I can feel it in my bones
Een danse macabre van Aleksandra Domanovic in Museum Boijmans Van Beuningen, mummies van Lucie Stahl in een Frankfurts museum, skeletten van elektriciteitsbuis van Renaud Jerez in een Berlijnse galerie: een jonge generatie kunstenaars stort zich op voorstellingen van de dood, in animistisch aandoende settingen. Vanwaar deze oplevende interesse in al dan niet dansende skeletten?
Een open deur: we hebben een complexe relatie tot de dood. Het is het zekere eindpunt van elk leven en toch willen we er liever niet te veel aan denken. Nieuwberichten bevatten een bijna eindeloze stroom aan doodsbeelden, maar toch maakt dat de dood niet bevattelijker. We worden constant gewezen op de maakbaarheid van ons lichaam en onze eigen verantwoordelijkheid het fit en gezond te houden, weg van die verduvelde dood.
Die complexe relatie tot de dood vindt ook zijn weg naar de hedendaagse kunst in de vorm van talloze skeletten, mummies, doden en half-doden. Deze figuren verblijven in een grijs gebied tussen aarde en hiernamaals alsof de kunstenaars de dood nog niet echt durven aan te pakken maar wel via een soort net nog levende doodsbeelden van mensen over dat heikele onderwerp willen spreken.
Anders dan de dansende skeletten uit vroege animatiefilms, die als enige attractie een eenvoudige horlepiep dansten, staan de hedendaagse half-doden volop in het leven. Zo dragen de skeletten van Aleksandra Domanovi? in Museum Boijmans Van Beuningen, geïnspireerd op de danse macabre in een houtsnede van Hans Holbein de Jonge, hippe kleding en zijn ze druk in de weer met scanners en 3D-printers. In Lucie Stahls tentoonstelling Bithumen (Neue Alte Brücke, Frankfurt) staat een mummie in de vorm van een Oscarbeeldje naast een zwanger exemplaar in de rij bij de toiletten, alsof ze zo op elk feestje te vinden zijn. Het zelfportret van Andra Ursuta als vacuüm getrokken mummie die onder het sperma zit is helemaal naakt op een paar Converse-schoenen na. Dit staat ver af van hoe skeletten in bijvoorbeeld De triomf van de dood, het schilderij van Pieter Bruegel de Oude uit 1562, mensen met bijlen en zeisen uit het leven kwamen slaan. Die skeletten drijven de spot met de domme of naïeve mens die het zicht op het wachtende einde kwijt is en daarom met harde hand gecorrigeerd dient te worden. Nee, dan de hedendaagse skeletten en mummies van Domanovi?, Stahl en Ursuta, die gaan gewoon door met werken en feesten, ook al zijn ze meer dood dan levend. Work hard. Play hard.
Ook de skeletachtige figuren van Renaud Jerez zijn tegelijk ten dode opgeschreven en ultramodern. Met zwarte, ronde brilletjes betreden ze het bionische domein van de cyborgs en zijn soms letterlijk met de bureaustoelen vergroeid. We sterven zoals we leven: zittend, werkend, de sportschoenen nog aan. Jerez neemt in zijn beelden en video’s de talloze industrieën en producten onder de loep die erop gericht zijn ons lichaam te onderhouden, beter te maken, weg te houden van de dood. Maar bij zijn figuren ontbreekt soms een hoofd, ze hebben geamputeerde ledematen of dragen windsels. De levendigheid en gezondheid die sport en slimme voeding beloven hebben de aftakeling niet kunnen afwenden. Goji, açaí en chia ten spijt; ondanks de totale lichamelijke maakbaarheid die we nu kennen wordt ook dit bionische maaksel gewoon oud en gaat het uiteindelijk dood. De moderne vanitas verschilt in die zin niet eens zo wezenlijk van de oude.
LEES VERDER IN METROPOLIS M Nr 5-2015 PALEO & THE CERAMIC TURN. NU IN DE WINKEL OF BESTEL: [email protected] (€9,95 incl verzending)
Maaike Lauwaert