metropolis m

Zaalopname van marathonsessie bijRagnar Kjartansson ism The National, A Lot of Sorrow, 2013, documentatie van performance, courtesy De Pont Museum

In 2013 nodigde Ragnar Kjartansson de populaire indie rockband The National uit om hun nummer ‘Sorrow’ maar liefst 99 keer achter elkaar te spelen. Het resulteerde in een ruim zes uur durend optreden, waarvan de videoregistratie momenteel te zien is in het De Pont Museum. Liza Voetman zat op uitnodiging de hele video van begin tot einde uit en ontdekte stap voor stap de magie van het gezamenlijk blijven hangen in de tijd.

Het is donderdag 1 december 2022 en samen met zeven anderen wacht ik in de kantine van De Pont in Tilburg. Over een paar minuten worden we opgehaald om te beginnen aan een marathonsessie van A Lot of Sorrow, de registratie van een liveoptreden van de Amerikaanse band The National in kunstcentrum MoMA PS1 te New York, mei 2013. Op uitnodiging van de IJslandse kunstenaar Ragnar Kjartansson speelde The National het nummer Sorrow achtereenvolgend 6 uur, 9 minuten en 35 seconden. In de schamele vijftien minuten die ik bij Kjartansson’s expositie Time Changes Everything in De Pont aan het videokunstwerk had geschonken en waarin ik vele mensen weifelend had zien komen en zien gaan, was er iets gebeurd waar ik mijn vinger niet echt op leggen kon. Vanuit de plicht alle kunstwerken op zaal aandacht te willen geven in de beschikbare tijd die ik nog had, was ik uit de zaal vertrokken.

Nieuwsgierig naar die weifelende blikken en de nog altijd niet oplegbare vinger die ik de weken daarna bij me droeg, ben ik teruggaan. Om de tijd te nemen zoals de band dat destijds ook had gedaan. Het museum voorzag nog voordat ik daar om had hoeven vragen.

Zaalopname van marathonsessie bijRagnar Kjartansson ism The National, A Lot of Sorrow, 2013, documentatie van performance, courtesy De Pont Museum

___________________

Locatie: De kantine

Tijd: 13:20

Als je hier stipt om 11 uur – de openingstijd van het museum – op de stoep staat, kun je op elke geopende museumdag je eigen marathonsessie starten. Toch is deze door het museum geïnitieerde middag, we starten om 13.30 en kijken tot 19.30 uur vanavond, een goede stok achter de deur. Het levert een vrij komisch tafereel. De vrouw naast me draagt een grote backpack voorzien van een kussen, wat voedsel en een vest. Als uitzondering mag die bagage vandaag mee het museum in. Ik heb mijn best gedaan de mijne zo minimaal mogelijk te houden: twee broodjes, een flesje water en een notitieblok. We krijgen een plastic tas uit de museumkantine –  ‘voor het afval dat de komende uren zal ontstaan’ –  met daarin een groene frisse appel. Deze marathonsessie is goed voorbereid.

Wat zenuwachtig in de rij wisselen we geen woord. A Lot of Sorrow wordt voor ons stilgelegd. De paar bezoekers op zaal halen wat beduusd hun schouders op: ‘Sterkte!’, hoor ik iemand zeggen. Het is het soort voeding waarvan ik denk dat we die nodig gaan hebben, zoals mijn oma altijd zegt. Eten voor de honger die komt.

________________________

Locatie: Voor het scherm 

Tijd: 13:25

 

Met twee mensen op links en vijf op rechts vorm ik in de zaal onderdeel van een rij kijkers. We proberen een houding te vinden in onze stoelen die voor nu de meest comfortabele lijkt. Het museum heeft ter attentie drie grote zitzakken op de vloer voor ons uitgestald, mocht de stoel je gaan vervelen. En tussendoor zullen we, anoniem en vanaf de achterkant, op de foto worden gezet. Het beeld start. Ik kijk naar links, naar rechts. Eigenlijk is het simpel. Zet een streep in je agenda, je mobiel op stil en blijf zitten. Ik voel het voorrecht daarvoor te kunnen kiezen.

_________

Eerste uur

00:00:00

_________

Zeven mannen lopen het podium op. Ze dragen zwarte pakken, witte overhemden en starten met het stemmen van hun instrument. Er zijn zo’n zes camera’s in de zaal aanwezig. De zaal is nog vrij leeg wanneer de eerste noten vallen, het publiek stroomt langzaam binnen.

00:15:00

Met concentratie op het eigen spel en hun noten zoals op papier geschreven, worden de eerste versies van Sorrow ingezet. Vijf bandleden spelen zeven Sorrow’s onder de regel: ‘Ik speel, jij luistert.’ Voor deze live uitvoering worden ze bijgestaan door twee muzikanten op keyboard en trompet.

