metropolis m

Het atelier van Carmen Schabraqc

Vanessa Bakhuizen-van ‘t Hoogt en Liza Voetman nemen plaats te midden van de maskers, schilderijen, getufte voorstellingen en haakwerken van Carmen Schabracq om met haar te praten over haar werk, dat momenteel te zien is bij Galerie Fleur & Wouter in Amsterdam (nog t/m 11.9). ‘Ik probeer al heel lang de wereld van de kunst en het theater in elkaar over te laten lopen. Het zijn geen losse sporen; het is er één.’

Het atelier van Carmen Schabracq (1988) verhult zich in de drukke straten van Amsterdam. Neem, nog nietsvermoedend, een afslag naar links, slenter door de steeg, zoek een zware poort en verplaats je dan enkele deuren naar rechts. Daar staat een lichte, bijna paradijselijke ruimte je op te wachten. Het licht valt er door een dakraam naar binnen en heldert de kleuren van Schabracqs twee- en driedimensionale werken op. We nemen plaats op een felrood vloerkleed in het midden van het atelier en staren om ons heen. Geschilderde portretten, stoffen maskers, kostuums, planten en plastic dozen vol opgeslagen materiaal, ergens achterin de opslagvide, voeren als boksers in de ring hun strijd. Ze worstelen deze eerste minuten om onze aandacht.

Waar we Schabracqs praktijk in deze beschouwing vanuit relationaliteit benaderen, hanteren we dit ook als werkmethode. We proberen elkaar vanuit onze eigen fascinaties aan te vullen, uit te dagen en denkkaders op te rekken.

Relaties als context

Het is een tijdje geleden dat I have missed you forever (2022), een interdisciplinaire opera waar Schabracq op verzoek van regisseur Lisenka Heijboer Castañón aan meewerkte, in première ging. Een maandenlang maakproces kwam samen in een gesamtkunstwerk dat helaas maar een paar avonden speelde. Het virus had opnieuw zijn intrede gedaan. Ook ons bezoek aan het stuk kwam daardoor onverhoopt te vervallen.

Ondanks deze gemiste kans en het feit dat de betreffende maskers van Schabracq zich momenteel niet in haar studio, maar achter slot en grendel in de opslag van de Nationale Opera bevinden, zijn we naar Amsterdam gereisd. Niet zozeer om te spreken over de ervaring die we hadden kúnnen hebben in gemakkelijkere tijden – we zouden daar plaats hebben genomen rondom de vlakke vloer die afrekende met de klassieke publiekstribune – maar om het te hebben over dat wat de opera en Schabracq allebei omarmen: de samenkomst van beeldende kunst, performance, muziek, evenals het relationele maakproces dat niet zicht- maar voelbaar wordt. In deze transformatie van formatteringen en in dit doorbreken van kaders, luidt ons bezoek als een soort noodkreet. Beste wereld, aldus de kreet, de tijd van grenzen, van opgebouwde muren en van het veilig dobberen in het eigen warme bad is voorbij. Het is tijd de relatie-tussen op te rekken, nog verder dan we dat al denken te doen.

1. I have missed you forever, 2022- credits foto Bart Grietens

Op een schaaltje liggen drie verse kaascroissants van de markt om de hoek. Aan de muur hangt een Venetiaans masker dat Schabracq kort geleden kocht tijdens haar dagen in Venetië voor een bezoek aan de Biënnale. Het masker ruikt naar rook en is gesigneerd 2014. Na elkaar houden we het voor ons gezicht; een mannelijk gelaat in lichtpaars met zware, harige wenkbrauwen neemt onze identiteit zo voor even over. Het masker herinnert ons aan het kunnen worden van een ander. En juist daarom zijn maskers zo interessant, glimlacht Schabracq, met een schittering in haar ogen. ‘Je kunt “de ander” worden. En die ander, die kan van alles zijn. Een andere entiteit, een andere godsdienst, maar ook de outsider’, legt ze ons uit. ‘In sommige culturen wordt met een maskerade onderdrukking verbeeld. Je zou dat traumaverwerking kunnen noemen, ik denk dat het daar iets mee te maken heeft.’ In de Bulgaarse cultuur toont het voorbeeld van een masker-festival in de wintermaanden een feest vol geluid en lawaai. Boze geesten worden daarmee verdreven; de lente verwelkomend tegemoet getreden. Ook tijdens een residentie in de winter van 2021 bij Kunsthuis SYB in Beetsterzwaag onderzocht Schabracq het verdrijven van boze geesten en richtte ze zich in haar onderzoek expliciet op de duivel. Maskers helpen ons onze maatschappelijke normen voor even te parkeren, te laten varen hoe we ons gedragen moeten (Brabander; denk maar aan Carnaval.)

