metropolis m

Installatie in de tentoonstelling ‘Karel Martens: Re-production’, IS A Gallery, Sanghai, 2021. De installatie bestaat uit de pagina’s van het boek ‘Karel Martens: Uranus’, Roma Publicaties 412, 2021

Deze week werd bekend dat aan Karel Martens de BNO Piet Zwart Prijs is toegekend, een oeuvreprijs die wordt gegeven aan een ontwerper die van grote betekenis is voor de ontwikkeling van het Nederlandse ontwerp. In het kader van deze toekenning publiceren we het interview dat Lisette Smits met hem had (gepubliceerd in Metropolis M Nummer 3-2023 Tegen Leeftijd, waarin zij terugblikken op de zestig jaar dat hij werkzaam is als ontwerper, grafisch kunstenaar en docent.

Het oeuvre van ontwerper en grafisch kunstenaar Karel Martens beslaat ruim zestig jaar en beweegt zich gestaag tussen ambachtelijk-analoge principes en de mogelijkheden van digitale technieken. Hij is onder andere bekend van zijn zinderend grafische werken die menige cover siert van de boeken die hij ontwierp voor Van Loghum Slaterus uitgevers (1960/70) en zijn rauwe, gevoelige ontwerpen voor de socialistische uitgeverij SUN (1970). Samen weerspiegelen ze de tijdsperiodes die zijn werk heeft doorgemaakt: sociaal-politiek engagement in de jaren zestig en zeventig, de opkomst van de computer en digitalisering in de jaren tachtig en negentig, tot en met de ‘grenzeloze’ jaren nul. 

Wat heeft Martens voor het grafisch ontwerp in Nederland betekend? Je zou kunnen zeggen dat als Jan van Toorn de ideoloog is en Willem Sandberg de visionair, dat Karel Martens de humanistische (en ook wel romantische) pragmaticus is. Hij digitaliseerde opnamen van de planeet Uranus, deconstrueerde deze en bouwde het complete beeld van de planeet weer op in grafische composities, gepresenteerd in tentoonstellingen in Shanghai, Tokio en Amsterdam. Een groot deel van zijn werk is gebaseerd op het getallenprincipe van de Vedische mathematica waarin de nul niet bestaat. 

Terwijl ik het met hem graag wil hebben over de grote ideeën achter zijn werk, houdt Martens het liever klein. Steeds haalt hij weer een werk aan, legt hij uit, vertelt hij anekdotes, of weet hij de aandacht op een detail te richten. Hij heeft ontroerend veel liefde voor zijn werk, voor materiaal, voor het vak, en voor het ‘familiebedrijf’ – de mensen met wie hij samenwerkt. Hij is erdoor omringd in zijn volle studio in Amsterdam, met archiefdozen, boeken en materialen, en natuurlijk de grote handmatige drukpers. Op weg ernaartoe loop ik langs de vele startups die de creatieve industrie in het gegentrificeerde gebied rondom het IJ rijk is. ‘Image manipulation’, staat er op een ruit. Het is tekenend. De manipulatie van beeld is geen onderwerp meer van kritische analyse maar een doel op zich geworden. In het werk van Martens is het onderzoek naar de constructie van beelden juist een van de pijlers van zijn praktijk – radicaal en nietsontziend eerlijk. 

Zijn rol binnen het ontwerponderwijs is onbetwist. Voor veel (oud)studenten is Martens een belangrijke referentie en inspiratie, ook sinds hij is gestopt met lesgeven. Zelf zegt hij veel geleerd te hebben van zijn studenten. Hij gaf onder meer jarenlang les aan Yale University (New Haven) en was samen met grafisch ontwerper Wigger Bierma de oprichter van de Werkplaats Typografie in Arnhem. Opdrachten en andere projecten worden vaak in samenwerking met (oud)studenten gerealiseerd. Tegen wil en dank is Martens – zelfverklaard aanhanger van het amateurisme –  misschien wel een cultfiguur geworden, een mastodont in een ontwerpveld zoals ze bijna niet meer bestaan, en die we daarom moeten koesteren.  

