Zeelucht, Frank Bloem, 2019, Foto: Laurens van Putten
Verkiezingen zijn niet genoeg: Harpo ’t Hart – We moeten leren luisteren naar de zee
De Ambassade van de Noorzee werkt aan ‘een audement’, in plaats van ‘het parlement’: een (politieke) ruimte waar het luisteren centraal staat. Joram Kraaijeveld gaat in voorbereiding op de bijeenkomst Verkiezingen zijn niet genoeg! Kunstpraktijken als democratische vernieuwing in gesprek met geluidskunstenaar Harpo ’t Hart die erop hamert dat een ‘stem geven’ paternalistisch is, we moeten beter leren luisteren. Naar de Noordzee, die laat weten dat er iets niet in de haak is: dieren vertonen angstgedrag en vertrekken er door geluidsoverlast. Hoog tijd haar belangen politiek te gaan behartigen.
Waar ben je nu mee bezig, welke projecten ontwikkel je?
‘Met de Ambassade van de Noordzee zijn we nu voor het derde jaar bezig met luisteren. De eerste vier jaar van ons bestaan wijden we expliciet aan luisteren. Hoe kunnen we luisteren naar de Noordzee?– die vraag staat centraal. Het eerste jaar hebben we dat zintuigelijk gedaan: welke zintuigen en concepten heb je nodig om te luisteren naar de zee? Een mooi voorbeeld is de ZEELUCHT strandwandeling van geurontwerper Frank Bloem. Betekent luisteren naar de zee, alleen luisteren met de oren? Of kunnen we soms beter de reukzin gebruiken? Het mooie van dat werk is dat het nieuwe concepten genereert. Wat blijkt: bepaalde geuren kunnen je vertellen wat algen in de zee doen. Er zijn micro-organismes die je niet kunt horen of voelen, maar wel kunt ruiken. Als er veel algen in de zee zitten, ruikt het naar doorgekookte spruitjes op het strand. In het tweede jaar zijn we met wetenschappers, kunstenaars en andere verhalenvertellers op zoek gegaan naar verschillende luistermethodes. Er wordt natuurlijk al heel veel data verzameld, wat een vorm van luisteren is. De vraag is hoe die luistermethodes gebruikt kunnen worden om vormen van vertegenwoordiging van niet-menselijk leven – dat ecosysteem van de zee – te ontwikkelen. Daar zijn we nu een vorm voor aan het ontwikkelen met de werktitel “het audement”, wat natuurlijk een woordspeling is op “parlement”. In deze ruimte gaat het niet om spreken, maar om luisteren, en om een vorm van luisteren die politiek en gezamenlijk is. Iemand krijgt geen spreektijd, maar luistertijd: daarmee willen we inzichtelijk maken dat een luisteraar een actieve rol heeft. Een luisteraar is niet iemand die afwacht tot iemand is uitgesproken om vervolgens weerwoord te bieden. Nee, een luisteraar is iemand die actief iets wil leren kennen, iets wil ontdekken. Het audement is dus een politieke ruimte waarbij je als publiek bij wijze van spreken zou kunnen zeggen: wow, die is echt lekker aan het luisteren naar de Noordzee.’
Naast 'het parlement' is het tijd voor 'een audement', een ruimte om te luisteren, waar de Noordzee gehoord wordt
Het audement sluit aan op mijn vervolgvraag, geïnspireerd op een passage uit jullie publicatie De stem van de Noordzee: ‘De Ambassade van de Noordzee is in 2018 opgericht om de zee en haar bewoners een politieke stem te geven’. Hoe kan ik dat geven van een politieke stem aan de zee begrijpen?
‘Ja, daar is dus al voortschrijdend inzicht. “Een stem geven”, dat gaat eigenlijk te ver en dit zouden we nu niet meer zo zeggen, want dat is paternalistisch en antropocentrisch. De Noordzee heeft al een stem. We moeten naar die stem luisteren, al is die eigenaardig en voor ons mensen nog vreemd. We moeten aan die niet-menselijke stem gehoor geven, eerder dan “een stem geven”.’
Dat betekent dat jullie niet de stem van een bruinvis of een school haringen bij de interruptiemicrofoon in de Tweede Kamer gaan proberen te krijgen, maar dat jullie proberen die stem wel hoorbaar te maken?