De atmosfeer in de zaal is grijs. Het rode exit bordje achterin valt op. Er klinkt een hoge stemtoon op de achtergrond die je na een paar Sorrow’s al aan voelt komen, en ik betrap mezelf op een gevoel van doelloosheid. Alsof iets dat zich herhaalt pertinent interessant zou zijn. Maar de ogen naast me richten zich op het scherm voor ons, en ook ik kijk door.

Ragnar Kjartansson ism The National, A Lot of Sorrow, 2013, documentatie van performance.

00:30:00

Af en toe prikken ogen van andere museumbezoekers zich in onze rug. De zaal in Amerika is inmiddels veel voller. Zanger Matt Berninger slaakt een zucht terwijl hij zingt. Het lijkt alsof hij zal besluiten ervoor te gaan, maar nog hinkt op twee gedachten. Weerstand, wat hier gelijk staat aan de maat te houden, of overgave, wat hier gelijk staat aan het omarmen van het spel.

Het spel van gitarist Aaron Dessner begint in deze laatste categorie meer op te vallen. Hij lijkt duidelijk te kiezen, speelt alsmaar heviger – lichamelijker ook – en trekt de camera naar zich toe. Hij kantelt zijn gitaar, prent de kop ‘in de aarde’ en vormt een alternatief geluid dat door een versterker de zaal in blaast.

Berninger en Dessner, beiden zoekend naar hun plek. Zo zijn wij in de zaal dat ook. Ik ontwijk behendig een blik van links, niet wetend wat mijn antwoord is.

Minuten volgen

De zanger loopt wat, krabt aan zijn baard, hij lijkt te denken. Ik voel nog steeds de spagaat van Matt. Wel of niet te springen? Noem het een schrijversparadox. De betrokkenheid tot een kunstwerk lijkt altijd wat anders wanneer je geen woorden op papier gaat prenten. De band lijkt mijn behoefte daarin te sturen. Ik gooi mijn notitieblok resoluut op de vloer, om deze minuten later weer op te pakken. Zij nemen bezit over wat ik doe, het nummer neemt langzaamaan bezit van hen.

‘Zag ik hem nu net lachen?’, de vrouw naast me. Onze blikken kruisen elkaar.

_________

Tweede uur

01:00:00

_________

Mijn ogen vallen op alle rode elementen. Het embleem op het zweetbandje rond de pols van de drummer. Het patroon op een keyboard. Bryan Devendorf’s blote voeten op de grond (die zijn niet rood).

Ik volg de gezichten in het publiek, zij volgen het podiumgeluid. Op het podium geven instrumenten elkaar een plek. Het publiek klapt voor het eerst, en luid, wellicht om de pijn op het gezicht van Dessner te verzachten. 

De zanger laat zijn handen dertig centimeter zakken. Waar hij de microfoon krampachtig tegen zijn mond aandrukte, met zijn kin naar zijn borst en zijn adem naar beneden, heft hij zijn gezicht de zaal in. Een keuze wordt gemaakt, en volgens mij geeft het hem ruimte.

Ragnar Kjartansson ism The National, A Lot of Sorrow, 2013, documentatie van performance.

01:25:00

De mensen voor ons groeien als groep. Op het podium, in de zaal. Hier voel ik de energie van zeven mensen. Mijn eigen verhouding tot deze plek. Wij groeien als groep evengoed.

‘In de kleuterklas had ik in navolging van mijn grote liefde Ruben een paar slakken in de fik gestoken’. Ik denk aan de woorden van Rebekka de Wit in het boek Afhankelijkheidsverklaring dat thuis op de plank staat. ‘Toen de leraar vroeg waarom ik dat deed zei ik dat Ruben het eerst deed. De leraar vroeg: “Maar als Ruben in de sloot springt doe jij dat dan ook?”.’

Snelle bewegingen van handen op snaren. Neuzen dragen druppels zweet.

De Wit zei nee, zoals wij vast allemaal deden. Maar de kans is groot dat dat een leugen was. We kiezen niet voor onze droge kleren, veilig aan de oever van een rivier. We kiezen voor de sprong en voor het naderende water, afhankelijk van de keuzes van elkaar. Ik denk dat dat is wat ik hier zie gebeuren.

01:30:00

Zelven smelten samen. Muziek zonder zang, als vlechtwerk tussen twee Sorrow’s, creëert een trance. Op blote voeten slaat Devendorf daarvoor de maat. Hij verzorgt de bruggen tussen de iteraties van het nummer, het is geen enkele seconde volledig stil.

