Annex: Thierry Oussou – Impossible is nothing, Centraal Museum, Utrecht © Centraal Museum Utrecht / Gert Jan van Rooij
De sociale archeologie van Thierry Oussou
Het afgelopen jaar bracht Thierry Oussou (1988, Allada, Benin) veel succes en erkenning. Hij won de Koninklijke Prijs voor de Schilderkunst en in het Centraal Museum, tijdens de populaire expositie Stoel neemt stelling, is een speciale zaal ingeruimd voor zijn werk Impossible is Nothing, waarin een opgegraven troon uit een oud koninkrijk in Benin centraal staat. Leana Boven gaat met hem in gesprek over dit werk en zijn diepste wens: ‘Het is een van mijn doelen hedendaagse kunst naar een nieuw publiek in Benin te brengen.’
Impossible is Nothing is een werk dat Thierry Oussou startte in 2014 en in 2016 voor het eerst werd tentoongesteld in de Rijksakademie. In 2018 werd het werk vertoond tijdens de tiende Berlin Biënnale, en in 2019 op de Essex Universiteit in het Verenigd Koninkrijk alsook in Dakar. Het werk gaat over herinneringen, archeologie, educatie en de teruggave van roofkunst. Centraal staat een zetel, een replica van de troon van Koning Béhanzin (1845-1906), de laatste koning van Dahomey, tegenwoordig Benin. Oussou vertelt dat de troon in Utrecht voor het eerst wordt gepresenteerd in een museum, waar ze vergezeld zal gaan van verschillende historische objecten. Oussou: ‘Toen ik dit project begon, dacht ik veel na over geroofde artefacten en hoe deze vaak in musea worden geplaatst zonder (historische) context. Ik probeer dat anders te doen en stel de herinnering aan de orde.’ Hij vertelt verder: ‘Voor de uitvoering van het project heb ik samengewerkt met Elias Boko, een vriend die beeldhouwer is. In Benin vind je niet veel mensen die beeldhouwer zijn en deze troon zouden kunnen maken, maar hij kan het wel en staat er ook om bekend. Veel mensen, ook van buiten Benin, benaderen hem om een replica van de troon in handen te krijgen.’
Voor Oussou gaat het niet enkel om het object. De culturele waarde van het in het object gerepresenteerde ambacht is zo mogelijk nog belangrijker. ‘Toen ik Boko in 2014 vroeg de troon te maken, was zijn ambacht al aan het verdwijnen in Benin. Het werk is voor mij ook een manier om zijn ambacht te eren.’ Hij noemt het sociale archeologie, het opduiken van waardes die in de gemeenschappen van zijn land verloren dreigen te raken. Zijn werk staat bol van dit soort cultureel herstel, in letterlijke maar soms ook meer symbolische zin. ‘Ik besloot de troon te begraven op een plek die alleen ik kende, op een archeologische locatie in het Koninkrijk van Allada. Later benaderde ik een vriend die docent is om voor dit project samen te werken met studenten van de afdelingen archeologie en geschiedenis. De studenten wisten niet wat ze zochten en begonnen met het doen van onderzoek en het documenteren hiervan. Uiteindelijk vonden ze de troon en heb ik deze later naar Amsterdam gehaald.’
Naast de troon worden in het Centraal Museum ook een glazen ginfles en aardewerk tentoongesteld worden. Oussou vertelt: ‘Ik wilde deze fles heel graag laten zien, want het maakt deel uit van onze geschiedenis. Als je in Benin met iemand wilt trouwen is het gebruikelijk cadeaus mee te nemen, en deze fles gin is iets dat je zou meenemen als cadeau. De locatie waar ik deze fles vond is vlakbij het koninklijke paleis, en een fles gin zoals deze was een eeuw geleden alleen bestemd voor de koning. Inmiddels bestaat deze specifieke fles gin niet meer. Ik wilde de fles graag tonen, want deze was in het verleden door kolonisten hierheen gebracht en maakt dus onderdeel uit van ons koloniale verleden. Ik heb er ook een persoonlijke band mee, want mijn oude atelier maakt deel uit van het paleis en was een plek die toebehoorde aan mijn grootvader.’
Oussou legt uit dat hij een aantal culturele voorwerpen en gebruiken die verdwenen zijn probeert terug te brengen en zo te conserveren en archiveren voor de volgende generatie. Naast deze artefacten zal hij ook een video laten zien over het archeologisch onderzoek en hoe ze de troon hebben gevonden. ‘Bezoekers zullen veel leren over de cultuur van Benin. Ze zullen ontdekken dat deze troon macht heeft. Ik wil dat ze rechtstreeks met de troon praten, en om deze reden is er alleen de titel zonder enige beschrijving van het werk. De titel alleen al kan mensen aanspreken. De troon zal in een afgesloten ruimte worden geplaatst, zodat bezoekers haar alleen door een klein gaatje kunnen waarnemen. Ook komt er een totebag met de tekst Impossible is Nothing erop, die bezoekers kunnen kopen in de museumwinkel. Deze tas zal je blijven herinneren aan je doelen en dromen. Mensen die deze tas hebben zullen er elke dag aan worden herinnerd dat niets onmogelijk is.’
