Wouter Venema, Poacherʼs Atlas VI (Chronic Rashes), 2019, gravure in papierpulp van atlassen, kleding en verschillende soorten papier, gemonteerd op zwart MDF, 40 x 30 cm
Het Museum van de Verbeelding #2 – Tim Hollander – Met/Zonder Titel (2019-2039)
Nu de musea hun deuren hebben gesloten, zullen we de bijzondere beelden voorlopig uit onze eigen verbeelding moeten halen. Wij vroegen kunstenaars en schrijvers te schrijven over een favoriet beeld uit hun eigen ‘Museum van de Verbeelding’. Vandaag beeldend kunstenaar Tim Hollander. Hij recenseert een tentoonstelling die de komende twintig jaar in een steeds gewijzigde vorm te zien zal zijn. (twee sterren)
Een Ministerie van Onuitgevoerde Zaken, zo kan de nieuwe tentoonstelling van het museum het best omschreven worden. Zeer specifiek, maar tegelijkertijd ambigu en verhullend. Het is een ambitieus project, bestaand uit een telkens wisselende selectie kunstenaars en een overzicht van onuitgevoerde en onuitvoerbare conceptuele kunstwerken van de afgelopen twintig jaar. De tentoonstelling zal de komende twintig jaar te zien zijn en het getoonde zal ieder jaar een jaar opschuiven. Dit betekent dat in het laatste jaar van de tentoonstelling (2039) enkel onuitgevoerde en onuitvoerbare conceptuele kunstwerken te zien zullen zijn die op dit moment (2019) nog niet bestaan. Volgens de persberichten stelt deze opzet de huidige trend van korte, tijdelijke en reizende presentaties ter discussie, maar je kunt je ook afvragen of die vraag daadwerkelijk wordt gesteld en of zo’n tentoonstelling überhaupt nog wel één tentoonstelling kan worden genoemd, en of twintig jaar niet overdreven lang is. Ik loop er voor mijn gevoel inmiddels al jaren rond en ik ben zo, zo dorstig.
Een bezoek aan het museum is, in de woorden van het instituut zelf, free of charge: bezoekers betalen niet met valuta en kunnen wapperen met hun museumjaarkaart zoveel ze willen, maar er wordt bij binnenkomst niets gescand, niets afgerekend. Volledig gratis is de toegang echter niet te noemen. Een ingenieus luchtcirculatiesysteem onttrekt minieme hoeveelheden vocht aan de lucht van de museale ruimtes en zo ook aan de bezoekers. Zweet, speeksel en andere vloeistoffen vermengen zich en vinden langzaam een weg naar de kelder van het instituut, waar ze per dag worden opgeslagen ten behoeve van de eindverantwoording voor de rijkssubsidies. Wat er verder met de substantie gebeurt, is onduidelijk; zo transparant als de afgedragen vloeistoffen zijn, zo opaak is het beleid van het instituut.
Het is typerend voor veel werk in de tentoonstelling: ondoorgrondelijkheid. Het voorstellingsvermogen van de bezoeker wordt tegelijkertijd geprikkeld, getest en getart. Na een uur lang complexe kunstwerken te hebben ingebeeld, verlangen mijn ogen ernaar iets daadwerkelijk te zien, en verlangt mijn lichaam ernaar iets anders te voelen dan langzaam opkomende hoofdpijn en subtiele luchtverplaatsing. Het maakt dat ik me afvraag of er een podcastserie bestaat die, altijd op de rand van burn-out balancerende, curatoren kalmeert met een afwisseling van ademhalingsoefeningen en conceptuele kunstplannen.
Dat zullen de curatoren van deze tentoonstelling zeker nodig hebben gezien de onuitputtelijke hoeveelheid werk dat Met/Zonder Titel omvat (en de komende jaren zal omvatten) en de vaak vrijwel eindeloze mogelijkheden die ieder individueel werk weer met zich meebrengt. Neem An exhibition space arranged according to the fold lines that have been left on a floorplan that has been traveling around in the back pocket of the artist’s pants (2017-), een werk dat in 2017 voor het eerst onuitgevoerd bleef – en dat sindsdien nog steeds is. Evenals ander werk van deze kunstenaar, waaronder het zeven jaar geleden onaangekondigde en onthulde An exact replica of the Stedelijk Museum Amsterdam exhibited in the Stedelijk Museum Amsterdam (2012-) dat schijnt te bestaan uit een door de kunstenaar uitgevoerde serie schouderophalingen, houdt deze recente versie van An exhibition space (…) zich ergens in het midden tussen minimaal en enorm omvangrijk. Een belangrijke voorwaarde van An exhibition space (…) is altijd geweest dat het immer de volgende en nooit de huidige tentoonstelling betreft, waardoor het werk in een perpetuele staat van onuitvoerbare realisatie verkeert. Daarbij is noch het voorstel noch de plattegrond in kwestie noch de broekzak van de kunstenaar het werk zelf of onderdeel daarvan.
Speciaal voor deze tentoonstelling heeft de kunstenaar een ongelimiteerde editie van het kunstwerk beschikbaar gesteld. In deze herziene versie, getiteld An exhibition space arranged according to the fold lines that have been left on a floorplan that has been traveling around in the back pocket of your pants, laat de kunstenaar zichzelf ‘in een genereus gebaar’ buiten beschouwing. Wie waar dan ook ter wereld een tentoonstelling bezoekt en een broek (bij zich) draagt kan automatisch meewerken aan ontelbare onuitvoerbare versies van het kunstwerk.
Op diens website schrijft de kunstenaar uiteindelijk een overzichtstentoonstelling te willen realiseren waarin de documentatie van alle uitkomsten te zien is. Laten we hopen dat het plan onuitgevoerd blijft; mijn mond wordt al droog als ik eraan denk.
DIT ARTIKEL IS GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M NR 5-2019 CATALOGUE IMAGINÉ. STEUN METROPOLIS M, NEEM EEN ABONNEMENT. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE HET NIEUWSTE NUMMER GRATIS OP. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected]
VOLG METROPOLIS M OP INSTAGRAM: metropolism_mag
Zoë Tim Hollander
is kunstenaar