01:40:00 

Ze zeggen dat je mooier wordt met wijn, een glas of twee. Opener, meer ontvankelijk. Haar wordt hier losser, minder getemd. Spel, stem. De hoge toon is vriendelijker.

‘Sorrow found me when I was young. Sorrow waited, sorrow won.’ Noten glijden in elkaar over. Stemmen worden door elkaar gedragen en bijgestaan. Ruim dertig keer die eerste zin. De zaal is inmiddels geheel gevuld.

_________

Derde uur

02:00:00

_________

Misschien zie je veel beter wat er verandert als je maar een poosje kijkt. Van een tijdswerk word je deel. Je eigen proces blijft niet buiten beschouwing. Ik sluit mijn ogen om beter te horen. Te luisteren, in plaats van te zien. Maar doe ze vervolgens weer open.

Ik zie lichamen die elkaars trillingen dragen, resonerend in de zaal. Ik zie de schoonheid van deze mensen, en volg de beweging van de muziek.

02.30.00

Eigenlijk lijkt het ze best gemakkelijk af te gaan, vast door de trance. Ook de zeven mensen naast me zijn er nog steeds. Waar was die ‘sterkte’ dan voor nodig? Wellicht is herhaling wel de sleutel tot tevredenheid.

Minuten volgen

En toch lijkt de band doodmoe. Blikken worden doffer, de zaal juicht al op noot één. De drummer doet yoga-oefeningen achter zijn drumstel. Het is kwart over vier.

De vrouw naast me fluistert in mijn oor zo wat te gaan eten.

Ragnar Kjartansson ism The National, A Lot of Sorrow, 2013, documentatie van performance.

 

_________

Vierde uur

03:00:00

_________

We zien Kjartansson satéspiesen en maiskolven uitdelen. Er wordt door Berninger grappend om een servet gevraagd. Zijn zang gaat door. De drummer eet, híj neemt de tijd. De rest vult op. Wellicht is dat extra zwaar, die overname wanneer één iemand pauzeert? Hij dept zijn mond. Begint te spelen. Zijn drum blaast het leven de hoge berg weer op.

Sorrow gaat door merg en been. Loslaten, vasthouden, meeglijden, improviseren, ruimte geven, ruimte nemen, orde bewaken, voelen, begeleiden, uitnodigen, sturen, bijéénhouden, leven blazen. Een glimlach die Berninger aan Dessner schenkt is te horen in zijn stem. Alsof er letterlijk energie in de klank wordt gepompt.

A Lot of Sorrow bestaat bij de gratie van relaties. Hoe ieder zijn eigen strijd ook speelt, er wordt hier ruimte aan elkaar geboden. Welzijn, relationaliteit, het hangt samen met wat je bijdraagt.

03:30:00

Gesloten ogen.

Trompetspel.

De zanger zingt voorovergebogen, laat de zwaarte letterlijk uit zijn lijf.  

De vrouw naast me zit met haar hoofd tussen haar benen voorovergebogen op haar stoel. Haar ogen gesloten, haar hoofd deinend van rechts naar links.

De gitarist op links speelt een solo.

Minuten volgen

Stemmen vinden hun ruimte en beginnen mee te zingen in de zaal. Voeten beginnen op de grond hun weg te zoeken. Lichamen draaien zich naar elkaar toe. Er wordt gedanst.

We zitten hier al bijna vier uur zonder te spreken, maar houden rekening met elkaar. We worden vertrouwd met elkaars geluiden, elkaars beweging, aanwezigheid.

Hoe komt het eigenlijk dat we zo gedreven zijn door onze onafhankelijkheid? Dat we zeggen niet te springen als een ander springt?

_________

Vijfde uur

04:00:00

_________

De gitarist op rechts gaat zitten. De speler achter het keyboard staat al bijna vier uur stokstijf stil. De gitaar op links is moe van zijn improvisaties, steunt op zijn gitaarstandaard.

Ik wil helemaal niet dat dit stopt.

Ik denk dat we allemaal niet willen dat dit eindig is, op dit moment.

Wat gaat die leegte zijn wanneer dit moment straks weer is verdwenen?

04:30:00

‘Can we do this one again please? It’s the best one’, vraagt de zanger nu aan zijn team. De band zoekt interactie bij elkaar. Gaat tegenover elkaar staan, laat elkaars glimlach meermaals toe. Ik denk dat ze voelen dat de tijd langzaam nadert.

04:45:00

Het nummer loopt vlekkeloos in elkaar over. De zaal klapt het ritme mee.

Zie ik verdriet? Is het vervulling?

Het werk is bindend, dat sowieso. Helend zelfs. Het geeft troost, ondanks dat ik dat niet nodig heb. En het is levend, ondanks dat het werk hier niet live is.

