Bourgeois vs. bohème
Het lijkt geen toeval. Terwijl de politiek, zowel links als rechts, zich in moreel opzicht steeds burgerlijker toont, duikt in de kunst het woord bourgeois op. De term wordt gebruikt bij de karakterisering van kunst van het keurige soort. Kunst die over zichzelf niet al te veel misverstanden laat bestaan, concreet is als schilderij of beeldhouwwerk, meer antwoord dan vraag. Terwijl de galeries al jaren goede zaken doen met bourgeois landschappen, portretten en wat dies meer zij, heeft de golf aan burgerlijke kunst inmiddels het Nederlandse museum bereikt. In De Hallen zijn dit voor jaar de smaakvolle, sprookjesachtige schilderijen van Uwe Henneken te zien, en S.M.A.K. en De Pont tonen de letterlijk en figuurlijk salonfähige kunst van Anton Henning.
Bourgeois is de kunst die het publiek liever amuseert dan bruuskeert. Geen geschreeuw, geen gescheld, geen gedoe, hier is kunst die de kunst zelf en haar geschiedenis centraal stelt. Dit tot groot genoegen van het westerse kunstpubliek dat eindelijk weer eens krijgt waar men het meeste van houdt: kunst die gaat over schoonheid en troost. De opkomst van de ‘kunstige’ kunst is te zien als de wraak van de middenklasse op de heersende kunstelite en diens betweterige politieke programma. Met name in grote tentoonstellingen wordt de kunst sinds jaren opgezadeld met een politieke agenda waar de bourgeois kunstliefhebber weinig mee op heeft. Liever dan zich te engageren en te committeren met het een of andere politiekcorrecte profiel, kiest de bourgeoisie liefst voor zichzelf, het eigen leven en eigen cultuurgoed.
Maar de maatschappijkritische kunstelite laat zich niet zomaar opzij duwen. Onlangs was in het Londense Gasworks de tentoonstelling Lapdogs of the Bourgeoisie te zien, waarin de curatoren Nav Haq en Tirdad Zolghadr zich de vraag stelden of kunstenaars zijn verworden tot de schoothondjes van de burgerij. De tentoonstelling was een poging te onderzoeken hoe sociale klasse doorwerkt in kunst, met de achterliggende wens het kritische vermogen van de kunstenaar aan te wakkeren.
In het Eindhovense Van Abbemuseum vond afgelopen zomer al een vergelijkbare poging plaats om het perspectief op de bourgeois kunst enigszins aan te scherpen, in de tentoonstelling The Subversive Charm of the Bourgeoisie. De tentoonstelling bracht kanonnen van de goede smaak bijeen, als Paulina Olowska en Marc Camille Chaimowicz, in combinatie met enkele highlights uit de eigen collectie. Alles in deze tentoonstelling was smaakvol en bescheiden. Maar ergens in het verhaal zat een twist, waardoor het werk van behaagziek in prikkelend veranderde. Noem het subversie op niveau, in reactie op het eigen artistieke voorland. Een leep spel met de regels van de kunst.
De kritische tentoonstellingen in Londen en Eindhoven laten zien dat de culturele elite zich niet graag afficheert als burgerlijk. Liever associeert men zich met het ‘stoute’ anti-establishment denken van haar tegenhanger, de bohème. Ook nu, terwijl de schilderijen en etsen niet aan te slepen zijn, zoekt de kritische elite het engagement bij de tegenbeweging en wijst de westerse kunstbourgeoisie op hun bekrompenheid en politieke onbenul. In plaats van het geordende kleinburgerlijke bestaan van welvaart en traditie, wordt het vrije, liederlijke bestaan bezongen, los van orde en gezag, dat verwikkeld is in een voortdurende politieke strijd met de heersende normen en waarden. Het leven van de bohemien is onverantwoord, onbetrouwbaar en liefst ook onwettelijk.
In dit nummer wordt ingezoomd op enkele voorbeelden van artistieke antiburgerlijkheid die recentelijk zijn komen bovendrijven. In de eerste plaats wordt stilgestaan bij de hoos aan porno die de kunstwereld de laatste maanden overspoelt (er zijn tentoonstellingen, bijvoorbeeld Das Achte Feld afgelopen najaar in Museum Ludwig; Witte de With bereidt de tentoonstelling Bodypoliticx- It’s art but is it porn? Voor die in september opengaat; er zijn pornocongressen in Berlijn en binnenkort ook Amsterdam; er is een themanummer van Texte zur Kunst over het onderwerp). Antiburgerlijk is ook de kunst van Alexandra Bachzetsis, die speelt met de codes van de dans uit de low culture, met name de striptease en haar hedendaagse afgeleide, de urban videoclip. En we bespreken de controversiële kunst van Jutta Koether, die onlangs werd gepresenteerd in grote overzichten in Keulen en Bern. Koether is van alle in deze Special belichte kunstenaars misschien wel de meest waarachtige bohemien, omdat haar werk zo treffend een absolute omkering van waarden representeert.
Domeniek Ruyters
is hoofdredacteur van Metropolis M