metropolis m

Wat heeft de kunstwereld te verwachten van het bedrijfsleven nu de overheid het laat afweten? Een verkenning van de mogelijkheden vanuit het perspectief van de bedrijfscollectie.

Meters plastic buizen zijn er besteld door De Nederlandsche Bank. Aaneengeschakeld vormen ze de installatie Kasboek X, waardetransport, die als een achtbaan door de kunstruimte van de bank kronkelt, langs plinten, over het plafond, ja zelfs dwars door muren heen. Het is aan de bezoekers om er een capsule met letters van bladgoud in te plaatsen, die vervolgens een duizelingwekkende reis door het stelsel maakt. Het zoeft omhoog, slingert langs knooppunten, raast de ruimte in, en weer uit. Dat is althans wat je opmaakt uit het geluid, want zien doe je het object niet meer. Wanneer je het aan het systeem hebt overgedragen, is het maar hopen dat het goed terecht komt.

Het werk van het KASBOEKcollectief (Cathalijne Postma, Debbie van Berkel en Jojanneke Postma) was dit jaar te zien bij DNB. De installatie is speciaal voor de kunstruimte van DNB gemaakt, met de bank als onderwerp. Het is een vrij uitzonderlijk project voor de bank, met name omdat KASBOEK met het voorstel kwam. Doorgaans initieert Alexander Strengers, voorzitter van de kunstcommissie van DNB, de tentoonstellingen, die veelal uitgaan van de collectie of van een recente (of potentiële) aankoop. Soms ook verzoekt de directie om een bepaald kunstproject te organiseren omwille van de externe betrekkingen. Dat DNB de ruimte compleet uit handen geeft en de jonge kunstenaars ondersteuning biedt in de productiekosten en sponsorcontacten is een genereus gebaar, zeker in tijden van verstrekkende bezuinigingen. Houdt het misschien verband met de terugtredende overheid?

Afgaand op recente ontwikkelingen bij Rabobank en Achmea zou je denken van wel. Beide bedrijven openden het afgelopen jaar eigen tentoonstellingsruimtes in hun nieuwe hoofdkantoren, die publiek toegankelijk zijn en een doorlopend tentoonstellingsprogramma bieden. Rabobank wisselt thematische collectiepresentaties af met solotentoonstellingen, zoals nu Daily Future van Alicia Framis, waarvoor nieuw werk werd gemaakt dat deels werd bekostigd door de bank. Achmea opent in september de vierde solotentoonstelling op rij, die dit keer draait om een nieuwe film van Martin en Inge Riebeek – in opdracht van de verzekeraar gemaakt. Toch is deze directe en publieke ondersteuning van de kunstenaar geen reactie op de kortingen die de overheid momenteel op kunst doorvoert. Integendeel: de crisis speelt ook de bedrijfscollecties parten. De tijdelijke btw-verhoging op kunstobjecten had effect op het aantal aankopen. Bij sommige bedrijven moeten de kunstafdelingen inkrimpen en worden aankoopbudgetten gehalveerd of zelfs (tijdelijk) stopgezet. Oud-minister Eelco Brinkman stelde in een pleidooi voor het publiek exposeren van bedrijfscollecties dat de keuze tussen het ontslag van een paar honderd man en het stopzetten van de collectie ‘geen zuivere vergelijking’ is, maar de werkelijkheid is weerbarstiger.

Ook bij Rabobank en Achmea kan (nog) niet gesproken worden van een extra investering in de kunst, nu in de overheidssubsidies gesneden wordt. De nieuwe publieke ruimte was een lang gekoesterde wens van de betrokken conservatoren om de verzamelde kunst naar buiten te brengen en zo de collectie te ‘verzilveren’, zoals Ella van Zanten, hoofd kunstzaken bij Rabobank, dat met gevoel voor haar werkgever noemt. Net als Hans Meijs van Achmea heeft ze voor een prominente, publieke tentoonstellingsruimte geijverd toen de plannen voor de nieuwbouw van het hoofdkantoor concreet werden. Het is de aloude crux van menig bedrijfscollectie: los van functionele aankleding van de kantoren is de voornaamste beweegreden achter het verzamelen instrumenteel, een onderdeel van de corporate image, de bedrijfsidentiteit. Bedrijfscollecties zijn er, kort gezegd, vooral voor het imago van bedrijf, pas later voor de maatschappij. Ook Alexander Strengers van DNB legt de installatie van het KASBOEKcollectief uit op een manier die bij het bedrijf aansluit, als hij in een radioprogramma vertelt: ‘De pay-off van een recente bijeenkomst met de nieuwe directie was “werken aan vertrouwen”. Het systeem dat KASBOEK bedacht gaat over vertrouwen. Het is dus niet alleen iets wat wij zelf bedenken, maar ook iets waar kunstenaars mee bezig zijn. Wat is er nu interessanter dan dat?’

Wat niet wil zeggen dat de bedrijfscollecties zich niet bewust zijn van het groeiende belang van hun maatschappelijke rol. Dit blijkt niet alleen uit bovengenoemde eigen tentoonstellingsruimten, maar ook uit de collectiepresentaties die ze in samenwerking met uiteenlopende kunstinstellingen organiseren. Bovendien zijn ze gulle bruikleengevers aan musea. Een opmerkelijk, nieuw initiatief is de VBCN Open, een tweejaarlijkse prijs voor jonge curatoren, georganiseerd door de Vereniging Bedrijfscollecties Nederland. De eerste editie is gewonnen door de kunsthistorici Hendrik Folkerts en Claire van Els, die met het project Time Deposits (februari t/m april 2013) meer aandacht vragen voor de performancekunst bij de bedrijfscollecties. Zo’n project overstijgt het instrumentele karakter van de individuele collecties – iets wat de VBCN ook benadrukt in de communicatie van Time Deposits, waar gesproken wordt over ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’, ‘ondersteunen’ en ‘stimuleren’. Feit is dat een aantal bedrijfscollecties langzaamaan bewegen van corporate image naar corporate social responsibility (hoewel de twee natuurlijk nooit helemaal los van elkaar staan). Dat is geen slechte ontwikkeling in een tijd waarin onze musea meer en meer genoodzaakt worden tot de tegengestelde beweging.

Saskia van der Kroef is eindredacteur van Metropolis M

Saskia van der Kroef

Recente artikelen