Gebaseerd op diezelfde intuïtie ontwierp Schabracq maskers voor de opera. Vanuit minimale kaders die zij het team meegaf – geen mocht mooier of uitvoeriger zijn dan een ander – werd ijverig die eerste stap van de opera gemaakt, waarna tekst, muziek, kostuums en decor zich gedurende het maakproces ontwikkelden. Er traden vier personages op de voorgrond. Er was de hond, er waren de geesten, er was de duivel en de dood. Als figuur die bij de Azteken in Mexico de rol speelt van een gids naar de onderwereld, is de hond in de Griekse mythologie een aanwijzing naar een driekoppige Cerberus als poortwachter van diezelfde wereld. Natuurlijk is de hond tegelijkertijd een trouwe vriend voor jou en mij. Het is deze meerzijdige benadering van een figuur of persoon dat de inhoud en vorm van het stuk kleurt: mannelijke lichamen droegen de jurken die Schabarcq op hun lichaam ontwierp, vrouwelijke lichamen droegen pakken. Alles daartussen was evengoed aanwezig, afgestemd op mens, niet op gender. Zo groeide de collage verder en ontving de wit- gedomineerde en mannelijke operawereld een flinke dreun tegen de hersens.

2. I have missed you forever, 2022 - credits foto Bart Grietens

Hoe worden veiligheid en vrijheid in een maakproces voelbaar onder de lagen van dat wat we uiteindelijk zien? Hier samen in het atelier lijkt Schabracq het pijnlijke punt van taal met ons te willen verkennen. Taal is iets heel ingewikkelds, vertelt ze, juist omdat het iemand typisch kan buitensluiten. Haar woorden grijpen terug op het begrip ‘outsider’, of: buitenstaander, iets dat een paar minuten eerder in ons gesprek nog viel. Net als het idee dat maskers geen kunstvorm of slechts een primitieve kunstvorm zijn, onthullen duidingen als outsider in het denken en spreken eenzelfde frame. We laten onze blik opnieuw op het vriendelijke, paarse gezicht vallen dat daar nu de plek van de croissants inneemt. Het is de taal en de samengaande beeldvorming die het/een/of de ander positioneert en hiërarchie in de samenleving vormt. Taal als architectuur van de samenleving. ‘Voor mij zijn maskers, in allerlei culturen, kunst. Ik probeer al heel lang de wereld van de kunst en het theater in elkaar over te laten lopen. Het zijn geen losse sporen; het is er één.’

3. Zelfportret met Venetiaans masker in bad, 2022

Relaties in en tussen materialen

‘Als ik een idee heb, dan denk ik niet van: “oh, ik kan dat niet, dus ik ga het niet maken”, maar meer: “wat heb ik ervoor nodig om het te maken?”’ Gezichten, portretten, maskers: dat zijn allemaal dingen die steeds terugkomen in mijn werk. Maakt niet uit in welk materiaal.’

Fel gekleurde portretten met tactiele, getufte lijsten, een papier-maché masker van een bok waarvan de nek gemaakt is van gevlochten riet, bekleed met een gehaakte kraag en de kop versierd is met een tweedehands borduurwerk met kraaltjes. Dit conglomeraat aan materialen en technieken is een treffende samenvatting van Schabracqs artistieke praktijk. Haar kunst is niet in hokjes te plaatsen, en zij is niet alleen een schilder, maar ook iemand die haakt, last, boetseert, verzamelt, tuft, fotografeert, vlecht, performt en nog zo veel meer. Kortom: ze is een veelzijdige maker, die denkt en werkt met de handen en die zich steeds opnieuw uitdaagt, door nieuwe relaties met materialen en technieken aan te gaan. Door haar eigen temperaverf te mengen van pigment en ei of door met zwarte in plaats van witte gesso (krijtondergrond) het doek te prepareren, ontdekt Schabracq bijvoorbeeld de schilderkunst, waarmee zij zich al sinds haar studietijd bezighoudt, opnieuw.

Schilderen is voor haar een gelaagd, zwaar en risicovol proces. Aan de ene kant blijft het resultaat tijdens het proces open en ongedefinieerd; aan de andere kant kunnen de uiteindelijke schilderijen ook op zichzelf bestaan. Zoals ze het zelf verwoordt: ‘Dat is misschien ook aan dat object zelf verbonden, dat dat zo zou moeten zijn. Omdat dat verwachtingen zijn die we verbinden aan schilderijen.’ En toch is Schabracq recent niet alleen begonnen voorstellingen te tuften, maar heeft ze ook voor schilderijen op doek lijsten getuft. Kennis over compositie en kleurgebruik, komen te pas tijdens het tuften, een proces dat voor haar in tegenoverstelling met het schilderen veel directer is. Het zoekende penseel leidt naar ander maakproces, dan de schietende tufting gun, ook al resulteren ze beide in figuratieve voorstellingen.

