Brief aan Marlow Moss
Amsterdam, 12 februari 2016
Beste Marlow,
Of moet ik Marlow Moss schrijven? Of misschien wel M. Moss of Moss? Vast niet mejuffrouw Moss of Marjorie Jewel. Ik las dat je op formulieren de aanspreekvorm – dhr., mevr. of mej. – consequent negeert.
Het eerste werk dat ik van je zag was Compositie met dubbele lijn en blauw vlak uit 1934, een schilderij dat we nu als typisch vroegmodernistisch zien. Ik herkende mezelf in je rationale benadering van abstractie waarin concept en systeem een belangrijke plaats hebben. Hoe vaak ik niet heb gekeken naar de zwart-witte reproducties van de minuscule speelse schetsjes die je ontwikkelde tot werktekeningen voor het schilderij, waarin wiskundige relaties tussen de verschillende gebieden en elementen werden uitgewerkt. Breng je werkelijk altijd systematisch zeven lagen verf aan? Precies vooraf bepaald en plichtmatig als een machine? ‘Conceptueel’, zou Sol LeWitt zoiets later noemen.
Ik kijk naar een oude foto van je. Je draagt een maatpak met een dubbele rij knopen, daaronder een bloes met stijve kraag en manchetten. Je korte haar is met absolute precisie geknipt en volledig vlak gekamd, in je hand houd je een half opgerookte sigaret. Het lijken weloverwogen keuzes, een bewust geconstrueerde identiteit. Is je uiterlijk net zo geregisseerd als je werk?
De bronnen over je geboortedatum verschillen nogal. Er zijn er die zeggen 29 mei 1889, weer andere 15 juli 1889 en 29 mei 1890. Je vader overlijdt net als mijn vader toen je jong was, acht jaar, en een oom werd het nieuwe hoofd van de familie. Het schijnt dat zowel die oom, als je moeder er niet erg voor waren dat je de kunst in ging. Het maakt dat je een eigen koers bent gaan varen, maar ook dat je in 1919, op dertigjarige leeftijd instort? Ik kan maar weinig terugvinden over die crisis. Is het de gebrouilleerde familieband, of misschien de ontdekking van je seksualiteit? Je verlaat in die tijd ook vroegtijdig de Slade School of Fine Art waar er geen plaats voor modernistische ideeën is, en ruilt Londen in voor Cornwall. Allemaal bewuste stellige keuzes? Je gaat steeds weer in tegen de verwachtingen, tegen je opvoeding. Je verandert ook je naam: Marjorie Jewel maakt plaats voor het androgyne Marlow, omdat die, zo zeg je, volgens je partner, schrijver Netty Nijhoff, beter bij je nieuwe persoonlijkheid past. Gingen deze keuzes gepaard met eenzaamheid? En verdwijnt die pas als je naar Parijs vertrekt en een groep geestverwanten vindt rond Puma en Georges Vantongerloo, Jean en Suzanne Gorin en Max Bill? Iedereen is begaan met het abstract-constructivisme. Leerde je Netty kennen via hen? Volgens verschillende bronnen ontmoette je via haar je ‘meester’ en vriend Piet Mondriaan.
Er wordt gezegd dat het interbellum een periode is geweest waarin gender en rolpatronen in de samenleving op grote schaal veranderden, vrouwen die tot dan toe traditioneel mannelijke rollen overnamen, omdat een hele generatie mannen naar het front was geroepen. Heeft dit je keuzes beïnvloed? Ik realiseer me dat je verhaal tegen deze historische achtergrond me mogelijk zal beïnvloeden, daar waar mijn partner me er laatst op wees dat mijn begrip van de term feminisme misschien toch iets tekort schiet.
Terwijl ik deze brief schrijf kijk ik naar een zwart-witte afbeelding van een portret dat je van jezelf gemaakt hebt. Waarschijnlijk maakte je dit voordat je volledig non-figuratief ging werken. Je signeerde het niet in de rechterbenedenhoek, maar schrijft ‘Moss’ in het midden, op je eigen keel. Het lijkt alsof je jezelf letterlijk labelt. Is dit een daad van heldhaftigheid, een afwijzing van geslacht, afkomst, klasse en nationaliteit? Of een teken van wanhoop en onvermogen?
Als ik opnieuw naar de foto kijk vraag ik me af of je toen al wist dat je de geschiedenis zou gaan verstoren en ondermijnen? Het is dankzij Netty dat je niet echt in de vergetelheid bent geraakt. Zij maakte je tot een personage in haar romans. Zou je daar blij mee zijn geweest? Uiteraard is het niet dit, maar vooral de ‘uitvinding’ van de dubbele lijn – twee verticale ononderbroken lijnen over de volle lengte van het doek – uit 1930 waarmee je naam hebt gemaakt. En het feit dat Mondriaan het van je pikte en onderdeel maakte van het vocabulaire van De Stijl. Als ik je naam in boeken over Mondriaan tegenkom vraag ik me altijd af of dit succès de scandale je plezier doet.
Ik moet toegeven dat toen ik Compositie met dubbele lijn en blauw vlak voor het eerst zag, ik dacht dat het werk een Mondriaan was. Voor de zoveelste keer kijk ik naar een foto van dit schilderij en mijn oog valt op de zelfgemaakte lijst. In de linkerbenedenhoek van het lijstwerk staat ‘M. Moss’; signeerde je hiermee stiekem de omkadering, de context, die je voor jezelf creëerde?
Met liefs,
Riet
P.S. Ik ben ook begonnen om een stamboom van mijn eigen alternatieve, maar voor nu vooral denkbeeldige, familie te maken. Een diagram van hoe het anders kan.
Riet Wijnen
is kunstenaar