Close Finish
Close Finish
Prix de Rome.nl 2009
Het gaat er dit jaar om spannen wie de winnaar wordt van de Prix de Rome. Anders dan voorgaande jaren ligt het werk van de vier eindkandidaten dicht bij elkaar. Ingrid Commandeur bezocht de kandidaten en voorspelt wie er zal winnen.
Het is nog even zoeken naar de geschikte locaties voor de PRIX DE ROME.NL 2009. Twee jaar geleden was het werk van de genomineerden te zien in Witte de With in Rotterdam en De Appel in Amsterdam. Dit jaar toont Witte de With het werk van vier eindkandidaten en wordt er voor de overige zes geselecteerden van de longlist van tien nog gezocht naar een alternatieve locatie. Nieuw is dat drie van hen waarschijnlijk een site specific werk op locatie in de openbare ruimte van Amsterdam gaan maken. Maar er is nog een opmerkelijk verschil met twee jaar geleden. Lag het werk van de vier om de prijs strijdende kunstenaars toen nog ver uit elkaar, dit jaar vertoont het werk van de eindkandidaten – Sara Rajaei, Rossella Biscotti, Nicoline van Harskamp en het duo Libia Castro en Ólafur Ólafsson – juist veel raakvlakken. Allemaal blinken ze uit in doorwrochte onderzoeksprojecten. Ze werken met film en video, maar spelen ook met fotografie, taal, performance, muziek en de verschillende vertaalslagen hiertussen.
Een van de recente werken van Sara Rajaei (1976, Iran, woont en werkt in Den Haag) is de 25-minuten durende film Shahrzad – op het moment van schrijven nog in productie. Het is een bijzonder portret van een markante vrouwelijke Iranese dichter op leeftijd, die acht jaar geleden besloot te stoppen met lopen en sindsdien haar appartement niet meer heeft verlaten. Rajaei werkte twee jaar aan de film en bouwde in die tijd een bijzondere band op met de vrouw. De film toont het persoonlijke universum van de dichter, waarin herinneringen aan het verleden, haar poëzie (ze werkt inmiddels aan haar zevende poëziebundel) en het heden samensmelten.
‘Mijn werk gaat over tijd’, vertelt Rajaei me in haar studio op de Rijksakademie, ‘over het verleden, of liever gezegd, over hoe wij het verleden transformeren tot een nieuwe, imaginaire werkelijkheid. Een paar jaar geleden probeerde ik een werk te maken over het einde van de oorlog tussen Irak en Iran. Ik was koortsachtig bezig me aan de feiten te houden, maar het werkte niet. Ik moest mijn Iranese achtergrond even vergeten, zodat het niet belemmerend ging werken. De stap van realistische feiten naar een imaginaire werkelijkheid, tussen verleden, heden en toekomst in, breekt de dingen nu voor mij juist open.’
Tijd en geschiedenis
Net als bij Rajaei’s Sharzhad staan in de werken van Rossella Biscotti (1978, Italië, woont en werkt in Rotterdam) markante personages centraal. En ook haar werk gaat over de ervaring van tijd en geschiedenis. In haar meest recente film The Undercover Man (2008) traceerde ze FBI-agent Joseph Pistone in New York, die in de jaren tachtig onder de schuilnaam Donnie Brasco zes jaar als undercover agent werkte in de Amerikaanse maffiascene en vervolgens als getuige optrad in een aantal rechtszaken.
In haar film ondervraagt ze Pistone opnieuw over de feiten uit die tijd. Verwijzend naar beeldconventies uit het genre van de film noir wordt Pistone gefilmd in de intieme setting van een door Biscotti gebouwde ondervragingsruimte, compleet met speciaal ontworpen designmeubels. Historische zwart-witopnamen van de maffia worden met veel gevoel voor suspense afgewisseld door close-ups van voorwerpen (klok, taperecorder, lamp) en de fenomenale Pistone zelf. Niet alleen de film, het hele proces van onderzoek maakt onderdeel uit van het werk, zo benadrukt Biscotti. De transcripties van de processen, het deels geclassificeerde materiaal dat ze opvroeg bij de FBI, de decorstukken van de filmset, ze kunnen allemaal terugkomen in de installatie van het werk. In The Undercover Man laat Biscotti zien hoezeer ze het medium film meester is, en toont ze zich ook veelzijdiger dan Sara Rajaei.
