Bunny Lake is missing
Bunny Lake is missing
Georgina Starr
Een roze gloed overheerst in de Annet Gelink Gallery. Een gedateerd aandoend invalidenvoertuig eist bij binnenkomst de aandacht op. Een fullcolour glossy foto toont hetzelfde wagentje, de Tudnesley Invacar, maar nu met snelle vlammen op de motorkap geschilderd, als een echte hotrod, de Bunny Lakemobile. Twee video’s laten de avonturen zien van meisjes in witte jurkjes met witte bontmutsjes op. In The Bunny Lake Getaway rammen ze met buizen in op een stapel schroot, in wat een verlaten garage lijkt. Dan stappen ze in het gevlamde invalidenkarretje met de nummerplaat BL 001 en scheuren de weg op. Deze op hol geslagen kleine meisjes zijn de Bunny Lakes, ontsproten aan het brein van Georgina Starr, die als kind gefascineerd raakte door de horrorfilm Bunny Lake is Missing van Otto Preminger uit 1965. Het meisje Bunny Lake verdwijnt op zo’n manier dat niemand gelooft dat ze echt bestaan heeft. Bunny Lake kreeg van Starr buiten de film een nieuw leven als een horde meisjes die de wereld te lijf gaat. Bij een modeshow in de video The Bunny Lakes Collection zien we ze weer terug. Als een groepje avonturiers rennen ze door smalle steegjes tot ze belanden bij de catwalk. Model na model komt op en wordt genadeloos neergeschoten door de kinderen.
Starrs fascinatie voor deze film is ingegeven door een persoonlijke ervaring. Als kind paste Starr op haar jongere zusje, beschrijft ze in de catalogus The Bunny Lakes, uitgegeven in 2002 door de Emily Tsingou gallery in Londen. Samen keken ze angstig naar de film Bunny Lake is Missing, maar nooit zo lang dat ze zagen hoe het afliep. Starr beschrijft hoe haar adoptiefzusje nooit op zoek is gegaan naar haar echte moeder. Het zusje is de pendant van de moeder in de film die wèl op zoek is naar haar verdwenen dochter. Starrs bijdrage in de catalogus verbindt de fictie van de films aan de realiteit van haar jeugd en het lot van haar zusje.
Starr bouwt haar project The Bunny Lakes op door elementen uit verschillende B-films te laten samenvallen. Bunny Lake is Missing is er een van, de andere is Target van regisseur Peter Bogdanovich. Deze film verhaalt van Bobby, die zijn vrouw doodschiet en vervolgens naar een drive-in bioscoop vlucht. Vanachter het scherm schiet hij op de geparkeerde bioscoopbezoekers. De schietende Bunnies van Starr zijn de afstammelingen van deze Bobby. De video Bobby Bunny Buffer, die ook deel uitmaakt van de expositie bij Annet Gelink, is een hommage aan Kenneth Angers’ film Kustom Kar Kommandos uit 1965. Een jongeman in een net iets te strakke pastelkleurige broek poetst met een nepbontje, dat verdacht veel lijkt op een van de bontmutsjes van de Bunny Lakes, de Bunny Lakemobile op. De camera volgt de lijnen van de auto en de handelingen van de jongen alsof het opnames voor een pornofilm betreft. Dan scheurt de jongen met de gepommadeerde haren in het autootje weg, wat met veel motorgebrul gepaard gaat. Het uiterlijk van de jongen in Bobby Bunny Buffer lijkt sterk op dat van Bobby, de hoofdrolspeler in Target.
Starr is sinds 2000 bezig met de Bunny Lakes. Realiteit en fictie liggen als een onlosmakelijke kluwen aan de basis van de werken die mierzoet en verleidelijk kunnen zijn, of juist rauw, bloederig en in schokkende zwart-wit opnames zijn vastgelegd. De reeks werken bestaat onder andere uit de nagebouwde drive-in bioscoop van Target. De door de Bunny Lakes verstoorde modeshow in The Bunny Lake Collection heeft eerder plaatsgevonden op de Biënnale van Venetië, 2001, als installatie met de jurken van de vermoorde modellen in Bunny Lakes are coming. Starr gaf in eerder werk met behulp van elementen uit popmuziek, videoclips en strips, haar jeugdherinneringen vorm. Ze groeiden uit tot fantastische verhalen, los van de realiteit. De oorsprong van de Bunny Lakes ligt duidelijk bij dezelfde bron. Weliswaar stond Starr aan hun wieg, maar ze zijn ontsnapt en leiden hun eigen opstandige leven in de duistere schaduwen van het menselijk bestaan, gecoat met een misleidend suikerlaagje. Het samenvoegen van filmcitaten uit films waarin meisjes verdwijnen en jonge mannen doordraaien, laat genoeg ruimte voor bespiegelingen over verloren jeugd in een verwrongen maatschappij. Jammer is dat in de Annet Gelink Gallery alleen het topje van de ijsberg te zien is. Wel blijft de onheilspellende uitstraling van het werk overeind, versterkt door de roze gloed in de galerie en de onschuldige liefdesliedjes uit de jaren zestig, die nauwelijks verbergen wat zich onder de oppervlakte bevindt.
Machteld Leij
is kunstcriticus