  

Karel Martens in zijn studio in Amsterdam, foto Diederik Martens

Lisette Smits

 Ik wil graag wat filosoferen met jou over je werk, over onderwijs, over het politieke, en over het leven in het algemeen. 

er Karel Martens

[answer Karel Martens] ‘Leuk.’ 

Lisette Smits

Want eigenlijk weet ik niet veel over grafisch ontwerpen [lacht]. 

er Karel Martens

[answer Karel Martens] ‘Dat is ook niet zo belangrijk.’ 

Lisette Smits

 Hoe gaat het met je? 

Karel Martens

‘Ik voel me heel goed. Wat wel heel aardig is, en waar ik ook door verrast word zo in de herfst van mijn leven, is dat ik een zekere bekendheid begin te krijgen. Overal in de wereld komen opdrachten vandaan, uit New York, Londen, Korea, China, Japan.’ 

Lisette Smits

Waarom wordt jouw werk daar zo opgepikt? 

er Karel Martens

[answer Karel Martens] ‘Daar heb ik ook over nagedacht. Ik ben twee keer in Korea geweest, de eerste keer was op uitnodiging van Min Choi, een oud-student van mij van Yale. Ik heb veel te danken aan studenten die mij daar hebben geïntroduceerd. Maar misschien is het vooral de Dick Bruna-achtige simpelheid van mijn werk die herkend wordt.’

Lisette Smits

Werk je nog steeds iedere dag?

Karel Martens

‘Ja, iedere dag, heel gedisciplineerd. Dat heb ik altijd gedaan maar nu zorgt Lous [partner van Martens] ook voor de balans, dat het niet doorslaat, dat is wel goed.

Lisette Smits

 Waar ben je mee bezig?

Karel Martens

‘ Met heel veel dingen. Ik heb net een project afgerond samen met Klaartje en Aagje, in opdracht voor Liberty.’ 

Lisette Smits

Dessins voor textiel?

Karel Martens

 ‘Ja, eigenlijk komt van het een het ander. Maar mijn centrale werk is toch wel het drukken. Alle afgeleide ontwerpen komen meestal naar aanleiding van mijn drukwerk tot stand.’

Lisette Smits

‘Deze opdracht heb je samen met je dochters ontwikkeld. Aagje is grafisch ontwerper, en Klaartje is productontwerper. Is die samenwerking met hen de laatste jaren geïntensiveerd?’ 

Karel Martens

 ‘Het is eigenlijk een beetje organisch gegroeid dat ik met Aagje en Klaartje samenwerk. Uit de samenwerking met Diederik [zoon van Martens]  is de sluimerende onderneming Weekend Productions ontstaan. In Berlijn kwam ik de zoon van een collega-ontwerper uit de VS tegen en die vroeg me hoe ik het had geregeld met de familie. Ik vertelde hem daar niet mee bezig te zijn en toen zei hij dat zijn vader dat ook altijd zei en op een gegeven moment was hij er niet meer. Moesten hij en zijn zus alles nog regelen. Vandaar dat we nu het familiebedrijf martens en martens hebben opgericht en de continuïteit gewaarborgd is. 

Lisette Smits

Ik vind het zo goed dat je gewoon doorwerkt. 

Karel Martens

‘In die zin is er niet veel veranderd, het is gewoon je neus achterna lopen. Ook met dat drukken, dan druk ik iets en dan weet ik eigenlijk nog niet waar ik naartoe wil. Als de inkt de volgende dag droog is, word ik verleid het te verscheuren of ermee verder te gaan. En dan kan er ineens een richting ontstaan die me bevalt. Ik geloof in organische processen. Zo is ook het boek voor Vlisco ontstaan. Ik kreeg de opdracht om een onderzoek te doen naar de textielontwerpen van Vlisco en die opdracht gaf me de gelegenheid om door te gaan op dingen die ik al in 1960 deed.  Een afgeleide is het boek patterns (2021, uitgegeven door Roma Publishers).’

