Ruangrupa, foto Gudskul Jin Panji
De methode ruangrupa – ‘Wir werden die Documenta neu definieren’
Het Indonesische kunstenaarscollectief ruangrupa wordt artistiek leider van de komende documenta 15. De door hen verzorgde Sonsbeek 2016 lijkt doorslaggevend te zijn geweest bij hun benoeming. Wat is de methode ruangrupa, die hen nu zoveel succes brengt?
Lees de Duitse kranten en je komt stukken tegen waarin de journalist, zoals Kolja Reichert in FAZ, denkt dat de benoemingscommissie, onder wie Van Abbe-directeur Charles Esche, gek geworden is door na de fel bekritiseerde documenta 14 in zee te gaan met een volkomen onbekend Indonesisch collectief dat de beladen geschiedenis van deze grote wereldtentoonstelling nauwelijks kent. De benoeming is in zijn ogen uiterst gewaagd, maar toch iets minder uniek dan door de organisatie gesuggereerd. Reichert stelt dat er eerder al collectieven verantwoordelijk waren voor de organisatie van grote tentoonstellingen, zoals ook sociale modellen vaker zijn geëxploreerd. Het is te hopen dat de ‘zeer sympatieke’ curatoren met ‘interessante vragen’ gaan komen, concludeert hij in zijn commentaar.
Sebastian Frenzel in Monopol klinkt minder sceptisch. Hij ziet in de benoeming een bewijs dat de tendens om deze grote tentoonstelling te openen naar de wereld doorgezet wordt, zonder te vervallen in de etno-folklore, waarvan documenta 14 door sommige critici werd beticht. Frenzel verheugt zich op het nieuwe model dat ruangrupa als collectief van ongeveer tachtig kunstenaars, curatoren en wetenschappers naar Kassel gaat brengen, om daar ‘het potentieel van de gemeenschap, zowel in economisch opzicht als ten aanzien van ideeën, kennis, programma en innovatie’ te gaan benutten.
Süddeutsche Zeitung sprak in Kassel met de twee afgevaardigden van het collectief: Ade Dawarman en Farid Rakun. Ze tonen zich ambitieus: ‘Wir werden die Documenta neu definieren.’ Als interviewer Catrin Lorch stelt dat het nog maar ruim drie jaar is voordat de tentoonstelling open gaat, grappen ze dat ze dan maar snel een Indonesisch Restaurant moeten gaan openen in de stad. Om daar serieuzer aan toe te voegen dat het erom gaat dat ze in ‘de bestaande systemen weten binnen te dringen’. Ze zullen in samenhang met de omgeving opereren, niet zozeer op symbolisch niveau en niet alleen op plaatsen voor kunst maar misschien ook in, bijvoorbeeld, ziekenhuizen.
Bij de benoeming van ruangrupa is de ervaring die dit collectief in Arnhem heeft opgedaan als curator van Sonsbeek 2016 doorslaggevend geweest, zo laat medebenoemingscommissielid Philippe Pirotte weten aan de Süddeutsche Zeitung. In Arnhem hebben ze laten zien hoe ze een grote manifestatie weten te verbinden met allerlei sociale programma’s die het grote publieksevenement vervlechten met de stad en zijn bewoners.
Omdat Arnhem bij deze benoeming zo belangrijk was, herplaatsen we hierbij het portret dat Kerstin Winking van ruangrupa voor Metropolis M schreef, in de zomer van 2016 na ze meerdere keren in Arnhem te hebben bezocht.
Het ruangrupa netwerk
Voor een sociaal, activerend en begripsvol Sonsbeek
Het veertig leden tellende collectief ruangrupa uit Indonesië zet deze zomer Arnhem op z’n kop, in het kader van de grote buitenkunstmanifestatie Sonsbeek 2016. Al maanden houden ze openbaar kantoor in het ruruhuis, waar Kerstin Winking tijdens de voorbereiding een paar keer op bezoek ging om met enkele leden uit het collectief te spreken over hun eigenzinnige opvatting over de rol van kunst in de samenleving.
