Kunsthal Extra City – Saddie Choua – (c) Léonard Pongo
Het nieuwe Antwerpse Extra City – Argeloosheid als uitdaging
Extra City is verhuisd naar een klooster vlakbij Antwerpen Centraal Station. Met een nieuw team en een nieuwe leiding werkt de kunsthal aan een programma dat zich wil verhouden tot de rijke sociaal-culturele mix aan bevolkingsgroepen in de omgeving. Ive Stevenheydens gaat in gesprek met artistiek coördinator Joachim Naudts: “Ik wil een naïeve positie voorstaan.”
Sinds het najaar van 2020 ben jij de vijfde artistiek coördinator van Extra City. Voordien was je curator bij FOMU, het Fotomuseum van Antwerpen. Waarom maakte je de overstap?
“Om verschillende redenen. Ik had vooral het gevoel dat ik na acht jaar werken in een grote institutionele, museale context waar meer dan vijftig mensen werken nood had aan wat anders. Aan een plek waar je met het hele team rond één tafel past en waar je als groep op dezelfde lijn kan zitten. Aan een plek zonder collectie waar de zaken vlotter en dynamischer kunnen verlopen. Daarboven was het aantrekkelijk: Extra City zou naar een nieuwe locatie verkassen met een grotendeels nieuw team en zocht daartoe ook een nieuwe artistiek coördinator. Dit gaf me het gevoel dat je bijna van nul een project kon opbouwen, uiteraard eentje met een belangrijke geschiedenis. Vandaag zijn de mogelijkheden gigantisch en de opportuniteiten groot.”
Jij volgt oprichter Wim Peeters (2004 – 2006), Anselm Franke (2007 – 2010), Mihnea Mircan (2011 – 2016) en Adinda Van Geystelen (2017 – 2019) op. Hoe zie je jezelf in dit rijtje?
“Sowieso een beetje als een buitenstaander. Ik kom uit de fotografie, hetgeen zeg maar een zijmedium binnen de kunstensector is. In Antwerpen zien ze mij als de man die van het Fotomuseum komt om zich nu midden in de beeldende kunsten te begeven. Die buitenstaanderspositie vind ik heel fijn. Ik kan met een open, naïeve blik tussen verschillende werelden zweven. Voor mezelf en voor de kunsthal wil ik deze naïviteit veeleer omarmen dan ze als een probleem te beschouwen. Vandaar ook dat de openingstentoonstelling Radically Naive / Naively Radical heet.”
'Ik kan met een open, naïeve blik tussen verschillende werelden zweven. Voor mezelf en voor de kunsthal wil ik deze naïviteit veeleer omarmen dan ze als een probleem te beschouwen'
Doorheen de jaren zat Extra City achtereenvolgens in een ex-graansilo aan de haven, in een gewezen industriële ruimte in Antwerpen-Noord en in een voormalige industriële wasserij in Berchem. Hoe zijn jullie bij jullie nieuwe locatie van het Dominicanenklooster uitgekomen?
“Met die keuze voor de locatie heb ik weinig te maken. We kregen de sleutel op 1 oktober, precies de dag dat ik hier begonnen ben. Ik wist bij mijn sollicitatie wel waar ik aan toe zou zijn. Het leek me een waardevolle uitdaging. Vooraf aan de keuze voor deze site lag een lange zoektocht. Zo liep er al een lange samenwerking met AAIR (Antwerp Artists in Residence), die al langer in het klooster zitten. Vandaag zijn zij dus onze meest nabije partner. Soms grappen we dat Extra City een extraverte werking heeft en AAIR een introverte. Dat klopt ook best wel. Letterlijk komen de twee werkingen samen in onze binnentuin. Die stellen we komende zomer graag open voor artistieke programma’s die we vanuit onze specifieke werkingen samen zullen dragen. Onze ligging is ook bijzonder interessant: hier bestaat een waanzinnige mix van culturen. De Jodenbuurt en Borgerhout liggen om de hoek. Het station en de vele kantoren vlakbij zorgen voor instroom en pendelaars. Naast ons zit een inloopcentrum voor daklozen. Deze complexe mix wordt nog interessanter omdat we zelf in een ex-katholieke kerk huizen. We willen met al deze diverse groepen duurzame relaties opbouwen. Dat willen we vooral doen door te vertrekken vanuit artistieke projecten, door met kunstenaars te werken die een participatieve praktijk hebben. Het lijkt me de meest eerlijke manier om connecties te maken.”
'Onze ligging is ook bijzonder interessant: hier bestaat een waanzinnige mix van culturen. Door met kunstenaars te werken die een participatieve praktijk hebben willen we duurzame relaties opbouwen met al deze diverse groepen'
Tentoonstellingen maken in een kerkgebouw is wellicht niet evident. Wat zijn de uitdagingen – zowel positief als negatief?
