Pierre Huyghe: UUmwelt, Installation view, Serpentine Gallery, London, (3 October 2018 – 10 February 2019). Copyright readsread.info. Courtesy of the artist and Serpentine Galleries
Voorbij de mens in de door vliegen geteisterde microkosmos van Pierre Huyghe
Na het succes van documenta13 breidt Pierre Huyghe zijn zichzelf organiserende ecosystemen verder uit. In de tentoonstellingsruimte van de Serpentine Gallery in Londen zijn het de hersenactiviteit van de bezoeker (gescreend op videoschermen) en zwermen vliegen die de tentoonstelling maken. Geheel in lijn met het gedachtegoed van Object Oriented Ontology-denkers.
Voor de entree van de tentoonstellingsruimte hangt een hor, nogal eigenaardig voor een galerie, maar broodnodig zo blijkt. Honderden zo niet duizenden vliegen zweven door de ruimte. Ze zoemen langs je oren, blijven op je zitten en plakken onder je schoenen. Ze zitten overal: op de muren, op de bezoekers, op de kunstwerken en platgestampt op de vloer.
In de Serpentine Galleries in Londen is nu UUmwelt te zien, de nieuwste solotentoonstelling van Pierre Huyghe te zien. Het is een eigenaardige tentoonstelling, waarin Huyghe de white cube van Serpentine heeft omgetoverd tot een speculatief ecosysteem. De videowerken in de ruimte tonen beelden van menselijke hersenactiviteit dat is vertaald naar plaatjes die gedurende de tentoonstelling voortdurend in ontwikkeling zijn,met behulp van AI. Dit complexe ecosysteem dat door Huyghe is geïnitieerd, blijft zich zelfstandig voortbewegen en raakt aan ingewikkelde filosofische concepten. Het is een surreële tentoonstelling die het speculatieve serieus neemt evenals de ‘agency’ van de deelnemende objecten, wat resulteert in een interessante, nieuwe en muf-ruikende vormentaal.
Door de ruimte zijn vijf grote lcd-schermen geplaatst die beelden van het binnenste van het menselijk brein tonen, en dan doel ik niet op beelden van een CT-scan of MRI. Voorafgaand aan de expositie wordt iedereen gevraagd om aan een specifieke situatie te denken, en die gedachten worden stuk voor stuk gereconstrueerd door een “deep neural network”. Ze resulteren in de beelden die op de schermen te zien zijn. Deze beelden zijn in constante staat van constructie, waardoor het video’s lijken. Maar in dit geval worden ze beïnvloed door externe factoren zoals het licht (wat zeer gedimd is), temperatuur en de aanwezigheid van de vliegen en bezoekers. Het resultaat lijkt op een lsd-trip en werkt net als de drug stimulerend op het brein: je fantasie gaat alle kanten op. Zo lijkt het ene scherm een soort aap of kokosnoot te tonen met een verscheidenheid aan oogkassen, en het andere een vogel, of een persoon op een paard. Het is een hypnotiserende ervaring. En er wordt voortdurend aanzet gegeven tot nieuwe fantasieën en interpretaties.
De ruimte waarin de installatie wordt getoond, heeft naast de vliegenhorren, ook andere transformaties ondergaan. Zo zijn sommige delen van de muren geschuurd (een ouder werk van Huyghe), waardoor er organische vormen met gekleurde omlijningen tevoorschijn komen: de vele lagen van vorige tentoonstellingen zich laten zien. Het schuursel van de muren ligt gewoon op de grond, alsof de werklui even met koffiepauze zijn en zo de klus weer oppakken.
