomer op de muren van de Londense Serpentine Gallery geprojecteerd. Er stond op geschreven: ‘love please’. Dave verlangt ernaar echt te zijn, zo legt zijn schepper, beeldend kunstenaar Ed Atkins uit. Ook al is Dave, die de hoofdrol speelt in Atkins’ Ribbons (2014), een door de computer gegenereerde avatar. De depressieve, vallende mens verbeeldt het protest tegen een neokapitalistische (kunst)wereld, in het leven geroepen door de blanke, westerse man, waarin iedereen het met alles eens moet zijn: thumbs up en ‘liken’ maar. Visueel vertoont de avatar verdacht veel overeenkomsten met Atkins zelf. ‘Ja’, bekent de kunstenaar, ‘Dave, dat ben ik ook zelf.’
Oprecht en eerlijk
De poging zich tot de werkelijkheid te verhouden op een manier die radicaal verschilt van de postmoderne, afstandelijke wijze lijkt alomtegenwoordig onder hedendaagse kunstenaars. Opvallend vaak treden ze naar voren als een amper verhuld ‘ik’. Waar de postmoderne auteur zich manifesteerde op spectaculair onpersoonlijke wijze, afstand nemend van de eigen persoon en dus van de realiteit, daar heroverweegt de hedendaagse kunstenaar deze distantiëring. Een nieuwe houding vis-à-vis de tijd en geschiedenis speelt hierbij een rol: er worden in de kunst geen voorbije beelden meer gereproduceerd vanuit de vaste overtuiging dat het ‘slechts’ beelden (of teksten) zijn die eindeloos verwijzen naar elkaar. Kunstenaars zijn actief en direct betrokken bij de wereld. Ze staan er middenin.
Sommige hedendaagse kunst neigt naar wat in de literatuur wel ‘New Sincerity’ wordt genoemd. De Amerikaanse schrijver David Foster Wallace (1962-2008), van wie enkele dagboeken werden tentoongesteld op de laatste Whitney Biennial in New York, wordt vaak aangehaald als de pionier en eerste woordvoerder van de beweging. In het essay E Unibus Pluram: Television and U.S. Fiction uit 1993 riep hij op tot een literatuur waarin de hedendaagse, platte, aan reclame en tv ontleende populaire beeldcultuur waarmee de huidige generatie is opgegroeid, onomwonden in het verhaal wordt geïntegreerd.
De snelheid en levendigheid – ‘the wow’ – die DFW in deze werken bespeurde komt tegenwoordig tot uiting in romans als Kapow! (2012) van Adam Thirlwell (1978), waarin een blowende en drinkende ik-persoon, net als Thirlwell een schrijver met twee boeken op zijn naam, op zoek gaat naar zijn persoonlijke rol in een revolutie die lijkt op de Arabische Lente. De tocht, waarin nauwelijks een verhaallijn valt te ontdekken, voltrekt zich in een ondefinieerbaar gebied, ergens tussen Londen, Caïro en een virtual reality. De queeste wordt beschreven in terzijdes, vaak ontworpen als kaligrammen – waarbij de vorm, een fles bijvoorbeeld, uiting geeft aan wat de tekst beschrijft: de historische achtergrond van het café waar twee personages zitten.
Deze commentaren en aanvullingen zijn slechts leesbaar als het boek wordt gedraaid. In romans als die van Thirlwell wordt de boventoon niet langer alleen gevoerd door de allegorie of de typisch postmoderne ironie, die het gapende gat toont tussen het geschrevene en de onderliggende betekenis. De kloof tussen het beeld en de werkelijkheid wordt verkleind en soms zelfs gedicht. Een veelvoud aan artistieke strategieën wordt hiertoe ingezet. Een van de meest in het oog springende, zowel binnen de literatuur als de beeldende kunst, is de herwaardering van vormen die traditioneel met de persoonlijke, eerlijke en echte beleving worden geassocieerd: de bekentenis en het dagboek, het zelfportret en de autobiografie.
LEES VERDER IN METROPOLIS M Nr 6-2014 ONZICHTBAAR & THE CURATED SELF
NU IN DE WINKEL, OF BESTEL BIJ [email protected] (€9,95 incl verzending)
Ilse van Rijn
is kunsthistoricus