Buren, Blue Skies Forever
Playground 2017 Wars van de reguliere programmatie
De elfde editie van Playground vindt van 16 tot 19 november plaats in het Leuvense Museum M en Kunstencentrum STUK. Zoals vanouds schuift het festival een bont allegaartje van kunstenaars naar voren die zich niet aan één discipline wensen te binden. Metropolis M gaat in gesprek met curator Eva Wittocx.
Ive Stevenheydens: De eerste editie van Playground vond plaats in 2007. Hoe groeide het evenement over de jaren en hoe zie je het evolueren?
Eva Wittocx: De eerste drie jaar was het een negen- à tiendaags festival dat in STUK plaatsvond. Hoewel er vooral naar het performanceveld gekeken werd vanuit de beeldende kunsthoek, was er ook aandacht voor podiumkunsten en projecten vanuit theater en dans. Onder andere door de komst van museum M, maar evengoed door de evoluties in het veld van de live art, heeft het festival rond 2010 iets meer focus gekregen: het werd specifieker en meer experimenteel. Als locatie kwam het museum erbij, en de periode werd samengebald tot vier dagen. De museumruimtes vormen voor dit experimentele veld van performance of live art een ideale aanvulling voor de eerder op podiumkunsten gerichte ruimtes van STUK. In tien jaar groeide het festival uit tot een vaste waarde in het specifieke veld waarin het opereert, met telkens tal van coproducties en een trouw en internationaal publiek.
Vanuit welke noodzaak ontstond Playground destijds en wat is de relevantie voor het festival vandaag, zowel voor Leuven als daarbuiten?
STUK lanceerde Playground als festival rond performancekunst vanuit de vaststelling dat er een internationale beweging opstond, met verscheidene kunstenaars – zowel uit de beeldende kunsten als de podiumsector – die alsmaar vaker over de muurtjes tussen de disciplines heen keken. Hun praktijk werd hybride genoemd, hun werk liet zich niet voor één gat vangen. In Vlaanderen bestond er in 2006 nog niets dat dit prille veld in kaart bracht, in Europa nauwelijks. Alleen in New York had je het jaar voordien al de eerste editie van Performa gehad. Het was braakliggend terrein, dat zich in de jaren nadien in razend tempo ontwikkeld heeft. Door de jaren heen heeft Playground heel wat kunstenaars kansen gegeven om nieuwe projecten in een gepast kader te produceren en te presenteren. Het heeft zichtbaarheid gegeven aan vaak fragiele en experimentele projecten en kunstenaars, en hen binnen een internationaal netwerk ingebed. Het festival heeft de afgelopen jaren een professioneel en internationaal publiek opgebouwd. Ook kunstenaars, makers en programmatoren uit de regio wisten bovendien herhaaldelijk de weg naar het festival te vinden.
Op basis van welke criteria zijn de kunstenaars en projecten voor deze editie van Playground geselecteerd?
Het gaat steeds om kunstenaars die elementen van kunstdisciplines combineren en uitgaan van een interesse in een live element of ervaring. De criteria zijn min of meer hetzelfde gebleven door de verschillende edities van het festival heen. Het festival vindt nog steeds bij STUK en Museum M plaats, en de focus van het festival is precies deze boeiende zone tussen beeldende kunst, het werken met objecten in een tentoonstellingsruimte, en podiumkunsten, het werken met subjecten die verhalen en/of ervaringen op een podium brengen. Beide plekken zijn complementair, zowel in ruimtes als in tijd. Zo is Museum M voornamelijk overdag en doorlopend open en presenteert STUK een avondprogramma.
Naar wie of naar welke projecten kijk je zelf het meeste uit?
Ik kijk zelf uit naar onder meer Agnes Geoffray. Zij brengt een performance van enkele minuten en daarnaast tonen we ook een film. Maar ik zie ook uit naar het werk van Julian Weber en naar Cally Spooners vierdaagse marathon waar vijftien personen aan deelnemen.
Al sinds het eerste jaar toont Playground performances en werken van de wijlen kunstenaar Guy de Cointet. Dit jaar wordt zijn laatste, nooit opgevoerde performance The Bridegroom Suites uitgewerkt door drie jonge kunstenaarsduo’s. Wat is het belang van zijn werk?
Guy de Cointet weet op unieke wijze taal, vorm en kleur te combineren in zijn kunstwerken en vooral in zijn performances waarin deze tot leven komen. Ze hebben meerdere betekenislagen, refereren zowel naar literatuur, soaps, high en low art, zijn absurd en filosofisch van inslag. Hij is een voorloper van en een inspiratie voor heel wat jonge kunstenaars vandaag.
Met deze editie lanceert Playground een publicatie met een overzicht van tien jaar werken. Wat mogen we daarvan verwachten?
In beeld, maar ook in korte teksten komen alle projecten van de afgelopen tien jaar aan bod. Die zijn voornamelijk geschreven door de deelnemende kunstenaars en bezoekers van Playground doorheen de jaren. Daarnaast is er een gesprek tussen Steven Vandervelden, artistiek directeur van STUK, en mijzelf in opgenomen.
Wat biedt de toekomst voor Playground?
Het evenement bespeelt nog steeds een zeer boeiend veld, waarbinnen kunstenaars projecten ontwikkelen die moeilijk binnen reguliere programmaties een plaats vinden. We gaan dus zeker nog even verder met Playground.
Playground, Museum M en STUK, Leuven, 16.11.2017 – 19.11.2017
Deelnemende kunstenaars en projecten van kunstenaars: Falke Pisano (NL), Cally Spooner (UK), Helena Dietrich (DE) i.s.m. Janneke Raaphorst (NL), Julien Prévieux (FR), Agnès Geoffray (FR), Zhana Ivanova (NL), Benjamin Seror (FR) & The Masks, Julian Weber (DE), Guy de Cointet (FR), Fabrice Samyn (BE), Cécile B. Evans (BE/US), Dominique Guilliot (FR), buren (BE), Naufus Ramírez-Figueroa (GT), Meryem Bayram (BE/TR).