Jip Piet in Takeaway, foto door Juliette Douet
Vanuit vriendelijkheid een bestaan als kunstenaar opbouwen – een interview met Jip Piet
Jip Piet blijft altijd bezig. Net als de drukke patronen en grillige figuren die we terugzien in zijn illustraties, installaties en publicaties, is Jip Piet op verschillende plekken tegelijk actief en geeft hij een vibrerende energie aan de stad.
Als je door het raam kijkt bij de Takeaway, een dependance van Printroom in het centrum van Rotterdam, zie je Jip Piet daar werken in de shop en de werkplaats. In een ruimte vol met felgekleurde zines, posters, kaarten en druk behang, en te midden van twee RISO printers, is Jip Piet druk bezig met het maken van publicaties en prints. De Takeaway is een goede plek om bekend te raken met de wereld van self-publishing en de magie van het RISO printen. In de shop staat Jip je vrolijk en behulpzaam te woord, en deelt hij zijn kennis over het maken kunstenaarspublicaties. Het is bijzonder om in Corona tijd een kunstenaar zichtbaar zo druk bezig te zien in de stad, waardoor de interesse naar de persoon achter deze kleurrijke activiteit groeit. Pernilla Ellens ontmoet Jip Piet in de Takeaway, te midden van allerlei zelfgemaakte boekjes, in een ruimte met grote ramen waar de activiteit van het uitgeven zichtbaar wordt.
Jip, wat ben je hier aan het doen bij de Takeaway?
‘Sinds september 2020 werk ik bij Printroom. Aanvankelijk ben ik gevraagd om prints en publicaties te maken voor kunstenaars, en dat is uitgegroeid tot deze RISO werkplaats met shop en workshopruimte. Een RISO printer is een stencilmachine, waarbij je net als bij zeefdruk verschillende kleuren over elkaar kan drukken wat een analoog effect geeft. Ik heb de Takeaway voor Printroom ingericht en het is nu onze tijdelijke werkplek. De focus ligt hier wat meer op het zine-aspect van kunstenaarspublicaties. Kunstenaars die een idee hebben voor een publicatie help ik hier met ontwerpen en printen. Ook maak ik hier publicaties voor mijn initiatief Raam Maar. Ik heb zojuist de leporello publicatie What the moon saw ontworpen, gestencild en gevouwen met werk van Christian Thomsen.’
Raam Maar, er zit spiegeling in de naam. Wat is Raam Maar precies?
‘Raam Maar is een initiatief waarbij ik een kunstenaar de opdracht geef om een serie van negen originele tekeningen op A5 te maken. Deze serie exposeer ik achter het raam van mijn huis op het Stadhoudersplein in Rotterdam. Na twee weken worden de tekeningen verplaatst naar een andere locatie, bijvoorbeeld KIOSK in Almondestraat en daarna bij Printroom zodat het een roulerende expositie is. Ook hebben we in samenwerking met de analoge printstudio en club Kapitaal in Utrecht een Raam Maar expositie georganiseerd, daar hebben we alle ramen beplakt met een patroon van Gilles de Brock en een A1 zeefdruk gemaakt. Ik maak van elke Raam Maar expositie een publicatie, ofwel een artist print of een boekje. Zo kunnen mensen een versie van het werk kopen en het mee naar huis nemen. Ik haal daar ook voldoening uit, ik maak dan voor een andere kunstenaar een publicatie maar ik zie het ook een beetje als mijn eigen werk.’
Waarom ben je Raam Maar begonnen?
