Blind Date Dream Team
Blind Date Dream Team
Curatorial Training Programme
De Appel 2005
In tien jaar heeft Curatorial Training Programme van De Appel in Amsterdam zo’n zestig jonge curatoren kennis laten maken met de internationale kunstwereld. Afgaand op het aantal curatoren dat na het volgen van het programma een baan vindt als curator is het een succesvolle cursus. Lichting 2004/2005 heeft haar termijn zojuist beëindigd met de tentoonstelling Radiodays, een programma van een maand met geluidskunst, lezingen, debatten en presentaties op de radio. Domeniek Ruyters vroeg de deelnemers naar hun ervaringen en ambities.
Waarom zijn jullie naar De Appel gegaan?
‘De Appel betekent voor mij het kennisnemen van wat leeft onder enkele collega’s van mijn eigen generatie, elk met een zeer verschillende achtergrond en ervaring. Het geeft me de mogelijkheid zeven maanden te reizen, mensen te ontmoeten, contacten met kunstenaars te leggen en verwachtingen en preoccupaties met betrekking tot de wereld van de kunst te bespreken met de andere deelnemers. Ik heb gekozen voor De Appel omdat het een instituut is met geschiedenis en reputatie, waar ik bovendien goede verhalen over heb gehoord van mensen die er gezeten hadden. Maar uiteindelijk weet je niet precies waar je voor kiest en maak je je eigen verhaal, je eigen geschiedenis.’
Heb je het vergeleken met andere Curatorial Programmes?
‘Nee, ik had wel ervaring met Pavillion in Palais de Tokyo. Dat is een kleine ruimte waar enkele jonge kunstenaars onder leiding van Ange Leccia binnen een paar maanden een project te realiseren. Eigenlijk is het meer een tentoonstelling dan een programma. Er is ook geen geld om te reizen.’
‘Ik heb wel eerst met mensen van de Royal Academy gepraat en ik heb de programma’s vergeleken. De opleiding op de Royal Academy duurt twee jaar, met aparte aandacht voor conservatie, bruikleenverkeer, et cetera. In De Appel draait het niet zozeer om het onderwijs in deze concrete vaardigheden van de curator maar om de ontmoeting met mensen die werkzaam zijn in de kunst. En het gaat erom hoe wij met elkaar in dialoog gaan.’
De Appel biedt dus een heel praktisch programma, waarin het netwerken, de ontmoeting met mensen uit de kunst centraal staat. Dat betekent dat je hier pas naartoe kunt als je al de nodige ervaring hebt als curator. Is het een cursus voor gevorderden?
‘Ik denk dat het vooral gaat om de discussie rondom de realisatie van projecten in dialoog met allerlei mensen die erbij betrokken zijn.’
Maar die dialoog klinkt mij zo vrijblijvend in de oren. Is dat niet wat mager voor een programma van ruim zeven maanden?
‘Het is niet zo vrijblijvend als jij suggereert. Er ligt een dwingend raamwerk ten grondslag aan het Appel-programma. Het duurt zeven maanden, je hebt zes collega’s met wie je vier maanden reist en vervolgens moet je met hen in drie maanden een project realiseren.’
‘Je verzamelt hier verschillende soorten kennis. Er zijn voortdurend discussies, je ziet heel veel, je deelt dat met de groep, praat erover, probeert perspectieven te openen en na te gaan in hoeverre al die kennis van pas gaat komen in het te realiseren project.’
Discussies, delen van inzicht, werken aan gemeenschappelijk project, het klinkt allemaal zo idealistisch. Is het niet gewoon jullie ambitie die jullie naar De Appel heeft gebracht?
‘Volgens mij is een belangrijke ervaring van De Appel het werken in een team. Wat gebeurt er als je met een grote groep een concept moet ontwikkelen?’
‘Het is moeilijk om binnen een groep met zulke verschillende mensen een idee te ontwikkelen, overeenstemming te bereiken en een te worden. Dat is iets riskants, een avontuur. Ik heb op een academie gezeten in Den Haag, heb voor een kunstenaarsinitiatief gewerkt en ben vervolgens kunstgeschiedenis gaan studeren op de Universiteit van Amsterdam. Op de academie was er alleen praktijk, op de universiteit alleen theorie. In De Appel komen die twee heel mooi samen. Bovendien kan ik er hier achter komen hoe een instituut werkt.’
Zijn er curatoren die jullie goed vinden, wier praktijk een bron van inspiratie vormt?