Thema's
‘Als het land dat deze culturele eigendommen terugeist geen goed plan heeft voor het behoud en de valorisatie van deze eigendommen, zou het in mijn ogen mogelijk moeten zijn om de objecten, ook al komen ze oorspronkelijk uit een ander land, op een andere locatie te bewaren’
Roofkunst
Ik vraag Oussou over de zeer actuele restitutiediscussie, nu steeds meer landen zich bereid verklaren delen van hun verzameling artefacten uit Benin, aan het land terug te geven. Oussou antwoord: ‘Toen ik met mijn project begon was het verre van een veelbesproken onderwerp. Het is goed om terug te blikken en stil te staan bij de gemaakte vorderingen. De gesprekken lopen inmiddels erg goed. Benin zit er bovenop en kreeg onlangs nog 26 artefacten terug van Frankrijk. Op sociale media zie je veel foto’s van president Patrice Talon van Benin en president Emmanuel Macron van Frankrijk die de overdracht bezegelen. Die twee hebben een goede relatie opgebouwd en dat heeft een gunstig effect op de problematiek rond het gestolen erfgoed. Ik ben daar natuurlijk erg blij om, maar ik had niet kunnen voorzien dat het zich zo zou snel in het voordeel van Benin zou ombuigen. De titel van mijn project verwijst daar ook naar. Impossible is Nothing spreekt over een moment van hoop.’
Het is nog te vroeg om precies te zeggen wat het land met de gerestitueerde goederen zal doen, maar het is wel iets dat Oussou erg bezighoudt, vertelt hij: ‘Het is goed om deze artefacten terug te hebben, maar wat gaan we ermee doen als ze terug zijn? Hoe zal onze relatie met deze artefacten zijn? Wat gaan we in deze tijd en op dit moment over dit object zeggen of schrijven? President Talon heeft er een vrij specifieke mening over. Hij stelt dat de objecten geen religieuze functie meer hebben, maar juist staan voor Benins gemeenschappelijke, republikeinse en seculiere cultuur: “If the spirituality that can be conferred on them is only a neutral spirituality, then it is republican.” Voor hem staan ze symbool voor de toekomst van de republiek, zijn nieuwe plek in de wereld. In Benin worden verschillende musea gebouwd. Er wordt gewerkt aan enkele culturele en toeristische projecten, die het land en zijn geschiedenis internationaal op de kaart moeten zetten. Het Beninse parlement is al bezig om de geschiedenis van deze schatten te introduceren in het Beninse onderwijs.’
Ook in Nederland bevinden zich veel geroofde kunstvoorwerpen uit voormalige gekoloniseerde gebieden. Oussou vindt het geen uitgemaakte zaak dat die terug moeten. ‘Als het land dat deze culturele eigendommen terugeist geen goed plan heeft voor het behoud en de valorisatie van deze eigendommen, zou het in mijn ogen mogelijk moeten zijn om de objecten, ook al komen ze oorspronkelijk uit een ander land, op een andere locatie te bewaren. Zo bezien denk ik dat het mogelijk moet zijn te kunnen zeggen dat iets oorspronkelijk uit Suriname komt, maar we het in Nederland willen hebben of bewaren. Dat is mijn standpunt.’
We komen aan het eind van het gesprek nog eens te spreken over sociale archeologie, zijn interesse in de immateriële arbeid waaruit het werk ontstaat. Hij wijst er op dat het voor hem een actuele interesse is, niet zozeer een historische. Momenteel richt hij zich bijvoorbeeld op een gemeenschap in Benin die katoen teelt. ‘Ik woon bij deze gemeenschap en ben betrokken bij de landbouw. Ik documenteer wat ze maken en ik wil het proces van het maken van katoen laten zien.’ Hij is van plan om het volgend jaar te exposeren tijdens de Aichi Triënnale in Japan. Het project raakt aan conversaties omtrent de economie in Benin en Afrika in het algemeen, slavernijgeschiedenis, en ambacht. Ook in Nederland werkt hij met het concept, maar dan gericht op mensen die in het openbaar vervoer en de bouw werken. Hij wil de arbeiders die bijna onzichtbaar zijn centraal stellen, hun leven en werk zichtbaar maken. ‘Als ik er werk over maak zal het buiten de officiële kunstruimtes getoond worden, in de openbare ruimte en op reclameborden bij de bushaltes. Voor mij gaat het erom mensen in mijn werk te betrekken en bepaalde sociale structuren en dynamieken bloot te leggen die niet altijd zichtbaar zijn.’
Impossible is Nothing
Centraal Museum Utrecht 23.9.2023 — 14.1.2024
Thierry Oussou komt uit Benin en woont sinds 2015 in Amsterdam. Hij was twee jaar resident bij de Rijksakademie en werkt samen met de Lumen Travo Gallery in Amsterdam.
Leana Boven
is a curator, cultural programmer and researcher with a background in gender and (post)colonial studies. She curated the exhibition On Collective Care & Togetherness at MAMA in Rotterdam, and currently works as a curator at Casco Art Institute: Working for the Commons