Karel Martens, Magisch vierkant, 2008 , gebaseerd op het magische vierkant van de Vedische mathematica

Mijn werk is onderzoek. Dat is toch de essentie van het leven, en het is iets waarover je zelf heer en meester bent

Lisette Smits

Je bent opgeleid als kunstenaar en niet als grafisch ontwerper. 

Karel Martens

‘Grafisch ontwerpen bestond toen nog niet. Op de academie heette de richting Reclame en Illustratie. Ik ben op aanraden van mijn zusje naar de academie in Arnhem gegaan, zij studeerde daar al. Tekenen en wiskunde waren op de middelbare school mijn sterke kanten en ik wilde eigenlijk wiskunde studeren. Dat kwam ook door mijn wiskundeleraar op de HBS, die ontzettend fascinerend over de magie van getallen kon vertellen. Die fascinatie heb ik altijd gehouden en het zit in veel van mijn werk. Het was fantastisch om op de academie terecht te komen, daar kwam ik in contact met Ad Roskam en Henk Peeters die voor mij zeer stimulerend waren. Met uitzondering van wiskunde was mijn schooltijd een permanente desillusie. Ik ben dyslectisch en in die tijd, als je dyslectisch was, was je ook dom.’ 

Lisette Smits

De mentaliteit die uit je werk spreekt is nadrukkelijk antiautoritair en heeft toen waarschijnlijk al vorm gekregen. Je werk levert denk ik ook een andersoortige kennis op en zet zich misschien wel af tegen officiële kennis. 

Karel Martens

‘Mijn werk is onderzoek. Dat is toch de essentie van het leven, en het is iets waarover je zelf heer en meester bent. De samenwerking met de SUN [1] was voor mij ook een fantastische tijd. Ik kwam toen met allerlei mensen in contact, niets was vrijblijvend, en het was ontzettend stimulerend een opdrachtgever te hebben die heel betrokken is. Over boekomslagen werd urenlang gediscussieerd.’ 

Lisette Smits

 We hebben het nu over de jaren zeventig? 

Karel Martens

‘Ja. Ik werd aangenomen op aanraden van Henk Peeters vanwege zijn waardering voor mijn posters voor het Nijmeegs Filmhuis. Het was een heel andere wereld waar ik terechtkwam. Ik kwam er ook in aanraking met een cultuur die ik van huis uit niet kende. Ik ben opgegroeid in een middenstandsmilieu, mijn ouders hadden een café-restaurant. Die andere wereld bracht ook andere waarden met zich mee. Ik herinner me dat ik als nuchtere boerenjongen voor het eerst met het zwarte vierkant van Malevich werd geconfronteerd. Een onverklaarbare abstracte ervaring die je niet goed onder woorden kunt brengen. Ik ben een aanhanger van het modernisme in die zin dat je de taak hebt om de tijd waarin je leeft te doorgronden en te vertegenwoordigen. Om de oorspronkelijkheid van het nieuwe te verkennen in plaats van het conventionele te omarmen.’

‘Ik vind dat iedere handeling politiek is omdat daaruit blijkt hoe je in het leven staat.’

Pagina's uit filmpje 'Not for Resale', 2000, uit het boek 'Karel Motion', Kunstverein, Roma Publication 290, 2017

Lisette Smits

Je hebt natuurlijk alles al verteld. Al jouw posities, zowel ten aanzien van je werk en die van het onderwijs staan in het boek karel martens, printed matter/ drukwerk, 1996, Hyphen Press, inmiddels de vierde editie. Iedere nieuwe editie is bovendien aangevuld met je meest recente projecten. Getuigt dit van een verlangen naar compleetheid, of is het eerder een kwestie van eindeloosheid?

