metropolis m

Akram Zataari
Visueel Archeoloog

Stond de Libanese kunstenaar Akram Zaatari altijd bekend als iemand die beelden opdiepte uit archieven en ze nieuwe relevantie gaf, tegenwoordig volgt hij steeds vaker de omgekeerde weg, en begraaft hij zijn materiaal. Een portret van de invloedrijke kunstenaar die Libanon vertegenwoordigt op de Biënnale van Venetië.

Akram Zaatari is geobsedeerd door documenten. Als tiener groeide hij in de jaren tachtig op in de Zuid-Libanese stad Saida, ten tijde van de Libanese burgeroorlog. Hij legde de oorlogsjaren vast in dagboeken, foto’s, audio-opnames en op film. De documenten getuigen van een leven onder dwang, maar beschrijven ook de mondaine verrukking van een tiener bij het kijken van een film van Godard of Pasolini. Zaatari’s benadering van het document is nooit droog of klinisch; menselijke subjectiviteit speelt altijd een rol.

Meer dan twintig jaar na de Israëlische invasie van Libanon in 1982 smelt Zaatari zes foto’s van de luchtaanval digitaal samen tot één panoramisch geheel. Het resultaat Saida June 6, 1982 (2006-2009) benadrukt het destructieve spektakel van oorlog, maar bevraagt tegelijkertijd de relatie tussen technische fotografische toepassingen, beeldvorming en representatie. De randen van Zaatari’s foto zijn bewerkt, wat ons bewust maakt van het feit dat we kijken naar een visuele reconstructie van gebeurtenissen en herinneringen.

Zaatari heeft vooraf bijzonder weinig losgelaten over zijn bijdrage aan het Libanese Paviljoen voor de Biënnale van Venetië dit jaar. Op navraag suggereerde hij slechts dat zijn werk site-specific is en dat het enkel in de context van het paviljoen kan worden gemaakt. Zoals wel vaker in zijn werk speelt hij in op een zekere thematiek en creëert een setting, maar laat hij de inhoud van zijn project in het midden, ons achterlatend in een staat van anticiperende speculatie. De zorgvuldige dosering van informatie past bij een kunstenaar die zijn praktijk centreert rondom het ondervragen en ontsluieren van het beeld.

Bijvoorbeeld in zijn video Letter to Samir (2008) waarin Nabih Awada, een linkse Libanese militant die in de jaren negentig in Israel gevangen zat, een brief schrijft aan de recent vrijgekomen linkse leider Samir Quntar. We zien Awada in minuscule letters een brief schrijven en opvouwen tot het formaat van een vingernagel – een methode die door gevangenen werd gebruikt om clandestien met elkaar te communiceren. Ons toeschouwers wordt de inhoud van de brief ontzegd, maar Zaatari toont wel iets anders, iets dat meer van ons vraagt, en dat zich ophoudt in het schaduwgebied tussen het getoonde en het verborgene.

Bij Zaatari gaat het niet om het waarheidsgehalte van het beeld of de beperkingen van technologie bij het weergeven van gebeurtenissen. Zijn werk wortelt in een tegelijk historische en hedendaagse realiteit, en peilt de omstandigheden voor beeldproductie. In zijn omvangrijke solotentoonstelling Earth of Endless Secrets, in 2011 te zien in Frankfurt, München en Beiroet, is een serie prachtig gefotografeerde persoonlijke documenten geëxposeerd, waaronder Zaatari’s fotoalbums van de invasie in 1982, zijn dagboeken, negatieven in iconische gele Kodakenveloppen, audio-opnamen en cassettebandjes. Bij elkaar biedt het een korte geschiedenis van audiovisuele media.

Als toeschouwers worden we niet betrokken bij de inhoud van deze media, maar dat is ook niet het doel. Centraal staat hun materiële aanwezigheid, doorspekt met persoonlijke herinneringen, en hun rol als onderdeel van een biografisch narratief. Onze levens en ervaringen worden door deze media gedocumenteerd. De foto verschijnt als beeld, object, document en medium.

Als een van de medeoprichters van de Arab Image Foundation, een unieke organisatie die in 1997 in Beiroet werd opgericht en zich bezighoudt met het verzamelen en onderzoeken van fotografie uit het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de Arabische diaspora, vervlecht zijn rol als kunstenaar zich met die van curator, verzamelaar en onderzoeker. Zo onderzoekt Zaatari sinds 1997 Hashem el Madani’s Studio Sheherazade in zijn geboorteplaats Saida. De fotostudio verwordt tot een archeologische vindplaats waar niet alleen foto’s worden opgegraven, maar ook bewerkingsmateriaal, negatieven, potloden, camera’s en andere objecten die met de werkzaamheden in een fotografische studio gemoeid zijn. De beelden en objecten vormen een getuigschrift van het leven in Libanon gedurende de afgelopen vijftig jaar.