[blockquote]Huyghe is schepper van een tijdelijk ecosysteem waaruit de complexiteit groeit en dat hij vervolgens loslaat. De notie van de kunstenaar verandert daarmee van een genie, orakel of ziener, naar een tijdelijke componist die er na een speculatieve interventie niet meer toe doet
UUmwelt is net als veel van Huyghe’s andere werk gebaseerd op speculatieve modellen. Hij creëert omgevingen die vaak complexe systemen vormen waar meerdere onafhankelijke ‘agenten’ zichzelf organiseren en samen ontwikkelen in een dynamisch en onvoorzienbaar vlechtwerk. De speculatieve situatie bestaat uit de onderdelen die in de ruimte te zien zijn en die vervolgens zelfstandig uitdijen en transformeren. Deze onderdelen noemt Huyghe ook wel ‘markers’ en komen vaak uit verschillende contexten en tijden. Door de voortdurende ontwikkeling binnen de ruimte, dat is losgeweekt van de directe invloed van de kunstenaar, wordt de tentoonstelling op onvoorspelbare en onomkeerbare wijze veranderd. UUmwelt voelt minder statisch aan dan de gebruikelijk vorm van tentoonstellen, waarbij de bezoekers in een rij langs de muren lopen. Hier voelt de gecreëerde ruimte veel organischer en dichterbij het leven zelf, wat verfrissend is voor een tentoonstellingsruimte zoals deze. De vliegen stimuleren de bezoeker tot onconventionele bewegingen in de ruimte; je slaat ze weg, stampt ze dood en vlucht zelfs voor ze. Ze zijn een irriterende en schurende factor, wat prettig contrasteert met het conventionele gevoel van de veilige witte doos van een museum of galerie.
Een belangrijk thema dat ten grondslag aan de tentoonstelling lijkt te liggen, is tijd. Dat wordt allereerst duidelijk door de vliegen. De tentoonstellingsvloer ligt bezaaid met dode vliegen, hun pootjes gekruist in de lucht of platgestampt op de vloer. De geur in de ruimte is overigens precies zoals je denkt dat vliegen ruiken, erg muf met een tikje verderf. Kijkend naar de daklichten zie ik dat de vliegen eitjes hebben gelegd op de horren met daaromheen kruipende larven. De korte levenscyclus van de vliegen leent zich uitstekend voor het uitlichten van het thema tijd: elke fase in het leven van de vlieg is zichtbaar in één ruimte.
Huyghe laat zien wat voor nieuwe esthetische vormentaal ontstaat wanneer je de ideeën van Object Oriented Ontology serieus neemt
Tijd wordt ook benadrukt door de beelden op de lcd-schermen. De verbeelde gedachtes streven door en ontwikkelen op een instabiele wijze, zonder dat duidelijk wordt wat het verleden, heden of toekomst is, zonder een ‘eindgedachte’. Daarnaast duiden de geschuurde plekken op de muren op een andere temporaliteit, namelijk die van voorgaande exposities. Het verleden ligt onverschillig als een hoopje schuursel op de grond, terwijl de omtrekken op de muur als een soort archeologische opgraving naar het verleden verwijzen. Al deze vormen van temporaliteit zorgen voor een vervreemdend gevoel, waarin tijd iets ongrijpbaars wordt en het benadrukt de instabiliteit van het ecosysteem dat Huyghe in de ruimte heeft geïnitieerd. De toevalligheid dat alle elementen teistert maakt de tentoonstelling tot een ruimte ‘in wording’ in plaats van een ruimte die enkel ‘is’ als een gegeven feit.
De ecologie die uit Huyghe’s interventie voortkomt is een wisselwerking tussen organische, biologische en technologische elementen die allemaal dezelfde waarde en agency hebben, met elk hun eigen intelligentie. Al deze elementen zijn met elkaar verbonden door verschillende processen, zonder dat er een duidelijke hiërarchie bestaat. De praktijk van Huyghe lijkt daarmee in lijn te staan met de filosofische ideeën van ‘Object Oriented Ontology,’ ook wel bekend als OOO. Deze beweging, met denkers zoals Timothy Morton en Graham Harman, probeert verder te kijken dan correlationism wat refereert aan de gedachte dat dingen alleen kunnen bestaan in relatie tot het menselijk brein of taal. OOO stelt tegen het antropocentrisme in dat de wereld niet om de mens draait en dat er geen onderscheid is tussen menselijke en niet-menselijke vormen van bestaan en er zelfs geen distinctie te maken valt tussen natuur en niet-natuur. OOO kijkt naar de realiteit, agency en innerlijke wereld van objecten, zowel menselijk en niet-menselijk, die allemaal samenkomen onder de noemer ‘object’, vandaar de naam. Hoewel sommige artikelen met OOO aan de basis, af en toe bijna komisch kunnen overkomen, biedt Huyghe’s interpretatie ervan radicale en fantasierijke handvatten om voorbij de dominantie van het menselijk subject te denken en daarmee de positie van de mens, zeker in relatie tot het klimaat, te overdenken.