Karel Martens

 ‘Het concept van het boek is van Jaap van Triest. In plaats van een beknopte samenvatting is het uitgedijd tot een omvangrijke verzameling, een substituut voor mijn slechte geheugen. Ik heb altijd verzameld en bewaard. Mijn studio hangt vol met dingen aan de muur. Toen in mijn atelier in Hoog-Keppel de muur moest worden opgeschoond, heeft Klaartje iedere tien centimeter van die muur vastgelegd op dia. Later heb ik met dat materiaal, samen met studenten van de Jan van Eyck academie, waar ik toen les gaf, een film gemaakt. Op de computer, waar ik voordien nog niet mee had gewerkt. En ineens zit je dan in het gebied van editing, hoe moeten al die beelden verspreid worden, welke verbanden zijn er tussen de beelden, hoe maak je de overgangen? Met zoveel materiaal ben je eigenlijk in nood, als het ware. Het leven is gewoon in nood zijn en proberen er zo goed mogelijk uit te komen! [lacht]. Ik had ook een oud verlangen om nummers achter elkaar te zetten en dat kon ik hier ook mooi in kwijt.’ 

Lisette Smits

Om nummers achter elkaar te zetten en daar een filmpje van te maken?

Karel Martens

‘Ja, geïnspireerd op een garderobe-bonnenboekje.’

Lisette Smits

 Wat is daar zo fascinerend aan?

Karel Martens

‘Gewoon door het aan te gaan. Soms komt er iets uit. Soms breng je het tot iets anders. De show must go on. Ik was niet ontevreden. Ik heb geleerd dat je iedere gedachte die in je opkomt moet uitvoeren. Dat leidt niet altijd tot succes, maar wel vaak tot iets. Als ik ergens spijt van heb, dan is het van de dingen die ik niet heb gedaan maar wel had willen doen.’ 

Lisette Smits

Hoe zou je werk eruit hebben gezien als je was opgeleid – en opgegroeid – met de computer?

Karel Martens

‘Aanvankelijk was ik helemaal niet van plan om nog met de computer te beginnen, want ik ben niet zo handig in de digitale wereld, maar de mogelijkheden zijn eindeloos, dus ik heb me er wel aan overgegeven. En sindsdien doe ik heel veel op de computer, en doe ik dingen die vroeger onmogelijk waren. Vroeger was alles gelimiteerd, maar limieten bestaan niet meer. Vandaar dat ontwerpen er vaak ook te complex uitzien, met al die gelaagdheid. Terwijl beperkte middelen een werk overtuigender kunnen maken. Ik ben blij dat ik uit het analoge tijdperk kom, maar veel van mijn werk zou ik nooit zonder computer hebben kunnen maken. Het is een wisselwerking tussen die twee. Ik ben opgeleid in het boekdruktijdperk, met het monotype-systeem, maar niemand die nog weet wat dat is. [Monotype is een machine zetsysteem waarbij pagina’s worden opgebouwd door middel van losse letters].Toen ik ging lesgeven in Arnhem werd ik gestationeerd in de drukkerij en ben ik dat boek van Huib Van Krimpen over het maken van boeken gaan lezen, want ik dacht: ik moet die studenten uitleggen hoe het monotype-systeem werkt. Gert Unger kwam een keer een lezing geven over letters en die zei tegen die studenten: “Het monotype-systeem, dat kennen jullie natuurlijk allemaal.” Niemand. Toen dacht ik, hoe kan dat, ik heb dat toch allemaal uitgelegd? Daar heb ik van geleerd dat je studenten niet iets moet leren wat ze niet nodig hebben.’ 

Lisette Smits

 Terwijl heel veel docenten zullen denken, je moet wel weten waar iets vandaan komt.

Karel Martens

‘Voor mij was het een les om op een andere manier met studenten om te gaan. Kunstonderwijs is een heel specifieke manier van onderwijs waar je uit moet gaan van het aanwezige verlangen. In die boekdruktijd werkte ik voor Bep van Tricht bij Van Loghum Slaterus uitgevers.[2] Ik zat alleen in een kamertje en kreeg dan een manuscript waar ik een boek van moest maken. Dat was destijds een complex proces, dat ik daar gaanxdeweg heb geleerd van Van Tricht. Toen ik bij de SUN ging werken kwam de offset techniek op, een reproductietechniek die veel goedkoper was. De SUN bracht herdrukken uit van boeken die niet meer in de handel waren. Met de offset techniek kon je de tekst fotograferen en op de plaat brengen, wat minder duur was waardoor de boeken ook goedkoper verkocht werden.’