Enkele maanden geleden fietste Jan Willem Westendorp door Arnhem tot hij plotseling een oproep zag die hem aansprak: ‘From competition to compassion’. In gele plakletters stond dit geschreven op het raam van het ruruhuis, dat afgelopen herfst door ruangrupa in het centrum van Arnhem werd geopend. Toen Westendorp stopte om naar binnen te kijken, kwam de kunstenaar Reinaart Vanhoe naar buiten en legde uit dat het ruruhuis een tijdelijke dependance van ruangrupa is, een in Jakarta gevestigd collectief van curatoren, architecten, kunstenaars, muzikanten en anderen, dat de programmering van Sonsbeek 2016 verzorgd.
ruangrupa werd in 2000 door de kunstenaars Ade Darmawan, Hafiz Rancajale, Ronny Agustinus, Oky Arfie, Lilia Nursita en Rithmi Widanarko opgericht in Jakarta. Het militaire regime van Soeharto in Indonesië was in 1998 aan zijn einde gekomen en dit opende nieuwe mogelijkheden voor artistieke activiteiten in Jakarta. Sindsdien heeft ruangrupa verschillende festivals en kunstevents in Jakarta bedacht en geproduceerd en deze als kunstenaarscollectief wereldwijd tentoongesteld. De antropoloog Nuraini Juliastuti wees er in een recente tekst op dat de jeugdcultuur in Indonesië tijdens de reformasi (ofwel de post-Soeharto periode)1 ongekende vrijheden kreeg. ruangrupa valt daar min of meer mee samen.2 Ondanks deze jeugdige spirit is het collectief inmiddels een goed gestructureerde organisatie. In Arnhem sprak ik met Indra Ameng en Ade Darmawan, twee van de curatoren van Sonsbeek 2016, over de typerende werkwijze van ruangrupa.
Indra Ameng kwam in 2001 uit de alternatieve muziekscene als projectcoördinator bij ruangrupa. Hij vertelt dat er in het snel gegroeide collectief drie generaties leden telt; leden die zich in de periode 2001-2005, de periode 2005-2011 en na 2011 hebben aangemeld. Als kunstenaarscollectief heeft ruangrupa deelgenomen aan internationale tentoonstellingen in Gwangju, Istanbul, Singapore, Utrecht, Brisbane en Sao Paulo. In Jakarta organiseerden ze onder andere Jakarta 32°c, het OK Video Festival en zijn ze nauw betrokken bij de Jakarta Biënnale, waarvan Darmawan sinds 2009 artistiek directeur is en sinds 2013 ook de zakelijke leider. Naast Sonsbeek bereidt ruangrupa op dit moment onder andere ook een bijdrage aan de Aichi Triënnale in Japan voor.
ruangrupa’s relaties met de Nederlandse kunstscene zijn talrijk en bestaan al lang. Darmawan heeft eind jaren 1990 een residentie aan de Rijksakademie gedaan; ruangrupa zit in het door Nederlandse fondsen gesponsorde Arts Collaboratory netwerk; Charles Esche, directeur Van Abbemuseum in Eindhoven, was een van de curatoren van de Jakarta Biënnale 2015; ruangrupa is verbonden als onderzoeker aan CASCO in Utrecht; Asep Topan volgt momenteel de curatorenopleiding van de Appel in Amsterdam. Sonsbeek 2016 is echter het eerste grote kunstevent dat ruangrupa buiten Indonesië organiseert. Voor de groep biedt het de kans om hun methodiek buiten Jakarta op grote schaal toe te passen.
Alles in overleg
Bij ruangrupa verloopt alles zoveel mogelijk collectief. De artistieke directie van Sonsbeek 2016 ligt in de handen van zeven leden: Darmawan, Hafiz, Ameng en Reza Afisina zijn afkomstig uit de eerste generatie, Farid Rakun en Mirwan Andan uit de tweede en Ajeng Nurul Aini uit de derde. De beslissing voor Sonsbeek 2016 werd niet overhaast gemaakt. Intensieve discussies gingen eraan vooraf, zowel onderling binnen het collectief als met de jury in Nederland. Van alle kanten werd er gewaarschuwd voor de verschillen tussen Arnhem en Jakarta, maar ruangrupa heeft zich niet laten afschrikken en de jury kunnen overtuigen van hun visie op de rol van kunst in de publieke ruimte.