“Bij sommige mensen leefde een zekere schrik om in dit gebouw te stappen. Er was en is ook geen geld om alles te renoveren. Ik zie er meer voor- dan nadelen in. We kunnen nu heel erg vertrekken vanuit een gedeelde ontdekkingspositie. Samen met de kunstenaars verkennen we deze ruimte, leren ze stapsgewijs kennen. We mikken dus vooral op producties en creaties. Deze ontheiligde site van de Dominicanen is bovendien ook helemaal anders dan sommige kerken die vandaag als kunstruimte gebruikt worden. Kunsthal in Gent (het voormalige Caermersklooster, IS) is een heel lichte, bijna uitgeklede kerk, infrastructureel aangepast aan tentoonstellingen. Wij zijn een honderdjarige Neogotische kerk met relatief donkere ruimtes vol ornamentele elementen incluis biechtstoelen. Ook voor de kunstenaars is dit een zeer uitdagende en inspirerende plek.”
Even een zijvraag. Hebben jullie over een naamsverandering gesproken?
“We hebben er wel eventjes aan gedacht. Maar op dit moment is er al zo veel veranderd dat een naamswijziging van ons een geheel nieuwe organisatie zou maken. Dat is ook niet de bedoeling. De geschiedenis en de legacy de we meedragen blijft, met alle ups and downs, gigantisch waardevol. We gaan er nu een volgend verhaal aan breien.”
Voor nu lopen er drie projecten, in de kerk, de kapel en in “de perifere ruimtes”. Waarom maakte je deze specifieke opdeling naar die ruimtes toe?
“We hebben twee tentoonstellingsruimtes, de kerk en de kapel. Die liggen relatief ver uit elkaar. Je moet de voormalige sacristie plus een lange gang door. Een tentoonstelling over de twee plekken spreiden, zou de bezoekers uit hun flow halen. Naast de atypische kerk heeft de kapel wat meer van de ingetogen, klassieke white cube. Ik wilde dat contrast versterken door in de kapel eerder tweedimensionale werken te tonen, projecten waarvoor de muren belangrijk zijn. In de kerk ligt de nadruk op video, geluidswerk, installaties en performance. Een extra financiering van de stad maakte het mogelijk om semi-permanente site-specifieke ingrepen door zes kunstenaars toe te staan in wat ik ‘de periferie’ noem: het balkon, de achtergangen, een op dit moment gesloten café en andere tussenruimtes.”
Het eerste project staat in de kerk. De groepstentoonstelling Radically Naive / Naively Radical, werd door jezelf samengesteld. Wat is het thema of uitgangspunt en wat wil je de bezoeker meegeven?
“Een aantal van de lijnen in de tentoonstelling spruiten voort uit gesprekken over wat een kunsthal zou moeten of kunnen zijn, zeker op deze locatie. Naïviteit zie ik als een tegengif voor een super hermetisch, academisch discours, voor een conceptueel denken waarbij je als tentoonstellingsmaker kunstenaars en werken bijna gaat gebruiken om je case te bewijzen. Maar ook naïviteit als een tegengif tegen het cynisme in onze maatschappij – ik parafraseer Stefan Hertmans zijn ‘Zwijgen is geen optie’. Ik wilde een meer open houding aannemen, en dat dringt deze ruimte op een positieve manier ook op. We moeten in deze plek samen aan de slag gaan, in dialoog met de kunstenaar. Dat vraagt zeker meer werk. Het radicale zit voor mij in de vraagstelling op welke manieren een politieke betekenis in een werk kan schuilen, of wat de rol kan zijn van activistisch werk. Hoewel dit voor meerderen een noodzaak lijkt geworden, zit je met een schijntegenstelling in werk dat lijkt los te staan van enige politieke gedachtegang. Die ‘polen’ wil ik samenbrengen in ‘Radically Naive / Naively Radical’.”
Wil je hiermee een signatuur zetten die bepalend is voor de toekomst?
“Dat hoop ik voor een deel. Voor hetzelfde geld draait het in twee jaar helemaal om, omdat ik de foute richting koos. In de tentoonstelling komen rode draden aan bod die de toekomst al een beetje uitstippelen. De aangehaalde kwestie politieke ‘versus’ autonome kunst. Ook wil ik meer immateriële, non-objectgerichte kunst tonen die in het door galeries gedomineerde Antwerpen wat minder aan bod komt. Dingen die vertrekken uit gedachten of geluiden of performances zonder materiële uitwerking. De complexiteit van culturele appreciatie, hoe we werken lezen vanuit diverse achtergronden, is ook een punt waar ik rond wil werken. Hoe kan werk tot leven komen in een tentoonstelling zonder daarbij ellenlange tekst of uitleg te moeten aanreiken? Er zitten heel veel vragen in deze kwestie die waardevol is om te onderzoeken.”