Lisette Smits

 Bij de SUN ging je ook werken met een ander soort beeldtaal.  

Karel Martens

‘Eigenlijk wel. De SUN had een maatschappijkritische signatuur en ik voelde daar verwantschap mee. Voor mij was het een hele goede club om voor te werken. Zeer gemotiveerd. We discussieerden tot diep in de nacht.’  

Lisette Smits

 In hoeverre heb jij je vereenzelvigd met de politieke context waarin de SUN zich profileerde? 

Karel Martens

 ‘Hun motivatie sprak me aan. Ik woonde destijds in Ubbergen aan de Pompweg en mijn buurman was Dick Meerman. Dick was als ethicus verbonden aan de universiteit in Nijmegen en samen hebben we de Pomppers opgericht. De Pomppers heeft maar één boek uitgegeven: het Portugal boekje [Het land voor wie het bewerken, Pomppers, 1977]. Het was het initiatief van o.a. politicoloog Paul Hoebink en Mayke van Dieten van SUN. Sun heeft het in elkaar gezet. In Nijmegen had je een actieve krakersbeweging en daar vonden allerlei activiteiten plaats rondom politieke kwesties zoals de Vietnamoorlog en de situatie in Portugal na de Anjerrevolutie. De opbrengst ging naar de goede zaak.’

Lisette Smits

 Jouw maatschappelijke geëngageerdheid is niet expliciet. In de SUN tijd ben je betrokken maar toch ook op de achtergrond. Je staat niet op de barricaden maar je hebt wel op verschillende momenten gezegd ‘de wereld deugt niet’. 

Karel Martens

  ‘Ja, nog steeds niet.’

Lisette Smits

 Dus toch politiek?

Karel Martens

  ‘Het is maar wat je eronder verstaat. Ik vind dat iedere handeling politiek is omdat daaruit blijkt hoe je in het leven staat. Daar geloof ik meer in dan de barricade.’

Lisette Smits

 Jouw werk is in mijn ogen politiek omdat het voortkomt uit een ontwerpmentaliteit – we hebben antiautoritair al genoemd – waar ruimte (c.q. de pagina) optimaal gebruikt wordt. Er is aandacht voor de economische en ecologische kant van het gebruikte materiaal (en de inkt), en ook aandacht voor het waardeloze. Alles krijgt steeds weer een nieuwe kans binnen die mentaliteit. Het heeft ook iets onuitputtelijks, dat dingen steeds opnieuw gebruikt kunnen worden. 

Karel Martens

 ‘Het politieke zit hem ook in een vorm van speelsheid en het openbreken van conventies. Met een zeker openheid. Ik vind het belangrijk dat de beslissing bij de lezer ligt.’

Lisette Smits

  Je zoekt iedere keer een soort confrontatie met de werkelijkheid op? 

Karel Martens

‘Ik probeer twee werelden bij elkaar te brengen. Ik heb ook waardering voor ambtenaren. Op die gevonden archiefkaarten staan soms getypte teksten en dat voelt voor mij als concrete poëzie. Die wereld van een ambtenaar die er met een typemachine teksten op heeft getikt, met die inspringingen, dat is de ritmiek en het mysterie die je ook in concrete poëzie aantreft. Die twee werelden bij elkaar brengen vind ik interessant, die vreemde codes en de streep die er doorheen getrokken is, dat is eigenlijk al conflicterend met de absoluutheid van zo’n cirkel, van die genadeloze druk.’ 

Karel Martens, Monoprint op archiefkaart

Die wereld van een ambtenaar die er met een typemachine teksten op heeft getikt, met die inspringingen, dat is de ritmiek en het mysterie die je ook in concrete poëzie aantreft

Karel Martens, Monoprint op archiefkaart, 2016

Lisette Smits

 Hoe kijk je naar de nieuwe generaties?