Het collectief staat bekend om hun participatieve en sociaal-geëngageerde benadering die gebaseerd is op onderzoek naar de stedelijke omgeving waarin de activiteiten plaatsvinden. De uiteenzetting met het begrip sculptuur, waar Sonsbeek zich in historische zin mee heeft bezig gehouden, heeft nooit een cruciale rol gespeelt in de praktijk van ruangrupa waarin eerder de verkenning van ideeën rond publiek, ruimte en de context van de stad centraal staan. Dat zal ook in Arnhem zo zijn. Sonsbeek 2016 is een tentoonstelling die zich uitstrekt over de gehele stad, het museum en uiteraard het Sonsbeekpark. Deze spreiding spiegelt ruangrupa’s visie op de stad, die is gebaseerd op de aanname dat de ervaring ervan altijd fragmentarisch is.
Transaction is titel en thema van de tentoonstelling in Arnhem. Terwijl een transactie meestal als een zakelijke actie gezien wordt, geeft ruangrupa de voorkeur aan een meer poëtische en filosofische definitie van het woord. De transacties in Arnhem betreffen de uitwisseling van verhalen, kennis, ideeën en geschiedenissen, die door de kunstenaars met hun werk moeten worden aangejaagd. ‘In het begin vroegen mensen in Arnhem ons weleens een beetje angstig of er wel sculpturen te zien zullen zijn’, vertelde Darmawa. Ongetwijfeld, maar het accent zal liggen op transacties van mens tot mens. Aan de kunstenaars is gevraagd om in te spelen op vragen die ruangrupa belangrijk vindt, zoals: wat is de rol van kunst in de huidige samenleving, en wat heeft het werk met ons leven te maken?
Open-mind
In Arnhem probeert ruangrupa dezelfde open-mind methode in te zetten als in Jakarta, door de toegang aan het project laagdrempelig te maken en zoveel mogelijk lokale organisaties erbij te betrekken. In het Sonsbeekpark is nieuw, site-specific werk te zien. In het museum en op diverse plekken in de stad komen installaties, interventies, muurschilderingen of performances. Sommige kunstenaars zijn gelinkt aan instellingen zoals Focus Filmtheater, het kunstenaarscollectief Motel Spatie, het kunstinitiatief Code Rood en het theater en dansproductiehuis General Oost. Met de meeste uitgenodigde kunstenaars, heeft ruangrupa in het verleden al een keer samen gewerkt.
Een van de oudste samenwerkingspartners van ruangrupa is Jatiwangi art Factory (JaF), een collectief uit het stadje Jatiwangi in West Java, waar ik drie jaar gelden op bezoek ben geweest. Het collectief heeft zich tot doel gezet om via hun kunstinitiatief invloed te hebben op het bestuur van Jatiwangi, en de stad een culturele impuls te geven, zodat niet alle jonge mensen vertrekken om in de metropolen het geluk te zoeken. JaF is gehuisvest in een fabriek voor dakpannen en beschikt over een eigen woon-, werk en tentoonstellingsruimte. Er worden regelmatig bijeenkomsten georganiseerd waaraan bewoners en bestuurders van de stad in discussie gaan over de toekomst ervan. Jatiwangi trekt inmiddels ook bezoekers vanuit de hele wereld, kunstenaars, antropologen of onderzoekers die geïnteresseerd zijn in de rol die kunst in de samenleving kan spelen.