Een live moment elders dat allang niet live meer is, voert ons tot eenzelfde staat. Ik heb het gevoel dat de samenwerking daar, hier evengoed aanwezig is. En dat het gezamenlijk uithouden van een voorgenomen doel staat bij de kracht van relationaliteit. We kunnen verbinding vinden in het samen spenderen van tijd. Het vormt een basis voor onze relaties.

_________

Zesde uur

05:00:00

_________

Er wordt gezongen met een wortel in de mond. Wijn uitgedeeld in plastic glazen. De drum staat zichzelf steeds meer toe te improviseren. De trompet improviseert al langer. De zanger wordt opstandig: spreekt zijn gezongen zinnen in versneld tempo vol humor uit.

Ragnar Kjartansson ism The National, A Lot of Sorrow, 2013, documentatie van performance.

05:15:00

Ik beweeg op mijn stoel. Zouden de mensen naast me eigenlijk ook graag willen dansen zoals de mensen daar in New York nu doen?

Wijn wordt bijgeschonken. Er wordt geklapt in de zaal. Niet per se om de muzikanten er doorheen te trekken, eerder als de viering van een einde dat snel komt. En om het nog niet voorbij te laten zijn.

Minuten volgen

Muziek. Leven. Tijd. Het lijken de ingrediënten voor een knap straaltje vakmanschap. Alsof de vertraging waarin je stapt een cabine creëert waaruit je niet ontsnappen wilt. Maar de tijd vliegt voorbij.

Het is eenvoudig en tegelijkertijd ondoorgrondelijk. Wij veroorzaken trilling en het is uiteindelijk trilling die ons veroorzaakt. Wat als we dit gevoel door laten resoneren? In onze longen, in de lucht, onze ademhandeling, uitademend de wereld in. Zou deze zaal de trillingen gaan dragen van de mensen die hier zijn? Zou dat richting geven?

A Lot of Sorrow spiegelt hoe verweven alles is. Het stelt een kunstwerk daarmee ook open, toont de interactie die haar vormt.

05:30:00

Het kan aan mij liggen, maar het nummer wordt steeds mooier. Het ongemak dat ik vijf uur geleden voelde is in ieder geval volledig weg. De zeven gezichten naast mij zijn in de lucht gehesen. Iedereen voelt het, niemand praat.

Ik tel inmiddels zeven glazen wijn voor zanger Matt. Ik voel ze ook.

05:45:00

Misschien is het de wijn. Misschien de emotie. Misschien zijn het de laatste tien minuten. Maar Matt zingt naar binnen. Mompelt in zijn microfoon. Komt niet uit zijn woorden, huilt.

Dit voelt als een marathon.

Net als de mensen in Amerika ga ik op puntje van mijn stoel zitten.

Negen glazen wijn.

En dan stopt het spel. Glazen proosten in de lucht. De bandleden verdwijnen, maar komen nog één keer op. Een toegift.

___________

Laatste uur

06:00:00

___________

“This one is called Sorrow.”

Ragnar Kjartansson ism The National, A Lot of Sorrow, 2013, documentatie van performance.

___________________

Locatie: Aan de bar

Tijd: 19:35 

Na afloop blijkt een van de aanwezige marathonkijkers geen kunstkenner, museumliefhebber, of gewone gast. Hij is fanatiek fan. Ik probeer in zijn blik te lezen hoe hij zich voelt. We drinken een glas champagne aan de bar. Ik lees één emotie. Vervulling.

Inmiddels heb ik de 6 uur, 9 minuten en 35 seconden een tweede keer beleefd in het uitschrijven van deze notulen. Het bijzondere is dat ik er nog steeds geen verveling in ben gaan voelen. Alsof ik na de sessie de magie van tijd meer heb begrepen. Ik probeer te duiden wat de niet geplaatste vinger leert. Het geheim: tijd zelf is een ingrediënt dat vormt tot relationaliteit. Het spenderen van tijd met elkaar vraagt toewijding en engagement. In het luisteren en ontvangen van elkaars trillingen, kan een relatie groeien. Het lijkt de precariteit van het moment zelf dat dan gebeurt.

Wanneer ik de zeven onbekenden achter me laat om thuis op de bank te kruipen voel ik me verward, maar vooral voldaan. Ik raad je aan een streep te trekken, en dank de band, de kunstenaar en het museum voor het faciliteren van de mijne. Waarschijnlijk was het anders nooit gelukt.

De tentoonstelling Time Changes Everything met daarin de registratie A Lot of Sorrow is nog t/m 29 januari 2023 te zien in De Pont, Tilburg

Liza Voetman

is schrijver en kunstcriticus

Recente artikelen