‘Ja, dat zouden we natuurlijk ook absoluut letterlijk kunnen doen, bij wijze van actie. Wie weet heeft dat z’n functie. Het gevaar is wel dat er misschien een misvatting in zit, zoals bij de oude slogan van de milieubeweging: Een stem geven aan dat wat geen stem heeft. Hoezo heeft “de natuur” – wat op zichzelf ook al een term is die je tussen aanhalingstekens zou moeten zetten – geen stem? We hebben niet een stem te geven aan de Noordzee, we hebben te luisteren. We hebben, als we het goed gehoord hebben, door te geven.’
Denk je dat het Nederlands parlement zoals dat nu is ingericht, ons laat denken in termen van ‘een stem geven’? En dat het daardoor die ‘natuur’ of andere entiteiten uitsluit van deelname?
‘Daar zitten een aantal fundamentele, filosofisch politieke problemen. Het eerste grote probleem is de scheiding tussen natuur en cultuur: politiek zou over cultuur gaan en de wetenschap over natuur. De wetenschappers zouden namens de dingen spreken, over ketens van oorzaak en gevolg. En de politici zouden namens de mensen spreken, over menselijke behoefte en belangen. Het tweede grote probleem, dat is voor ons een hoofdbreker, gaat over verantwoording. Als ik een groep mensen op democratische wijze vertegenwoordig, kan die groep mij ter verantwoording roepen. Als dat niet kan of als ik mij doof houd voor die groep, hoe kan ik dan legitimiteit als vertegenwoordiger krijgen? De Noordzee laat zeker weten dat er iets niet in de haak is, kijk naar de geluidsoverlast waardoor dieren vertrekken uit gebieden of angstgedrag vertonen. Toch blijft het een vraag hoe de Noordzee als onze achterban, zogezegd, ons als politieke vertegenwoordigers tot de orde kan roepen. Deze kwestie gaat dus wel om de interruptiemicrofoon, waar je het net over had, of eerder over zo direct mogelijke representatie waarbij een terugkoppeling mogelijk is. Dat is de opgave.’
De vraag blijft hoe de Noordzee als onze achterban, zogezegd, ons als politieke vertegenwoordigers tot de orde kan roepen
Naast politieke representatie stelt de Ambassade voor om van de Noordzee een rechtspersoon te maken om haar te beschermen. Alleen als rechtspersoon kunnen de rechten van de Noordzee worden verdedigd of afgedwongen in het parlement of voor de rechter. Hoe zou de Noordzee als rechtspersoon eruit zien? Wie geeft die status af?
‘Dat werkt op heel veel verschillende manieren. Er zijn voorbeelden van niet-menselijke rechtspersonen in de wereld. Er zijn er heel veel: BV’s, staten, stichtingen en andere niet-menselijke rechtspersonen waar wel mensen in zitten. En er zijn steeds meer niet-menselijke rechtspersonen: bijvoorbeeld de Whanganui rivier in Nieuw-Zeeland, Lake Erie op de grens van Canada en de Verenigde Staten, en de Atrato rivier in Colombia. Bolivia en Ecuador zijn landen die de rechten van de natuur in de grondwet hebben opgenomen. Kortom, er zijn verschillende voorbeelden te noemen. Daarbij zit steeds anders in elkaar wie deze status afgeeft. Deze status kan afgegeven worden door een overheid onder druk van een pressiegroep. Of het kan een vorm van herstelbetaling van koloniale overheersing zijn. Dat was in Nieuw-Zeeland het geval; de Whanganui als rechtspersoon erkennen was een manier om het wereldbeeld van de Maori te erkennen. Lake Erie zat weer anders in elkaar, dat werd een rechtspersoon als gevolg van een referendum over de plaatselijke vervuiling. Door een deel van het meer een rechtspersoon te maken was er een stok achter de deur om iets aan die vervuiling te doen. Wij gaan samen met jurist Laura Burgers een compendium hierover samenstellen. Daarin willen we ook andersoortige casussen opnemen waarbij een partij zo’n rechtsstatus bij de rechter heeft afgedwongen. Bijvoorbeeld een geval waarbij iemand een boom in de tuin in het eigen testament heeft opgenomen. Zo werd de boom zelf erfgenaam van de grond waardoor het omgeven werd: een vorm van overerving aan niet-mensen. Die rechtspersoonlijkheid kan dus via allerlei manieren tot stand komen: via de staat, via de rechter, via referenda, via overerving, enzovoort. We zijn er voorzichtig mee, want het is niet zaligmakend. We onderzoeken de mogelijkheid om de Noordzee tot een rechtspersoon te maken op een manier die past bij de Noordzee.’
