metropolis m

A Slowdown at the Museum
Extra City, Antwerpen

De Roemeense curator Mihnea Mircan deed dit jaar zijn intrede als artistiek directeur van Extra City met een krachtige tentoonstellingsreeks die is opgebouwd rond de levensloop van een fictief museum: ontstaan, zelfreflectie, verval en mogelijke vernieuwing. Het drieluik startte in het voorjaar met Museum of Speech, waarin de focus lag op het beeldende van taal. Met tekstperformances, boekinstallaties, tekstuele werken en taalfilosofische experimenten die de bezoeker moet opzeggen of uitvoeren werd een fictief museum in het leven geroepen. Het tweede deel, getiteld Museum of Display, vond plaats in de zomer. Het thema ‘display’ diende als alibi om een reeks boeiende werken te tonen die vragen stellen over collectie, presentatie en museale architectuur. De finale, A Slowdown at the Museum, is opgevat als een museum in staking tegen de canonvorming van kunst door het kunstinstituut, en daarmee tegen de reductie van het beeldende tot een discours dat van buitenaf komt.

A Slowdown at the Museum bracht werken samen die traag tot stand kwamen, zich traag prijsgeven, die doen vertragen of letterlijk traag zijn. Daarbij zaten enkele hoogtepunten, zoals NSK Passport Holders van de Sloveense groep Irwin. Het werk documenteert hoe de stichting van de fictieve, grenzeloze staat NSK in 1992 in reactie op het groeiende nationalisme in voormalig Joegoslavië, na 2004 een wending neemt als de website wordt overspoeld met duizenden paspoortaanvragen vanuit Afrika om zo naar Europa te kunnen migreren. De kunstenaars Nico Dockx, Thomas Verstraeten en Helena Sidiropoulos toonden een verweefde verzameling films naar aanleiding van een object van Dockx, een raadselachtige, door hem gerolde spinnenwebbenbal. Criticus Christophe Van Gerrewey verzamelde inspirerende passages over het museumbezoek uit de betere literatuur. Mike Cooters installatie, ten slotte, presenteert een schalkse briefwisseling met de conservatieve intellectueel Robert Bork, naar aanleiding van een beeldje van een valk dat figureert in de filmklassieker The Maltese Falcon en dat Cooter tijdens een televisie-interview met Bork op de achtergrond op diens bureau zag staan. Het beeldend ‘beschrijven’ waar deel 1 van de tentoonstellingsreeks van Extra City mee begon en het zichzelf ondervragende ‘tonen’ van deel 2 komen in deze tentoonstelling tot een eindpunt, die vernieuwing moet brengen. Wat die precies is en of ze hier ook aan de orde is, is een open vraag die de bezoeker toegeworpen krijgt.

Het minste dat je van de tentoonstellingsreeks kan zeggen, is dat je als toeschouwer niet bij de hand wordt genomen en daarom serieus moet vertragen om op het thematisch spel te kunnen inhaken. Mircan heeft duidelijk de verleiding weerstaan om zich als nieuwkomer te profileren met een arty publieksgericht spektakel, opzichtige kunst of trendy namen. Ook weigerde hij om een thema netjes af te bakenen en transparant uit te werken. Door deze weigering creëert Mircan een ongedefinieerde maar vrije ruimte waarin de bezoeker zelf met de werken aan de slag kan en zich terloops afvraagt wat een museum vandaag nog kan betekenen. Mircan gebruikt de complexe relatie tussen kunst en instituut dus als pretext – zelf noemt hij het een ‘narratief platform’ – om werk te tonen dat zich niet gemakkelijk laat uitleggen.

Toont Mircan ons daarmee een voorafschaduwing van het museum van de 21ste eeuw? Wat in negentiende eeuw begon als een ruimte om collecties publiek te maken, werd in de twintigste eeuw een rituele plek van zelfreflectie en geïnstitutionaliseerde kritiek die essentieel was voor de ontwikkeling van wat hedendaagse kunst heet. Moeten we begin 21ste eeuw het verouderde imperatief van Rimbaud, ‘Il faut être absolument moderne’, opzij schuiven en gewoon goed werk tonen zonder daarbij te moeten doen alsof het museum op de helling wordt gezet? Extra City laat alvast zien dat ‘tonen’ misschien geen overkoepelend discours nodig heeft, maar wel een vorm, zoals het architecturale presentatieproject dat Kris Kimpe gedurende de tentoonstellingsreeks ontwikkelde en dat de werken sereen samenbracht, in één sculptuur van hout en golfplaten. In tegenstelling tot wat men mogelijk verwacht, is A Slowdown at the Museum absoluut laagdrempelig, zonder dat de intelligentie van de bezoeker wordt onderschat. De curator geeft ons een vrijgeleide om een museum te bezoeken dat we ons zelf mogen voorstellen.

Robrecht Vanderbeeken is filosoof en postdoctoraal onderzoeker aan de School of Arts in Gent

Robrecht Vanderbeeken

Recente artikelen