metropolis m

Allora & Calzadilla
Never Mind That Noise You Heard

Mijn eerste kennismaking met het werk van het kunstenaarsduo Jennifer Allora (VS, 1974) en Guillermo Calzadilla (Cuba, 1971) was in de Londense Serpentine Gallery, waar in het voorjaar van 2007 hun multimedia-installatie Clamor (2006) werd getoond. Het kalksteenkleurige obstakel, dat bijna de hele ruimte vulde, deed denken aan de betonnen bunkers uit een verdedigingslinie, omgeven door grillige klifpartijen. Het meest indrukwekkend was de enorme herrie die uit de installatie klonk: schrille fluittonen, trompetgeschal en tromgeroffel waar nauwelijks nog een melodie in te herkennen viel. Alsof de muzikanten, die in de bunker verscholen bleken te zitten, onderling een vete te beslechten hadden. Voor de tijden waarop deze performance niet werd opgevoerd hadden de kunstenaars een soundtrack samengesteld met muziekstukken uit hun eigen archief. Deze compilatie bestond uit historische verzetsliederen, hedendaagse protestsongs en uit muziek die te maken heeft met machtsvertoon, variërend van Ottomaanse marsmuziek tot Metallica’s Seek and Destroy, dat door Amerikaanse militairen werd gedraaid tijdens hun missies in Irak.

Clamor is een van die werken waarin gewoon alles klopt en die lang nadat je de tentoonstelling hebt verlaten, nog door je hoofd blijft spelen. Ieder onderdeel in het werk refereert aan een ‘wereld in oorlog’: de militaristische architectuur, de muziek en het gevoel van chaos en destructie, maar nergens wordt dit te letterlijk uitgespeld. Deze ambiguïteit is kenmerkend voor het oeuvre van Allora & Calzadilla, waarin muziek en geluid in de context van oorlog, macht, strijd en verzet, centraal staan. Het duo werkt sinds 1995 samen en hun installaties, video’s, performances en fotografisch werk worden inmiddels over de hele wereld vertoond.

Never Mind That Noise You Heard, onlangs te zien in Stedelijk Museum in Amsterdam, toont twee installaties en vier van hun videowerken. De tentoonstelling opent met de video Returning a Sound (2004). Een jonge man rijdt door een exotisch landschap, aan de uitlaat van zijn brommer is een trompet bevestigd waardoor bij het gas geven een luid geschal geproduceerd wordt. De man zelf bekommert zich totaal niet om zijn enigszins surreële verschijning, en vervolgt met opgeheven hoofd zijn route. Returning a Sound is een typisch Allora & Calzadilla-werk waarin het performatieve en het poëtische karakter het beeld bepalen en voor de narratieve en sociaalgeëngageerde inhoud worden geplaatst. Wat overigens niet wil zeggen dat het werk niet in de categorie ‘politieke kunst’ thuis hoort, integendeel.

De video zelf mag dan weinig expliciete aanwijzingen geven omtrent de achtergrond van het werk – hoogstens valt uit het Puerto Ricaanse kentekenplaatje op de brommer af te leiden waar we ons bevinden – in de uitgebreide informatiebrochures en zaalteksten wordt wel tekst en uitleg gegeven. De brommerrijder blijkt de activist Homar te zijn, die een belangrijke rol heeft gespeeld in het burgerverzet tegen de militaire oefenterreinen van de Verenigde Staten en de NAVO op het eiland. Inmiddels is het gebied gedemilitariseerd en langzaam van de schade aan het herstellen. Met deze informatie wordt Returning a Sound een hedendaagse metafoor voor David die Goliath op zijn knieën heeft gedwongen en nu onder luid trompetgeschal het land opeist.

De werken van Allora & Calzadilla staan bol van de verwijzingen en symbolen die het werk verbinden met lokale tradities, politieke geschiedenis en de alledaagse realiteit van een bepaalde plek. Ze leveren zo indirect commentaar op de effecten van globalisering, imperialisme en vooral op militair machtsvertoon, maar altijd op een poëtische manier waarbij de ervaring en de verbeelding het universele communicatiemiddel zijn. In de installatie Wake Up (2007) is deze abstractie het meest radicaal doorgevoerd. De installatie bestaat uit vier witte wanden die kruislings in de ruimte zijn geplaatst. Vanachter de wanden klinkt een enorm lawaai, dat bij vlagen lijkt op het geluid van laag overvliegende bommenwerpers. Het lichtspel versterkt deze associatie. Tegelijkertijd zijn de witte wanden het symbool van de ‘white cube’ en het modernistische adagium dat stelt dat kunst zich vooral met kunst bezig moet houden, in plaats van morele uitspraken te doen over politieke en maatschappelijke zaken.

Allora & Calzadilla werkten voor Clamor, Wake Up en Sediments Sentiments (Figures of Speech) (2006), de andere installatie in de tentoonstelling, samen met muzikanten en zangers. Voor Wake Up gaf het duo zeven trompettisten afkomstig uit de hele wereld de opdracht te improviseren op de reveille, het muziekstuk dat in het leger wordt gespeeld om de dag in te luiden. Voor Sediments, Sentiments (Figures of Speech) werden operazangers ingehuurd om fragmenten te zingen uit politieke toespraken van uiteenlopende politieke leiders als George Bush, de Dalai Lama en Saddam Hoessein. Het oorspronkelijke materiaal is in beide installaties zo bewerkt dat de symbolische betekenis van de muziekstukken en liedteksten uit het beeld is verdwenen.

Ieder afzonderlijk zijn de werken in Never Mind That Noise You Heard overtuigend, toch verlaat ik de tentoonstelling met een onbevredigend gevoel. De presentatie beoogt een totaalconcept te zijn waarin ‘de tentoonstelling zelf een unieke muzikale compositie vormt (…) en waarbij de kunstenaars in alle getoonde werken niet zozeer over muziek, als wel door de muziek theoretiseren’, zoals in de zaaltekst te lezen valt. Ze is daarmee allereerst een akoestische ervaring, waarin de verschillende ‘soundtracks’ elkaar overlappen, zonder dat precies duidelijk is welk geluid bij welk beeld hoort. Bovenop dit akoestische bombardement wordt de bezoeker in de informatiebrochure overspoeld met duidingen, symbolische verwijzingen en achtergrondinformatie, die de werken eigenlijk vooral in een interpretatieve dwangbuis plaatsten. Hiermee hebben de samenstellers hun hand overspeeld. In tegenstelling tot de tentoonstelling in Londen, waar de installatie de noodzakelijke ruimte kreeg om zich in al haar complexiteit en gelaagdheid te ontvouwen en de verbeelding vrij spel had, stonden in het Stedelijk Museum de werken soms letterlijk in elkaars schaduw en schreeuwde het ene werk nog harder om aandacht dan het andere, waardoor je uiteindelijk niets meer hoorde.

Christel Vesters

Recente artikelen