
AfD haat Bauhaus en streeft naar Duitse ‘Leitkultur’
De Duitse politieke partij AfD houdt er een drastische cultuurvisie op na, waarin alles wat maar enigszins zweemt naar diversiteit het veld moet ruimen.
In The Guardian wordt gerapporteerd over de culturele visie van de AfD naar aanleiding van een recent debat over design in het parlement van Saksen-Anhalt, waar het beroemde schoolgebouw van het bauhaus staat.
Katja Hoyer, een Duits-Brits historica en journaliste, schrijft over de angst van de AfD voor alles wat als niet-Duits wordt gezien, alles dat van over de grens komt, en hoe ver de partij daarin bereid is te gaan. De Afd is niet alleen bang voor hedendaagse kunst, maar ook voor de moderne kunst van honderd jaar geleden. ook Bauhaus moet wat betreft de AfD gezien worden als een vorm van cultuurverval waar een rem op dient et worden gezet.
Het volgt daarin het voorbeeld van de nazi’s die in 1933 op brute wijze de Bauhaus-school, een van Duitslands belangrijkste bijdragen aan de moderne kunst en architectuur, vernietigden. Ze beschouwden de internationalistische visie en de vele buitenlandse en Joodse leden als ‘on-Duits’. De destijds ontketende cultuuroorlog gaat door, onder AfD-vlag.
In de Oost-Duitse deelstaat Saksen-Anhalt, waar het Bauhaus zich in 1925 in Dessau vestigde, keert de lokale afdeling van d AfD zich tegen de op handen zijnde jubileumviering van het Bauhaus. Ze dienden een motie in het deelstaatparlement in Maagdenburg in onder de titel ‘De misvorming van de moderniteit’, waarin de plannen werden bekritiseerd als een ‘eenzijdige verheerlijking’ van de Bauhaus-erfenis en in plaats daarvan een ‘kritische analyse’ werd geëist.
Afgelopen vrijdag debatteerde het parlement over de motie en stemde deze af, geschokt door de parallellen met nazi-taal. De AfD parlementsleden zullen zich er waarschijnlijk niets van aantrekken. Ze hebben hun punt gemaakt en noemden de Bauhaus-architectuur een ‘uniforme massa’ die ‘regionale kenmerken afzwakt’. Hans-Thomas Tillschneider, woordvoerder cultuur van de AfD-fractie, ging nog verder en zei dat het Bauhaus ‘de menselijke behoefte aan huiselijkheid kunstig had verkracht [vergewaltigt]’. Extreemrechtse partijen toen en nu zien de moderniteit van het Bauhaus als een bedreiging voor de Duitse identiteit
Al eerder gaf de AfD aan te geloven in de eigen ‘Leitkultur’. De partij verwerpt culturele diversiteit en ziet een wettelijk opgelegde Duitse Leitkultur (leidende cultuur) voor zich ter ondersteuning van onderwijs en kunst.
Op dit moment maken de Duitse staatssubsidies culturele experimenten mogelijk die de commerciële haalbaarheid overstijgen – een principe dat ook het Bauhaus mogelijk maakte. De AfD wil snijden in de financiering van ‘kunst waarin niemand echt geïnteresseerd is’, zoals AfD-voorman Tillschneider het uitdrukte. Het idee dat de staat alleen kunst zou moeten steunen die het waardig acht voor de massa, werd ook omarmd door Hitler, die zwoer dat ‘kunstwerken die op zichzelf niet begrepen kunnen worden, maar een of ander pretentieus instructieboek nodig hebben om hun bestaan te rechtvaardigen, nooit meer hun weg naar het Duitse volk zullen vinden’.
In The Guardian eindigt Hoyer haar column met een enigszins omineuze conclusie: ‘Het Bauhaus debat is symptomatisch voor wat er op het spel staat in de cultuuroorlogen. De opkomst van extreem-rechtse partijen mag dan voornamelijk gevoed worden door de immigratiekwestie, maar dat maakt ze nog geen single-issue partijen. Achter hun verklaarde monoculturalisme gaat een viscerale afwijzing van de moderniteit zelf schuil, die verstrekkende gevolgen zal hebben als ze aan de macht komen.’
Bron: column The Guardian