Beauty Unrealized
Voor het drie maanden durende project Beauty Unrealized: spider webs of personal universes seeking a form benaderde het Amsterdamse kunstenaarsinitiatief Public Space With a Roof (PSWAR) een kleine honderd personen, onder wie kunstenaars, theoretici, filmmakers en musici, met de vraag door wie zij zich laten inspireren. Het leverde een groot aantal lijsten op met titels van boeken, citaten en gedichten, verwijzingen naar muziekstukken en films. Deze lijsten werden voorzien van een nummer en op een plankje triplex afgedrukt, om vervolgens, anoniem, in een tijdelijke bibliotheek annex studiezaal tentoongesteld te worden.
Naarmate het project vorderde, vonden steeds meer items van de ingezonden lijsten hun weg naar de boekenkasten. Zo kon de bezoeker aan het einde van het project onder meer de complete serie Planet of the Apes (remastered version) en andere filmklassiekers in de bibliotheek vinden, een typemachine, een stempel, een lottoticket, een kartonnen doos met uitnodigingen voor tentoonstellingen van 2002 tot 2007, verschillende afleveringen uit de jaren zeventig-serie Sfeervol wonen en Creatief bezig zijn voor de vrouw en een bijzondere zoölogische collectie (slag)tanden in verschillende maten en kleuren. Deze laatste werd getoond achter glas, vergezeld van een exemplaar van Mark Dions catalogus Natural History and other Fictions. Maar los van de opmerkelijke en soms unieke inzendingen, waren de planken vooral gevuld met boeken, veel boeken, waaronder opvallend veel dezelfde werken van Franse filosofen als Baudrillard, Barthes, Derrida, Deleuze en Foucault.
Behalve de nummering op de kasten en planken waren de voorwerpen en boeken zonder enige vorm van rangschikking over de schappen verdeeld. Na een tijdje rondgedwaald te hebben, me voornamelijk afvragend welke kunstenaar of theoreticus welk boek of ding als bron van inspiratie ingezonden zou kunnen hebben, viel het me op hoe weinig ‘beelden’ er in de bibliotheek aanwezig waren. Alsof inspiratie voornamelijk een intellectuele aangelegenheid zou zijn. De zoölogische verzameling was een van de weinige bijdragen geselecteerd om zijn esthetische waarde, waarvan ook in één oogopslag duidelijk was waarom het in het kader van een project over ‘the concept of beauty’ geselecteerd was. Bij andere voorwerpen was het verband met het thema ‘schoonheid’ lang niet altijd duidelijk.
Naast de verzameling van persoonlijke inspiratiebronnen bestond Beauty Unrealized uit een reader en een programma met korte tentoonstellingen, lezingen, presentaties en performances, die om de twee à drie weken plaatsvonden. In iedere aflevering stond in een lezing of middagvullend filmprogramma een ander (sub)thema centraal. Ongeveer veertig kunstenaars, curatoren en performers leverden een bijdrage. De houten constructie waarin naast de boekenkasten ook een aantal studieplekken gecreëerd was, diende daarbij soms letterlijk als setting, als fysieke omlijsting voor deze programmaonderdelen. Zo werden hier bijvoorbeeld Thomas Hirschhorns video How to Dance Philosophy? en Keren Cytters serie korte films Repulsion een aantal weken op een monitor getoond. Falke Pisano realiseerde een nieuw werk in relatie tot de boeken in de bibliotheek en Arnold Marinissen orchestreerde bij de opening een performance voor zeven componisten en filmmakers. De overige onderdelen vonden plaats in de filmzaal of op andere locaties in OT301, het voormalige pand van de Filmacademie aan de Overtoom. De Britse kunstcriticus Robert Garnett verzorgde een lezing met als titel You can’t be Serious: On the Pre-posterous Aesthetics of Humour en curator Philippe-Alain Michaud gaf zijn visie op een nieuwe definitie van het medium film.
Zoals de meeste projecten van PSWAR is ook Beauty Unrealized ontwikkeld als een onderzoeksproject ontstaan vanuit de praktijk van het kunstenaarschap. Het accent lag dan ook niet zozeer op de fysieke presentatie van (kunst)werken, maar op de uitwisseling en verspreiding van ideeën en persoonlijke visies. Het overkoepelende thema voor het project was de relatie tussen objecten en het concept schoonheid. ‘Schoonheid is uit de gratie gevallen in het huidige kunstdiscours. Met dit project willen we benadrukken dat objecten even belangrijk zijn als sociale projecten’, aldus PSWAR. De ambitie van Beauty Unrealized was om vanuit verschillende disciplines (beeldende kunst, film, filosofie, muziek et cetera) en in verschillende presentatievormen (tentoonstelling, performance, filmvertoning, lezing) diverse aspecten van het thema schoonheid voor het voetlicht te brengen en een kritische discussie erover te entameren.
Volgens de tekst op de uitnodiging fungeerde de bibliotheek daarbij als kader voor het project ‘waarin de bezoeker kon dwalen door een wereld van gedachten, ideeën, vragen, mogelijkheden en puzzels’. Deze opzet van de bibliotheek als discursief kader was maar gedeeltelijk geslaagd. De bibliotheek had voornamelijk een symbolische en retorische functie. De collectie boeken, films en voorwerpen fungeerde vooral als representatie van de intellectuele interesses van een select groepje mensen en vormde daarmee eerder een portret dan een metatekst. Maar ook die functie werd aan het einde van het project enigszins ondermijnd doordat de namen van de inzenders via een index bekend werden gemaakt: in plaats van zelf geïnspireerd te raken door andermans ideeën of associaties over schoonheid, verschoof de aandacht daarmee naar de persoon zelf.
Op papier zag het concept van Beauty Unrealized en de lijst met namen van deelnemers er aantrekkelijk uit, maar over de hele linie kwam de theoretische ambitie niet echt uit de verf. De onderwerpen en invalshoeken die gedurende het project werden geïntroduceerd waren te divers en het programma daardoor te gefragmenteerd. Hoewel de opzet van een hybride, gelaagd en multidisciplinair ‘spinnenweb’ interessant is, werkt dat alleen als de onderlinge verbanden, overeenkomstig dan wel tegenstrijdig, glashelder zijn. Dit was niet altijd het geval. De invulling van het programma kwam hier en daar nogal willekeurig over en de relatie tot het thema was te weinig dwingend. Dit nam overigens niet weg dat een aantal afzonderlijke bijdragen inspirerend was. De reader met teksten van uiteenlopende auteurs als Louise Bourgeois, Charles Baudelaire en Susan Sontag over het onderwerp schoonheid, was uiteindelijk de meest heldere en geslaagde uitwerking van het project. Ondanks dat de teksten vanuit verschillende achtergronden en in verschillende tijden geschreven zijn, ontstaat er tussen de teksten een discursieve ruimte waarin zich een universeel concept van schoonheid aftekent.
Christel Vesters