De tweede tentoonstelling staat in de kapel. Daar stelt Michèle Magema tentoon, in samenwerking met gastcurator Sorana Munsya. Wat mogen we verwachten van hun project en waarom werken jullie met hen samen?
“In de kapelruimte zullen meerdere tentoonstellingen per jaar plaatsvinden, en niet zelden door gastcuratoren. Ik heb uiteraard zelf wel ideeën voor tentoonstellingen. Maar die wil ik parallel laten lopen met die van anderen. Sorana Munsya stelde de mij voordien onbekende Michèle Magema voor. Hun tentoonstelling Watermarks, silent traces draait rond de Congolese diaspora-problematiek van de jaren 1980-90 en toont een veelheid van vooral tweedimensionale werken, fotografie en tekeningen. Het zijn persoonlijke verhalen die zich laten kenmerken door een sterk verlangen naar het moederland. In de toekomst wil ik in de kapel projecten, praktijken en bronnen aan bod laten komen die we in deze regio niet zo snel te zien krijgen.”
Kan je kort wat vertellen over jullie derde project Periphery, waarvoor vijf kunstenaars en één kunstenaarsduo semipermanente werken creëerden? Ook hiervoor treed je als curator op.
“De dieperliggende intentie van het project ligt erin kunstenaars te ondersteunen door hen nieuw werk te laten maken dat een ruimere reflectie- en creatietijd nodig heeft en waarvoor we een deftige fee voorzien. Vandaag gaat het om zes creatieopdrachten. Ik vind het moeilijk om iemand naar voren te schuiven, maar het werk van de animatiefilmmaker Imge Özbilge vind ik wel hoogst bijzonder. Toen ze hier binnenkwam viel haar oog op mozaïeken die haar deden denken aan de Hagia Sophia en Istanboel. Ze onderzoekt hoe denkrichtingen en concepten plekken kunnen (her)definiëren. De Hagia Sophia werd in 2020 van museum naar moskee herbestemd. Wij gingen van klooster/ kerk naar kunsthal. Haar tweeledige bijdrage Watering the Serpahim bestaat enerzijds uit een animatiefilmpje van een vijftal minuten bij het balkon. Anderzijds projecteert ze hoog in de kerk een mozaïek uit de Turkse moskee. Wat gebeurt er als je zo’n ‘gestolen’ beeld naar deze nieuwe context overhevelt?”
Uit het verse mission statement: “Samen met ons publiek willen we verrast worden door artistieke, hedendaagse projecten die zich nadrukkelijk positioneren binnen een maatschappelijke, sociale of politieke context.” Hoe concretiseer je dat? Vaart Extra City voortaan een andere koers?
“Ik wil kunstenaars brengen die een zekere relevantie hebben vandaag. Klinkt dat te eenvoudig? Misschien wel. Maar ik vind ook dat er te veel zaken getoond worden die voor mij vandaag niets betekenen. De sector heeft schaarse middelen en plaats. Impact en relevantie zijn moeilijk te definiëren, maar we willen hierop mikken. Is dat een andere koers? Het hangt er van af met welke periode je Extra City vergelijkt. In het recente verleden zijn er bijvoorbeeld waardevolle projecten rond monumenten, dekolonisering en dat soort zaken geweest. Ik wil in de toekomst nog veel meer met mensen, kunstenaars, scholen en instituten samenwerken die voor een langere tijd hier aan de slag gaan en die ook een blijvend spoor kunnen nalaten in de Antwerpse kunstbiotoop. We willen internationaal heel nadrukkelijk op wisselwerking inzetten, op projecten waaruit beide internationale partners over de grenzen heen blijvend voordeel kunnen uithalen. Naar de bezoekers toe ligt de noodzaak en de wens er voor mij nu vooral in om die diverse groepen proberen te overtuigen voor het werk, vanuit het werk zelf. De locatie zal daar zeker bij kunnen helpen. Die heeft sowieso een heel directe impact op iemand die hier binnenstapt.”
Lopende tentoonstellingen bij Extra City:
-> 10.10.2021
‘Radically Naive / Naively Radical’ met Thomas Bellinck, Ben Benaouisse, Seyni Awa Camara, Saddie Choua, Helga Davis & Anouk De Clercq, Vesna Faassen & Lukas Verdijk, Iman Issa, Léonard Pongo, Egon van Herreweghe, Gert Verhoeven en Katarina Zdjelar.
-> 11.07.2021
Michèle Magema ‘Watermarks, silent traces”
-> 08.05.2022
‘Periphery’ met Meryem Bayram, CMMC, Maëlle Dufour, Mekhitar Garabedian, Geert Goiris, Imge Özbilge