Stel de Noordzee wordt rechtspersoon, hoe zal dat gaan werken met alle landen waar het aan grenst met een parlementaire, representatieve democratie? Hoe verhoudt de ambassade zich als een soort vertegenwoordiger tot de parlementaire, democratische instituten van Nederland, België, Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Noorwegen?
‘Normaal gesproken is een ambassade van een staat. We hebben ons “ambassade” genoemd vanuit de visie dat de Noordzee van zichzelf is. De naam is natuurlijk gekozen om dat beeld van de Noordzee als zelfstandige politieke entiteit met een eigen ambassade op te roepen. Maar het eerlijke antwoord is dat er heel veel moet gebeuren voordat het zover gaat komen, de Noordzee die zichzelf bezit. Toch willen wij het op de agenda zetten. Op het moment zijn er acht landen met territoriale wateren en economische zones binnen de Noordzee. Alle omringende landen hebben een taartpunt. Die landen zullen tot een overeenkomst moeten komen.’
Is dat op de agenda zetten wat nog niet, of alleen in de verbeelding, bestaat een specifieke rol van kunstenaars binnen de Ambassade van de Noordzee?
‘Het is een grote paradigma-verschuiving, waarbij we zeggen dat de natuur niet iets buiten ons is: er is geen scheiding tussen cultuur en natuur. Dit impliceert een politiek waarin ook niet-mensen gerepresenteerd moeten worden. Dat is voor veel mensen echt onvoorstelbaar, maar dat is een hele serieuze kwestie. De vraag aan kunstenaars is welke beelden we kunnen gaan gebruiken om zo’n politiek voorstelbaar te maken. We moeten ons als mensen eerst iets kunnen voorstellen voordat we erover, en ermee, kunnen denken en politiek bedrijven. Een concept als luchtvervuiling was bijvoorbeeld geen issue totdat er goede foto’s van hele smerige fabrieken kwamen. Op zo’n zelfde manier hebben we echt voorbeelden nodig van niet-menselijke politieke vertegenwoordiging, willen we ons ertoe te kunnen gaan verhouden. Dat doen de kunstenaars en andere verhalenvertellers, zij gaan op zoek naar beelden waarmee vernieuwende concepten en manieren van politiek denken zich kunnen gaan nestelen in ons collectieve verbeeldingsvermogen. Als we uitleggen op welke gronden wij de politieke representatie van de Noordzee belangrijk vinden, dan begrijpen mensen dat wel, denkend aan de klimaatcrisis. Maar de uitvoering van politieke representatie van niet-menselijk leven en niet-menselijke leefgebieden staat nogal laag op de politieke agenda. Als we dan vertellen over de manieren waarop we denken dat dit moet gebeuren, over de fundamentele verandering in ons denken en ons handelen die wat ons betreft noodzakelijk is, worden we vaak geconfronteerd met gefronste wenkbrauwen en lachende gezichten. Dan refereer ik aan Timothy Morton die beschrijft dat weird de inherente staat van de wereld is. En daar moeten we ook maar gewoon aan, dat het vreemd is.’
Harpo ’t Hart neemt deel aan de bijeenkomst VERKIEZINGEN ZIJN NIET GENOEG! KUNSTPRAKTIJKEN ALS DEMOCRATISCHE VERNIEUWING georganiseerd door Metropolis M en het Stedelijk Museum Amsterdam en is (gratis) via livestream te volgen op 14 maart, vanaf 13.00 uur.
Joram Kraaijeveld
is curator, docent en schrijver en zet zich als zodanig in voor de positie van de kunstenaar in en de waarde van de kunsten voor de samenleving. Hij werkt aan actieve vormen van solidariteit binnen en buiten de kunsten