metropolis m

Lee Kit, ‘Take it personal’, 2021

Gewone dingen, een bank, een raam, ze worden met de nadruk die Lee Kit erop legt vreemd. Uit het werk van de kunstenaar spreekt een obsessie met materialen en objecten. Machteld Leij bezoekt Lovers on the Beach in West Den Haag, zijn eerste solo op grote schaal, en spreekt hem erover.  

In de grijsbetonnen ambtelijke omgeving van de voormalige Amerikaanse ambassade, waar West Den Haag neerstreek, verwacht je niet zomaar liefde. Niet zomaar een verhaal van verlangen en lust. Er moet meer aan de hand zijn, al komt het alleen maar door het modernistische gebouw, met de kruip-door-sluipdoor routes, met die kelder waar een beklemmend gevoel hangt. Het door Marcel Breuer ontworpen gebouw is het uitgangspunt voor veel kunstenaars die bij West exposeren.

Nu is het de beurt aan Lee Kit, geboren in Hong Kong in 1978, intussen woont hij in Taiwan. Hij nam in 2013 deel aan de Biënnale van Venetië, deed vaak mee aan groepstentoonstellingen. Zijn expositie Lovers on the Beach in West is zijn eerste solo op grote schaal. De ruimtes zijn donker. Er klinkt muziek uit kleine boxjes, die als een oorwurm je trommelvliezen kietelt. Projectortjes braken beelden uit. Soms bewegen die beelden, soms gedragen ze zich alsof ze eigenlijk een foto, een schilderij zijn. Er is ingezoomd op armen en benen. Of er is juist witte leegte, een beeldscherm met alleen licht.

[blockquote]De ruimtes zijn donker. Er klinkt muziek uit kleine boxjes, die als een oorwurm je trommelvliezen kietelt

Lee Kit, A scene in a movie, 2017

Lee Kit, 'A voice-over', 2021

Lee Kit, 'It won't get any better', 2021

Boring, noemt hij dit laatste werk zelf, in een gesprek via Skype. Hij kan er uren naar kijken. Af en toe dreint de schaduw van een balletje door het beeld, of is het een bromvlieg? We volgen het spoor van geluid en beeld door het gebouw. Er is ook tekst: korte zinnetjes, als ondertiteling, schetsen een gefragmenteerd verhaal. Er zijn schilderijtjes, net zo grijs en ongrijpbaar als de kleur van de muren en de gordijnen die zacht wapperen in de wind. Geen canvas maar snijplanken. Die zijn goedkoop, legt Lee Kit uit. Het was gemakkelijker om ze op de markt te kopen dan op zoek te gaan naar canvas. Hij was te lui, zegt hij. En omdat ze goedkoop zijn, voelt hij zich vrij ze te gebruiken zoals hij wil.

Er zit iets geks, iets alledaags, in de kunst van Lee Kit. Alles uit het gewone leven kan hij gebruiken, hij projecteert op muren volgeplakt met tape. Er zit iets moois maar ook iets obsessiefs aan, alsof alles in zijn omgeving aandachtig bestudeerd wordt. Gewone dingen, een bank, een raam, ze worden met al die nadruk vreemd.

Lee Kit is vanwege de pandemie zelf niet naar Den Haag afgereisd. Wel is er al een jaar lang veel, vaak contact. Online, via mails, legt de kunstenaar uit vanuit zijn studiootje in Taipei, waar hij alweer een jaar of vijf woont. Nee, het zal geen nieuwe modus operandi worden, liever is hij op de plek waar hij zijn exposities inricht. Het werkte goed, maar toch voelt het vreemd, juist omdat tentoonstellingen maken zijn kunst is. Hij wil een gevoel, een sfeer oproepen, alsof hij een dirigent of regisseur is. Nu, zo op afstand, voelt het alsof hij trouwt met iemand die hij nog nooit gezien heeft.

De kunstenaar vraagt nogal wat inlevingsvermogen van zijn publiek, misschien wel een zelfde soort obsessie met materialen en objecten, die uit het werk spreekt

Lee Kit, 'This face', 2021

Lee Kit, 'The most critical', 2021

Hij instrueerde West, kreeg filmbeelden opgestuurd, die hij vervolgens weer bewerkte. Die filmbeelden zijn daarna weer geprojecteerd in en op de oorspronkelijk gefilmde ruimte, zodat een verdubbeling ontstaat. De kunstenaar zit vol met die zintuigelijke vondsten. Ze dienen zich aan, alsof de kunstenaar een doorgeefluik is. In West creëert hij zo een verhaallijn in schetsen. De onuitgesproken romance in de filminstallaties beneden bestaat uit suggestie, zonder namen, zonder echte gezichten. Op de bovenverdieping lijkt de stemming grimmiger te worden. Stukgeslagen koelkasten vullen een kamertje. Ze betekenen woede voor de kunstenaar. Niet een specifieke, geen politieke, misschien wel een romantische woede. Dat wil hij in het midden laten.

Lee Kit zit vol met zintuigelijke vondsten. Ze dienen zich aan, alsof de kunstenaar een doorgeefluik is. In West creëert hij zo een verhaallijn in schetsen

Er draait een filmpje, we kijken naar een apparaat, het lijkt wel een airco. Het ding oogt hard, onuitnodigend. Woorden in beeld zijn van het liedje Crazy, van Cee Lo Green. De muziek klinkt ook, heel ver weg. Je voelt het meer dan dat je het hoort. Blikkerige tonen vallen uit een koptelefoon, die hoog in de lucht hangt, buiten het bereik van het publiek. Het is niet de bedoeling dat je het ding opzet, je moet het doen met de essentie van het geluid. De woorden van de zanger suggereren conflict, chaos. Dat kan niet anders dan een commentaar zijn op de politieke situatie in zijn thuisland. De kunstenaar is betrokken bij wat in Hong Kong gebeurt, sinds de regio werd overgedragen aan China. Hij demonstreerde met banieren zonder woorden, maar met de sporen van vegen, van een handeling. Kunst als protest. Maar als je hem vraagt of kunst de wereld kan veranderen, denkt hij toch van niet. Politiek sijpelt door in zijn werk, als een onvermijdbare onderstroom, niet als activisme. In West eindigt de filmreis met opnames van een zee, flikkerend als een haperend beeldscherm. De zee hoort bij het liefdesverhaal op het strand, maar het is ook de zee waarover de bewoners van Hong Kong recent vertrokken, de antidemocratische ontwikkelingen door China ingezet, achter zich latend. De zee is niet alleen een natuurfenomeen, maar net zo goed een vluchtweg.

Lee Kit, 'I think you're crazy', 2017

Lee Kit, 'Forever love songs', 2021

De kunstenaar vraagt nogal wat inlevingsvermogen van zijn publiek, misschien wel een zelfde soort obsessie met materialen en objecten, die uit het werk spreekt. Dat obsessieve zit verscholen, net onder de oppervlakte van deze tentoonstelling. Het past bij West, sinds ze in het Bauhausbrutalisme van architect Breuer huizen. Het was aanwezig bij Gregor Schneider, die er vorig jaar exposeerde. Maar het past ook bij deze tijd, van pandemie, angst en benauwenis. Met Lee Kit is er weer een hoofdstuk aan het verhaal over de Zeitgeist volgens West toegevoegd. Daar mogen ze best nog even mee doorgaan, zonder dat het gaat vervelen.

Lee Kit, Lovers on the Beach, t/m 5 december, West Den Haag. www.westdenhaag.nl

Machteld Leij

is kunstcriticus

Recente artikelen