Brief aan
In de rubriek Brief aan wordt een persoon uit de (inter)nationale kunstwereld gevraagd een open brief te schrijven aan een of meerdere personen, bestaand of niet, om een kwestie aan te kaarten die hem of haar raakt. De kunstenaar Olphaert den Otter, beeldend kunstenaar en initiatiefnemer Publieksactie Wereldmuseum, schrijft een brief aan burgemeester Aboutaleb van Rotterdam, naar aanleiding van de teloorgang van het Wereldmuseum.
Geachte heer Aboutaleb,
Hoe u de afgelopen tijd de gebeurtenissen rond het Wereldmuseum Rotterdam heeft beleefd weet ik niet. Misschien zag u rimpels in de vijver, meer niet. Of gedoe rond het college van B & W, wat u vermoedelijk betreurt. Ik hoop echter dat u zag dat hier iets heeft plaatsgevonden dat een diepliggende oorzaak heeft. Als deze niet onderkend wordt kan zich hetzelfde drama opnieuw voltrekken. Mag ik met u de gebeurtenissen langslopen en steeds verder afdalen, op zoek naar die oorzaak?
Oppervlakkig gezien heeft de directeur van het Wereldmuseum zich slecht van zijn taak gekweten. Het museum is niet op orde, de collectie in gevaar, bezoekersaantallen dalen, de eigen inkomsten eveneens. En dat ondanks de plannen van de directeur om in 2016 onafhankelijk te zijn van gemeentelijke subsidies. Dat is natuurlijk allemaal niet best, dus is de directeur teruggetreden uit al zijn functies.
Eén laag dieper zien we falende controle door een raad van toezicht, die het laatste jaar ook nog eens niet-fungerend was, door verlopen termijnen van alle leden. Nog een laag dieper zien we het gemeentebestuur en de gemeenteraad, die van alle opzichtige gebreken bij het museum onkundig zijn. Bovendien is daar de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) die uw college adviseert. Tot zeer kort voor de val van de directeur was deze raad laaiend enthousiast over hem.
Om dit allemaal te begrijpen moeten we nog een trede afdalen. Het is namelijk merkwaardig dat de chaos in het museum aan het licht moest worden gebracht door de media (De Groene Amsterdammer verdient veel lof) en door de Publieksactie Wereldmuseum, die bestaat uit betrokken burgers – in deze kwestie amateurs (dat betekent: liefhebbers). Zij hebben de verantwoordelijken slechts met de grootste moeite van de werkelijke stand van zaken kunnen overtuigen. Hoe is dat mogelijk?
Men zag het niet. Omdat men het niet wilde zien. Men zag liever een geslaagd ‘cultureel ondernemer’ die een museum runt op een nieuwe manier. Rotterdam zou zo laten zien dat het kon: cultuur aanbieden op het allerhoogste niveau en nog gratis ook, want het zou zich helemaal zelf gaan bedruipen. Het bleek toch gewoon een fabeltje.
Nu gaan we de laatste trede af. Dit alles heeft kunnen gebeuren doordat: 1. het idee heeft postgevat dat cultuur een ‘product’ is als ieder ander. 2. Rotterdam geen idee heeft wat voor stad ze wil zijn.
Cultuur lijkt wel een beetje op natuur. Beide lijken volkomen vanzelfsprekend aanwezig, maar spring je er onzorgvuldig mee om dan zijn ze zomaar in gevaar en komt het niet vanzelf weer goed. Cultuur is geen handelswaar. Het is ook niet zo dat het wel zonder kan, als er geen vraag naar is. Cultuur heeft geen nut. Cultuur heeft zin. Daarom behoeft cultuur aandacht, liefde en bescherming.
Terug naar Rotterdam. De aantrekkingskracht van een stad wordt vrijwel altijd bepaald door een goed cultureel klimaat. Zo’n stad is rijk. Ik bedoel nu rijk in aanbod, maar mocht u het anders gelezen hebben, dan mag dat ook. Want beide betekenissen gaan in de regel samen. U snapt waar ik heen wil: zo’n stad is Rotterdam nu niet. Rotterdam kreeg van de geschiedenis weinig cultuur cadeau. En dan zou juist in deze stad de cultuur uit zichzelf gaan bloeien. Wat een misvatting! Wie niet zaait, oogst niet.
Het is nu zaak een vergezicht te schetsen van de stad die Rotterdam wil zijn, als ze niet wil wegglijden in volstrekte onbeduidendheid. Daarvoor is een regelrechte cultuuromslag nodig. Goed woord eigenlijk, in dit verband.
Het is niet meer dan logisch dat het Wereldmuseum weer een prominente rol gaat spelen in de stad met een ‘wereldhaven’; een stad die zich er bovendien op laat voorstaan tweehonderd nationaliteiten veilig en welvarend te huisvesten en werk aan te bieden. Omring u met de beste adviseurs die u kunt vinden. Zoek geen praktische oplossing voor het Wereldmuseum, maar een inhoudelijke. Zit de culturele potentie van het museum niet langer in de weg met bestuurlijke desinteresse en laissez-faire. Blaas in het vuur! Omarm initiatieven. Geef ruimte. Ik heb nog niet één keer gezegd: geef geld. Een gezond cultureel klimaat is voor iedere stad van vitaal belang. Investeren daarin is vanzelfsprekend. Maar vanzelfsprekende zaken moet je willen zien.
De situatie rond het Wereldmuseum biedt Rotterdam de kans om te bouwen aan een spraakmakend etnografisch museum, dat alle burgers van deze internationale stad bedient en andere bezoekers trekt. Niet met een horeca-lijmstok, maar met haar eigen topcollectie en een inhoudelijk overtuigend plan. Etnografische musea voeren een levendig debat over de omgang met hun koloniale collecties. Dit is het moment waarop Rotterdam die arena moet betreden. Eerst als luisteraar – want we hebben onze tijd zitten verdoen en niet opgelet. Maar als we vlotte leerlingen zijn (lees: aantrekken) kunnen we in het prachtige gebouw aan de Willemskade – waar het museum op 1 mei 2015 al honderddertig jaar haar huis heeft – spoedig meepraten.
Het is weer eens mouwen opstropen in Rotterdam. Heerlijk!
Met vriendelijke groet,
Olphaert den Otter
Olphaert den Otter