‘Niet zozeer curatoren als wel projecten. Zones Of Urgency op de laatste biënnale in Venetië vond ik indrukwekkend; een universum van werk en geluid. Het definieerde echt een nieuwe richting voor de tentoonstellingspraktijk en gaf aan hoe evident de hand van de curator in de presentatie kan zijn.’
‘Ik geloof niet dat er maar één model van goed curatorschap is. Alles hangt af van de situatie en de samenwerking met alle betrokkenen. Utopia Station op diezelfde biënnale liet dat bijvoorbeeld zien. Ik vond Utopia Station beter dan ZOU, hoewel misschien wat nostalgisch. Maar na de opening bleef het er stil en werkte het model niet meer.’
‘Eerlijk gezegd kan ik geen antwoord geven op je vraag. Het is net zoiets als het onderwijzen van curatorschap. Mag ik jou een vraag terug stellen? Waarom vind je het onderwijzen van de curator een interessant thema in een nummer over het jonge en nieuwe? CTP is nu in zijn tiende jaar, dat kun je niet echt nieuw noemen?’
Er zijn veel redenen voor dit nummer, maar eerst en vooral willen we kwesties bediscussiëren die van belang zijn voor een nieuwe generatie. We willen weten wat onder jullie leeft. Daarom opnieuw mijn vraag: wat is een goede curator? Ik kan me niet voorstellen dat jullie daar geen antwoord op hebben?
‘Ik zit hier om verschillende redenen, de combinatie van taken. Maar wat bedoel je eigenlijk met “goede” curator?’
Een curator heeft een verantwoordelijke rol. Hij/zij selecteert.
‘Je ziet op steeds meer plekken dat de curator niet alleen opereert, maar in een groep. De Moskou biënnale werkte zo, maar er zijn meer voorbeelden. Die ontwikkeling maakt dat je niet simpel kunt oordelen over het idee van een goede curator. Het is niet iets eendimensionaals.’
‘Gedeelde verantwoordelijkheid, daar gaat het om als je de hedendaagse kunst ziet, zowel in de artistieke praktijk, waar mensen bij elkaar worden gebracht voor een project, als bij het curatorschap.’
Vinden jullie dat een gunstige ontwikkeling? Is het nog wel duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is?
‘Daar gaat het niet om. Het gaat erom dat dingen samen komen, met elkaar vermengd raken. Pas als dat proces zijn loop heeft gehad kun je aan het einde ervan vaststellen wat de betekenis ervan is.’
Is de rol van curator erg veranderd in de loop der jaren?
‘Alles is veranderd, de posities, de mogelijkheden, de ondersteuning en de financiering. Wat in de jaren zestig niet mogelijk was, kan nu wel. De hele situatie is meer open.’
‘Het gaat erom hoe om te gaan met deze mogelijkheden. De kunstwereld ziet er anders uit nu, er zijn andere praktijken, andere opvattingen over het begrip zichtbaarheid. Je kunt nu op een heel andere manier karakter geven aan een tentoonstelling. Er is veel meer ruimte om te navigeren en te schuiven met de dingen.’
‘Ik vind het lastig te zeggen wat de rol van curator is. In de jaren negentig zie je met het internet de glocal curator opkomen, die ook direct werd bekritiseerd vanwege zijn macht. De biënnale is de plek waar die macht tot uiting komt en waar je kunt zien hoe machtig de curator is in vergelijking tot bijvoorbeeld een redacteur van een tijdschrift. In de imaginaire hiërarchie van wat men aantrekkelijk vindt, staat de curator hoog aangeschreven. Toch bestaat het idee dat iedereen een tentoonstelling kan maken, dat het niet zo’n big deal is. Iedereen kan reizen, Flash Art lezen, kunstenaars uitkiezen, google-en. Tekstje erbij, klaar.’
Zie je dan zoveel goede tentoonstellingen?
‘Nee, de productie is te groot, er bestaat te veel gretigheid om curator te zijn. Het belangrijkst blijft de context. Wat te brengen en wanneer. Iedereen moet daar zorgvuldig mee omgaan, want het is bepalend voor de macht van de curator.’
Kun je een voorbeeld geven?
‘Radiodays geeft antwoord op een situatie die je veeleisend kunt noemen. De deelnemers aan het CTP zijn echt heel erg verschillend en dus was het niet simpel om met hen een tentoonstelling te maken. We werden gedwongen een raamwerk te creëren dat daarin voorziet, een methode voor het denken door doen. Het is toch een soort blind date dream team van De Appel. Er waren zeven stappen nodig om tot Radiodays te komen.’