Karel Martens

 ‘Ik zie gelukkig veel spannende dingen gebeuren bij de komende generatie. Maar ook toch nog wel een teruggrijpen op traditionele benaderingen. Daar zit voor mij niet de uitdaging. Ook zou ik in deze tijd geen energie in het ontwikkelen van een schreefletter willen stoppen.’

Lisette Smits

 Waarom niet?

Karel Martens

 ‘Nou, die zijn er al zoveel, stop je energie in iets anders!’ 

Lisette Smits

 Je bent wel streng. Maar je hebt wel weer een hekel aan principiële standpunten. 

Karel Martens

 ‘Er moet een reden zijn voor een schreefletter.’

Lisette Smits

 Het modernisme zelf staat ter discussie, omdat het een uniformiteit propageert waar een groot deel van de mensheid zich totaal niet door gerepresenteerd voelt. In dit nieuwe identiteitsdenken kan een schreefletter ook weer ergens voor staan. 

Karel Martens

 ‘Dat is ook het dilemma. Als ik al die uren terug zou kunnen krijgen die ik heb besteed aan het kiezen van een letter! Er zijn uitzonderingen, want de letters van Radim Pesko vind ik wel heel goed. Ik gebruik nu vrij veel een typemachineletter, dat is ook een cliché maar heeft minder pretentie dan een Garamont.’ 

Lisette Smits

 Als je terugkijkt, zeg je dan dat het eigenlijk niet uitmaakt wat voor letter je gebruikt?

Karel Martens

  ‘Nou, dat zou ik niet zeggen. Met Jaap van Triest [editor van Karel Martens: printed matter] heb ik Monotype Grotesque  veel gebruikt, niet alleen de standaard maar ook de vette vorm. Omdat die iets onregelmatigs heeft. Ik vergelijk een letter met een [menselijk] wezen, vandaar het woord “karakter. Als er iets verkeerds aan een letter zit, dan kan dat juist heel karakteristiek zijn.’

DIT ARTIKEL IS EERDER GEPUBLICEERD IN METROPOLIS M NUMMER 3 -2023 – TEGEN LEEFTIJD. STEUN METROPOLIS M, NEEM EEN ABONNEMENT. ALS JE NU EEN JAARABONNEMENT AFSLUIT STUREN WE JE HET NIEUWSTE NUMMER GRATIS TOE. MAIL JE NAAM EN ADRES NAAR [email protected]

1De Stichting Socialistiese Uitgeverij Nijmegen (SUN) werd in 1969 opgericht. Al spoedig formeerde zich een vaste groep personen die de uitgeverij gedurende haar hele bestaan zou dragen. Deze SUN-staf werd geleid door Hugues Boekraad. De uitgeverij was gespecialiseerd in maatschappijkritische werken over filosofie, geschiedenis, architectuur en kunst, en richtte zich op drie typen uitgaven: tijdschriften, herdrukken, en nieuwe publicaties. SUN werd in 2002 overgenomen door Boom uitgevers. Hugues C. Boekraad (b. 1942) is criticus, vertaler, dichter en redacteur. In de jaren 1967-1969 was hij een van de leidende figuren van de Studenten Vakbeweging (SVB). Hij stond binnen de Nijmeegse studentenbeweging bekend als de ideoloog. Bij SUN richtte hij zich als redacteur op de politiek-ideologische kant van de uitgeverij.

2 Van Loghum Slaterus uitgevers, Karel Martens eerste opdrachtgever voor langere tijd. Van Loghum Slaterus uitgevers werd in 1918 opgericht in Deventer. De uitgeverij had een sterk humanistische grondslag en in de jaren dat KM ervoor werkte (1960/1970) vormden boeken over sociale wetenschappen, psychologie en psychiatrie de kern van de uitgeverij. 

 

Lisette Smits

Recente artikelen