4. Feeding myself the milk of dreams, 2022

5. Masker geit, 2022, in de expositie ‘The Day of the Donkey’ galerie Fleur & Wouter

Schabracq brengt in haar artistieke praktijk voortdurend materialen en technieken met elkaar in dialoog. Ogenschijnlijk tweedimensionale werkwijzen, zoals het schilderen met olieverf, tempera of acrylverf, worden ook voor het maken van driedimensionaal werk ingezet: het beschilderen van papier-maché maskers bijvoorbeeld. Het intuïtieve haakwerk (waarmee ze poppen of draagobjecten zoals maskers maakt) wordt vaak geassocieerd met zorgzaamheid en ‘vrouwelijkheid’. Zij presenteert het op van metaal gelaste constructies, een materiaal dat in haar eigen woorden clichématig geassocieerd wordt met ‘mannelijkheid’. Zij doet dat niet om de tegenovergestelde associaties en betekenissen van de materialen te benadrukken, maar juist te laten zien dat deze complementair zijn. Wij mensen, en zeker zij als maker, zo stelt zij, hebben beide kanten in ons, of je nou man of vrouw bent. En gelukkig is het denken in tegenovergestelde kaders, zoals man en vrouw, wel aan het veranderen; ook al duurt dat volgens haar echt heel lang. Door te werken met technieken als papier-maché en rietvlechten, traditioneel geassocieerd met kinderlijkheid en volkse tradities en ambachten, en deze onder ander te combineren met schilderkunst, legt zij de vinger op nog meer langzaam veranderde dichotomieën: high en low art, insider en outsider art, kunst en decoratie. Het devies luidt: elkaar aanvullen, versterken en gelaagdheid opzoeken door relaties aan te gaan.

In de al genoemde opera gebeurt precies dit: verf, textiel en papier-maché gaan  zowel met elkaar als ook met de performers een dialoog aan. De fysieke lichamen dragen de maskers en kostuums en activeren deze. In performances is Schabracqs lichaam, of zoals bij de opera de lichamen van anderen, zowel de drager van het fysieke materiaal als het materiaal zelf; de lichamen bewegen en zetten daarmee de performance neer. Bovenop de gelaagde relaties tussen de materialen en technieken is in de opera zoals gezegd ook sprake van samenkomen van verschillende disciplines en wordt het kader van wat een opera, een masker, een kostuum, een podium, een performer zou moeten zijn opgerekt.

6. Sisters in my studio, voordat ze naar Outsider Land gingen

Binnen haar praktijk speelt Schabracq met de beeldvorming van ‘de schilder’, de traditie van de schilderkunst waarbinnen haar werk een plaats vindt en haar eigen identiteit als schilder. Net zoals haar persoonlijke social media-pagina’s en haar gesproken woorden, vertelt ook haar atelier een ander narratief. Het is de vrijheid en veiligheid waar ook de opera naar op zoek ging, die Schabracq hier aan ons openstelt. Door stug vol te blijven houden aan het oprekken van kaders en de ongelijkheden die met deze constructies samenhangen, is haar praktijk, net zoals haar atelier, een verademing. Ga zorgvuldig om met framing, schrijver – een gedachte die ongetwijfeld blijft naweeën op onze weg terug naar huis – blijf niet valideren wat al veel te lang domineert.

8. Polaroid Gaper, 2016

Terwijl we het atelier verlaten, valt ons nog een uitvergrote polaroid op (meerdere polaroids zagen we al verstrooid in het atelier), met daarop Schabracqs hoofd. Zij is aan het gapen en op haar tong ligt naald en draad. Het is voor haar een directe, fysieke manier van fotograferen waarmee ze haar maskers kan registreren, maar ook een mogelijkheid om inspiratie op te doen voor haar schilderijen. Polaroids zijn klein in formaat en vertekenen de realiteit op een wijze die Schabracq aanspreekt: ze geven geen één op één weergave van wat je ziet, maar laten juist de ruimte voor interpretatie. Ruimte die wij als kijker ook krijgen, en die ons bevrijdt om ons in de relatie-tussen (materialen en technieken, disciplines en contexten) te kunnen bewegen, te kijken, en te interpreteren.

LEES MEER OVER MASKERADES EN ROLLENSPEL IN METROPOLIS M NUMMER 4 – ROLEPLAY. NU IN DE WINKEL OF BESTEL: [email protected]. ALS JE NU EEN JAARABONNEMNET AFLSUIT STUREN WE JE DIT NUMMER GRATIS TOE. 

‘The Day of the Donkey’, een duo show van Dodi Espinosa en Carmen Schabracq, is tot en met 11 september te bezoeken in Galerie Fleur & Wouter, Amsterdam.

Vanessa Bakhuizen-van ’t Hoogt en Liza Voetman

zijn curator en schrijven over kunst

Recente artikelen