Was dat een proces van radicalisering, of werd er steeds meer water in de wijn gedaan?
‘Beide, maar er zit nog steeds veel risico in.’
Was de keuze voor alleen geluid snel gemaakt?
‘Ja, we wilden ons niet beperken tot een thema, een concept, maar de ervaring van het praten, discussiëren centraal stellen zodat zo veel mogelijk mensen die ervaring met ons zouden kunnen gaan delen. Maar de keuze voor geluid heeft ook te maken met ervaringen in de tentoonstellingen die we hebben gezien. Bruce Nauman in de Tate Gallery in Londen bijvoorbeeld; ‘s werelds grootste tentoonstellingszaal gevuld met geluid, zonder enig object. Er was het retrospectief van Rirkit Tiravanija, te zien in Boijmans Van Beuningen. Ook hoofdzakelijk geluid. Bij het zoeken naar een tentoonstellingmodel besloten we iets te gaan doen waarmee we deze ervaringen voort konden zetten.’
Kan dat niet in ‘gewone’ presentatie?
‘We hebben de rest van ons leven nog om normale tentoonstellingen te maken. Wat we wilden is het avontuur opzoeken. Daarbij is Radiodays een ecologisch project waarbij de ideeën en ervaringen vanuit het Curatorial Training Programme gerecycled worden.’
‘Voor ons was het snel duidelijk dat we geen groepstentoonstelling wilde maken waarin we elk een kunstenaar zouden aandragen en die op de een of andere manier aan elkaar vast te plakken met een mooi concept.’
Is dit dan geen groepstentoonstelling?
‘Het is nog altijd een groepstentoonstelling,. Maar de structuur van de presentatie is anders, omdat het de werken na elkaar presenteert in plaats van naast elkaar.’
‘Het is meer een film, frame na frame.’
‘Het doel is niet om iets nieuws te doen. We wilden iets onderzoeken, anders dan de black box– of white cube-benadering. Wat we gedaan hebben is niet makkelijk te definiëren als ‘air space’ of als een paarse radiostudio in een galerie. De uitkomst is nog onbekend.’
Er was dus eerst de structuur en dan pas de inhoud, die voor een groot deel nog gevormd moet worden. Dat is een nogal sturende opvatting van curatorschap.
‘Het is meer de som van beide. Kunst werkt hier als platform voor experiment, een voortdurende discussie over hedendaagse kunst, gebaseerd op culturele uitwisseling in de groep. We verzamelen ons om de radio en doen verslag van onze ervaringen.’
Dat klinkt wel open, maar jullie hebben toch gewoon een programma samengesteld, gebaseerd op keuzes die met elkaar een bepaald beeld representeren, bijvoorbeeld dat het jullie is opgevallen dat er zoveel geluidsprojecten in de kunst zijn? Of willen jullie misschien alleen op de structuur beoordeeld worden, de bijzonderheid van het medium in deze context?
‘Zie het eerder als een performance van een maand.’
‘Het experiment zit hem ook in de relatie met de kunstenaar met wie je werkt. We vragen sommigen die nog nooit met geluid hebben gewerkt nu iets met geluid te doen, zich aan te passen, van de eigen praktijk af te wijken en met ons mee te gaan in het experiment. Ik vind dat interessant.’
‘De tijdruimte die we creëren dwingt de toeschouwer ook tot een andere perceptie, zo lang men erin wil meegaan uiteraard. De tentoonstelling is experimenteel op vele niveaus.’
Met speciale dank aan Henk Slager
Met speciale dank aan Henk Slager
Radiodays vond plaats van 2 april tot 30 april in De Appel in Amsterdam en werd uitgezonden via internet als webstream en via de radio op 107,4 FM.
Radiodays vond plaats van 2 april tot 30 april in De Appel in Amsterdam en werd uitgezonden via internet als webstream en via de radio op 107,4 FM.
De deelnemers van het Curatorial Training Programme 2004/2005 zijn Rael Artel (Estland), Kathrin Jentjens (Duitsland), Claire Staebler (Frankrijk), Jelena Vesic (Servië & Montenegro), Huibhaye van der Werf (Nederland) en Veronica Wiman (Zweden).
De deelnemers van het Curatorial Training Programme 2004/2005 zijn Rael Artel (Estland), Kathrin Jentjens (Duitsland), Claire Staebler (Frankrijk), Jelena Vesic (Servië & Montenegro), Huibhaye van der Werf (Nederland) en Veronica Wiman (Zweden).
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M