Arie Syarifuddin van JaF vertelt dat het collectief voor Sonsbeek een ‘mobiele sculptuur’ heeft bedacht. De sculptuur is in vele opzichten een hybride. Formeel zal het een kruising zijn tussen een buraq, een fabelwezen uit de islamitische mythologie, een odong odong, in Indonesië is dat een populair rijdend kindercarrousel, en een Nederlandse bakfiets. Het is de bedoeling dat het publiek met deze Paksi Humanimal door het park en liefst ook door de stad gaat rijden, maar daar heeft JaF nog geen vergunning voor. Paksi Humanimal wordt grotendeels in Jatiwangi vervaardigd en is momenteel onderweg naar Arnhem, waar het bij aankomst de final touch krijgt. Syarifuddin verklaart dat vehikels die geïnspireerd zijn door de buraq in West-Java net als de odong odong ingezet worden bij festiviteiten zoals bruiloften of oogstfeesten.
ruruhuis
ruangrupa is al een jaar geleden begonnen met het inrichten van een eerste ontmoetingsplek in Arnhem. Het ruruhuis in het hartje van de stad is gemodelleerd naar ruangrupa’s huisvestiging in Jakarta en heeft meerdere functies tegelijk. ‘Ons huis daar heet ruru’, vertelt Ameng. Sinds de opening in juni 2015 tot aan de opening van Sonsbeek 2016 is altijd tenminste een lid van het curatorenteam aanwezig in Arnhem om daar te werken en het vertrouwen van de burgers te winnen. Iedereen mag langskomen, er wordt soms samen gekookt en gegeten, workshops gegeven of een tentoonstelling met werk van kunstenaars uit de regio getoond. De Nederlandse kunstenaar Reinaart Vanhoe runt het ruruhuis in samenwerking met een team van jonge mensen.
Ook constructieve kritiek kan men er kwijt. Ameng stelt optimistisch dat ruangrupa gelooft dat er altijd potentieel voor het goede is. Maar hij weet van de scepsis die er is over hun sociaalgeïnspireerde benadering van de manifestatie. Darmawan vertelt me dat hem tijdens zijn verblijf in Kopenhagen voor zijn werk aan de tentoonstelling opviel dat er in het Westen veel angst is voor het vreemde. Hij noemt het voorval met een taxichauffeur die tegen hem zei dat de vluchtelingen uit Denemarken moeten wegblijven. De kunstenaar brengt dit in samenhang met een beperkte wil tot delen en de angst iets te moeten inleveren. Verstandiger lijkt het hem het nieuwe als een verrijking te zien. Jatiwangi vindt hij een goed voorbeeld van een locatie waar mensen met diverse achtergronden op organische wijze samenleven.
Een indrukwekkende opmerking die Darmawan tegen me maakt komt als ik vraag of hij denkt dat ruangrupa’s Sonsbeek project slaagt. ‘Wij komen uit een cultuur die uitgebuit en gekoloniseerd werd, maar wij zijn rijk van geest. Wij hebben geleerd dat wij het ons kunnen veroorloven om te falen, ik weet niet of Europa dat ook kan.’ Het collectief weet dat Sonsbeek net als de hedendaagse kunst in Nederland in een precaire situatie verkeert. Als zij falen zou het zomaar de laatste editie van Sonsbeek kunnen zijn. Maar ruangrupa laat zich ook hierdoor niet bang maken. Relaxed blijven, ook als er onverwachte dingen gebeuren, staat op hun voorhoofd geschreven. De dingen ontwikkelen zich toch organisch zonder dat men alles tot in detail kan plannen.
DE TEKST VAN KERSTIN WINKING IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M – NR 3-2016. METROPOLIS M KRIJGT GEEN SUBSIDIE. STEUN METROPOLIS M, NEEM EEN ABONNEMENT. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE HET NIEUWSTE NUMMER GRATIS TOE. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected]
Kerstin Winking is kunsthistoricus en curator, ze werkt momenteel aan een onderzoek
1 https://en.wikipedia.org/wiki/Post-Suharto_era
2 Nuraini Juliastuti, ‘Ruangrupa: A Conversation on Horizontal Organization’, Afterall (Summer) 2012
3 Nuraini Juliastuti, ‘Sanggar als model voor de beoefening van kunst in het gemeenschapsleven’ in: catalogus Made in Commons , KUNCI Cultural Studies Center & Stedelijk Bureau Museum Amsterdam,2013
Sonsbeek 16, TransACTION, Diverse locaties, Arnhem, 4.6 t/m 6.9.2016