‘Toen tijdens de eerste corona-lockdown alles gecancelled werd, merkte ik dat veel kunstenaars onder wie ikzelf terug gingen naar de basis van het tekenen. Het tekenen is een heel oprecht iets, ook voor kunstenaars die het niet per se als hoofdpraktijk hebben. Ik woon op een pleintje, en iedereen keek door het raam naar binnen waar ik zat te tekenen. En toen dacht ik, ik hang die tekeningen gewoon op. Zo spontaan is het ontstaan. Mijn buurvrouw Lisa Blaauwbroek was toevallig ook met A5 tekeningen bezig, dus de stap van mijn eerste raamexpositie naar het tonen van Lisa’s werk was snel gemaakt. Iedereen zit nu thuis, maar ik vind dat er dingen moeten blijven gebeuren. Iets nieuws bedenken en kijken wat er wel mogelijk is: dat is mijn mentaliteit. Ik wist in het begin niet hoelang Raam Maar zou duren, en nu is het alweer de 38e expo. Vanuit mijn eigen raam ging ik bedenken hoe ik de kunstwerken ook op andere plekken zou kunnen tonen. En zo is het gegroeid.’
'Ik woon op een pleintje, en iedereen keek door het raam naar binnen waar ik zat te tekenen. En toen dacht ik, ik hang die tekeningen gewoon op. Zo spontaan is het ontstaan'
Hoe selecteer je de kunstenaars voor Raam Maar?
‘Soms zie ik op Instagram dat een kunstenaar toevallig een tekeningetje tussendoor maakt, terwijl ze eigenlijk schilderijen maken. Dat vind ik interessant. Ik denk dan: ‘‘Hé, dat is mooi, maak daar een serie van dan doen we een expositie’’. Ik geef kunstenaars dan de kans om hun tekeningen te laten zien, omdat daar in een meer institutionele omgeving vaak geen ruimte voor is. Ik vraag specifieke kunstenaars waarvan ik het werk mooi vindt en waarvan ik weet dat ze dingen kunnen. Verder vind ik het echt belangrijk dat de kunstenaar volledige vrijheid heeft. Het enige wat ik vraag is dat het negen nieuw gemaakte tekeningen zijn die je in een rijtje kan hangen. Het onderwerp, en of het een serie is, mag de kunstenaar zelf bepalen. Op een of andere manier werkt het altijd wel. Het blijft wel spannend, maar ik ben altijd wel positief verrast.’
'De kunstwereld hoeft niet altijd hard te zijn, ze kan ook vriendelijk zijn'
Je doet veel voor de stad en voor andere kunstenaars door publicaties te maken en exposities te organiseren. Vind je het belangrijk om de community te ondersteunen?
‘Ja, ik vind de community, de subscene binnen de kunstwereld heel belangrijk. Die is door corona nu grotendeels weggevallen dus ik probeer dat gat te vullen door een nieuw platform te creëren en het werk van verschillende kunstenaars naar het publiek te brengen. Ik vind het leuk om met mensen te werken. Het gaat niet om mijn ego als kunstenaar. De kunstwereld hoeft niet altijd hard te zijn, ze kan ook vriendelijk zijn. Als je mensen in een ondersteunende scene zet kunnen ze ook het beste uit zichzelf halen. Vriendelijk zijn tegen iedereen betekent niet dat je geen bestaan als kunstenaar op kunt bouwen. Ik zou ook graag de muziekscene erbij betrekken, zoals dat bij de club en printwerkplaats Kapitaal in Utrecht gebeurt. Iedereen mag daar komen printen, en er is ook live-muziek. Soms gaan de bands zelf ook zeefdrukken. Zo’n sfeer vind ik geweldig en wil ik ook creëren. Ik voel me dan ook wel verwant met kunstenaars zoals Raymond Pettibon, een tekenaar die deel uitmaakt van de kunstwereld maar ook actief was in de punkscene in LA in de jaren 80. En Marcel Dzama, die uitstapjes maakt naar video en performance maar altijd wel bij tekenen uitkomt. In het begin dacht ik dat er niet veel plekken waren waar ik mijn werk zou kunnen doen en een community zou kunnen ondersteunen. Maar als je zelf ruimtes en platformen creëert, zoals ik doe met Raam Maar en hier in de Takeaway van Printroom, kun je veel dingen zelf doen en toch een waardevolle scene opbouwen.’
Pernilla Ellens
is onder meer curator en schrijver