In Madani’s werk functioneert de studio als fantasievolle en theatrale ruimte waar de gefotografeerde zich kan tooien en voordoen als een ander, bevrijd van beperkende sociale normen. Zaatari’s graven in Madani’s praktijk documenteert niet alleen de geschiedenis en bevolking van Saida – Madani beweert 90% van de bevolking te hebben gefotografeerd – maar ook hun dromen en verlangens.

Zaatari stuit bij zijn ‘graven’ in de visuele geschiedenis van de regio op narratieven die grotendeels zijn vergeten. De term ‘opgraven’ wordt bijzonder concreet in zijn sleutelvideo In this House (2005), waarin hij een brief opdelft, in 1991 geschreven door Ali Hashisho, een bekende Libanese fotojournalist en voormalig lid van het Libanese verzet, die is gericht aan de eigenaren van het huis dat hij met zijn groep zes jaar lang bezette. De brief was begraven in de tuin van het huis in het omhulsel van een B-10 mortier.

Niet alleen de geschiedenis van Libanon komt aan het licht tijdens de opgraving, maar ook de angst die gepaard gaat met het herbeleven van het verleden in een land dat nog altijd gebukt gaat onder sektarische verdeeldheid. Na uren graven wordt de brief uiteindelijk in de wereld geherintroduceerd. Zaatari moest zich verlaten op fijnmazige bewerkingstechnieken om de eigenaren van het huis, politie en andere surveillanten weg te editen; we kunnen hun gezichten niet ontwaren, ze zijn verworden tot spectrale aanwezigen.

Zijn project Time Capsule (2012) voor dOCUMENTA (13) is gebaseerd op een tegenovergestelde beweging. Hier begraaft de kunstenaar duplicaten van een selectie foto’s, afkomstig uit de collectie van de Arab Image Foundation, in een betonblok aan de oever van de Fulda rivier. Het doet denken aan de radicale bewaring van archeologische objecten van het Beiroet National Museum in beton om ze te beschermen tegen het geweld van de burgeroorlog. Terwijl Zaatari zich voorheen richtte op de herintroductie van objecten en documenten, is hij met dit project bezig ze te verzegelen en te bevriezen in de tijd. Eenmaal begraven in de publieke ruimte zijn de objecten verwijderd uit het publieke blikveld.

Na zijn uittreden uit het bestuur van de Arab image Foundation, en de schorsing van zijn lidmaatschap in 2011, lijkt het of Zaatari wacht op andere tijden, als de beelden opnieuw hun betekenis kunnen vrijgeven, wellicht ontdaan van bepaalde (institutionele) ideologische ballast. Het project is visueel ingetogen maar conceptueel zeer sterk en gedurfd kritisch. Nog altijd viert hij de fotografie als medium, wijzend op ruwe diamanten die hij voor ons (ont)sluiert, maar zijn werk lijkt theatraler geworden en meer gechargeerd. Dit werd duidelijk in zijn tweede project voor dOCUMENTA (13), de 16mm zwart-witfilm The End of Time (2012). Het is niet voor het eerst dat Zaatari homo-erotische onderwerpen en geseksualiseerde mannelijkheid als thema aanboort, maar in voorgaande video’s als Red Chewing Gum (2000), How I Love You (2001) en Tomorrow Everything Will Be Alright (2010) blijft mannelijke intimiteit (visueel) slechts suggestief. Dit is niet het geval bij The End of Time, een liefdesverhaal van twee mannen met drie acteurs die zich allen ontkleed blootgeven.

Zaatari’s werk draait nog altijd om het verhalen van vele gelaagde complexiteiten en identiteiten van de media die zijn interesse hebben getrokken. Zodoende herinterpreteert hij voortdurend hun poëtisch vermogen om ons eindeloze reeksen verhalen en geheimen te vertellen. In het geval van de Biënnale van Venetië is Zaatari zelf het mediaobject geworden; een geheim dat zich pas prijsgeeft bij de opening van de Biënnale.

Nat Muller is criticus en curator, Rotterdam

Akram Zaatari

Libanese Paviljoen, Biënnale van Venetië

Arsenale, Venetië

1 juni t/m 24 november

Nat Muller

Recente artikelen