Met OOO op de achtergrond, verwijst Huyghe met de tentoonstellingstitel naar de Baltisch-Duitse bioloog Jakob von Uexküll die in het begin van de twintigste eeuw het begrip Umwelt in de wereld bracht, wat zoiets betekent als ‘omgevings-wereld’. Volgens Uexküll is elke cel en levend wezen een agent die zijn eigen omgeving creëert. Een omgevings-wereldwereld bestaat dus altijd uit een verscheidenheid aan subjectiviteiten en meerdere elementen. Deze elementen zijn ook wel dragers van betekenis of ‘marks.’ Voor Huyghe speelt deze Umwelt niet alleen een belangrijke rol in de tentoonstelling met soortgelijke naam, maar geldt het als een belangrijk principe voor meer van zijn praktijken, waarin hij een verscheidenheid van omgevingen creëert met daarin verschillende ‘objecten’ die ontvangen en reageren en waarin de mens niet het middelpunt is maar juist onderdeel wordt van de omgeving.
De consequenties voor zijn artistieke praktijk zijn vrij drastisch. Het is moeilijk aan te wijzen waar de hand van Huyghe stopt en het verloop van natuur en technologie verder gaat. Hij spreekt dan ook liever over objecten als ecosystemen en habitats en hanteert een relationele manier van denken om tot zijn werk te komen. Wat daaruit voortkomt is een inventaris van objecten die een grondlijn vormen, het startpunt. Vanuit dit startpunt groeien de elementen zelf voort. Het idee van de white cube wordt daarmee vervangen door dat van een habitat. Huyghe is schepper van een tijdelijk ecosysteem waaruit de complexiteit groeit, dat hij vervolgens loslaat en het zo voorbij het Antropoceen probeert te duwen. De notie van de kunstenaar verandert daarmee van een genie, orakel of ziener, naar een tijdelijke componist die er na een speculatieve interventie niet meer toe doet.
UUhmwelt staat voor een omkering van binnen naar buiten. Niet alleen zijn de vliegen die normaal buiten zweven met grote getalen naar binnen gehaald, maar ook de processen en gedachtes die zich normaal aan de binnenkant van je hoofd afspelen, zijn naar buiten vertaald in de vorm van hypnotiserende beelden. Ook de lagen van tijd en de expositie-geschiedenis van de Serpentine Galleries is van binnen naar buiten zichtbaar gemaakt. Dwalen door de ruimte verandert jouw gevoel als mens. Het resulterende ecosysteem waar Huyghe de aanzet toe heeft gegeven, staat symbool voor wat er op onze aarde gebeurt en kan worden ervaren op een veel kleinere schaal. Je wordt je ervan bewust wat voor invloed jij als mens op jouw omgeving hebt en vice versa.
Huyghe is de schepper van deze microkosmos. Het binnentreden van deze kosmologie is alsof je een andere, speculatieve dimensie of zelfs realiteit instapt, van buiten naar binnen, waarin alle zogeheten objecten op gelijke voet staan: een ervaring die een vrij surreëel en bizar gevoel achterlaat. Huyghe laat daarmee zien wat voor nieuwe esthetische vormentaal ontstaat wanneer je de ideeën van OOO serieus neemt en onvoorspelbaarheid en onbepaaldheid de vrije loop laat en maakt hem daarom tot een van de grote beloftes van deze tijd.
Pierre Huyghe – UUmwelt, Serpentine Gallery, Londen, t/m 10.02.2019
Corine van Emmerik
is kunsthistoricus