Voor de Prix heeft Biscotti zich opnieuw in het onderzoek naar een markant historisch personage vastgebeten: de Leidse hoogleraar Bastiaans, die slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog probeerde te genezen door middel van LSD en het laten herbeleven van traumatische gebeurtenissen. Biscotti heeft zichzelf hiermee geen gemakkelijke opgave gesteld. De Prix lijkt dit jaar dan ook bij uitstek een proeve van bekwaamheid te worden. Een tijdspanne van drie maanden is voor alle kandidaten, gewend als ze zijn aan projecten die soms wel een jaar of langer aan voorbereiding en uitwerking kosten, immers erg kort.
De taal van de macht
Dat geldt zeker ook voor Nicoline van Harskamp (1975, Nederland, woont en werkt in Amsterdam). Belangrijkste leidraad van haar werk is het onderzoek naar de structuren, de taal en de filosofie achter politiek handelen. Voor een recent project nam ze de autobiografieën van enkele belangrijke politici, variërend van Malcolm X tot Margaret Thatcher, als uitgangspunt. Ze lichtte steeds twee cruciale passages uit deze boeken: één waarin de politicus in kwestie verslag doet van zijn persoonlijke achtergrond en één waarin de kern van de politieke boodschap wordt verwoord.
De passages zijn in een boekje naast elkaar gezet, maar Van Harskamp liet ze door een professionele speechschrijver ook verwerken tot één nieuwe speech van drie kwartier die door een acteur werd voorgedragen. Daarmee legt ze op doortastende wijze bloot hoe inwisselbaar de taal van de politiek kan zijn: hoewel samengesteld uit tekstpassages van politici met volstrekt verschillende politieke overtuigingen, zou de speech een hedendaags politicus niet misstaan. Net als de andere genomineerden maakt Van Harskamp gebruik van de vervorming van feiten in fictie om nieuwe betekenissen vrij te maken. Het beeldende resultaat bij Van Harskamp blijft echter soms vrij droog en moeilijk doordringbaar voor de toeschouwer, ook als ze gebruik maakt van film.
Dat het anders kan, laat het duo Libia Pérez de Siles de Castro (1969, Spanje) en Ólafur Árni Ólafsson (1973, IJsland) zien. In het werk Caregivers (2008), dat ze onlangs maakten voor Manifesta 7, wordt in intieme, zwijgende beelden een beeld geschetst van twee bejaarde Italiaanse vrouwen en hun verzorgsters. Italië telt een groot aantal vrouwen uit de Oekraïne en Roemenië dat inwoont bij Italiaanse bejaarden om hen te verzorgen. Achter deze globale migratiestroming gaat een schrijnend probleem schuil dat men wel het ‘Italië-syndroom’ is gaan noemen: de kinderen van deze Oekraïense en Roemeense vrouwen groeien op zonder moeder en veelal met een werkeloze, alcoholverslaafde vader. Castro en Ólafsson maakten een filmportret, of liever gezegd ‘een muziekvideo’, over het onderwerp. Ze lieten een artikel van een Italiaans-Amerikaanse journalist door een IJslandse componist omzetten in een klassiek muziekstuk. Enigszins verbluft ervaar je als toeschouwer hoe goed die vreemde vertaalslagen van tekst, beeld en muziek bij elkaar komen. Het resultaat is een film die onmiddellijk overtuigt en ontroert.
Castro en Ólafsson begonnen zo’n negen jaar geleden met het creëren van experimentele omgevingen die ze, geïnspireerd door het Situationisme, opvatten als het verlengde van de straat. Maatschappelijke betrokkenheid en langdurig, persoonlijk veldonderzoek zijn steeds de uitgangspunten van hun werk. De bijzondere impact van Caregivers is dan ook geen toevalstreffer: het kunstenaarsduo blijkt een talent te hebben om ‘de maatschappij’ de tentoonstellingsruimte binnen te halen. En alsof ze daarmee niet al een geduchte concurrent vormen voor de andere kandidaten, het onderwerp dat ze kozen voor de Prix de Rome is dat zeker. Castro en Ólafsson reisden naar Brussel, waar ze de toenemende rol en macht van de lobbyist in de politiek willen onderzoeken.
Ik denk dat het voor de jury, bestaande uit Kestutis Kuizinas, Yael Bartana, Jürgen Bey, Bruce McLean en Barbara Visser, een moeilijke keus zal worden. Het documentair getinte werk van de vier kunstenaars ligt dicht bij elkaar en balanceert tussen feit en fictie, engagement en artistieke distantie, zonder stellige politieke uitspraken te doen. Mijn voorspelling is dat het een close finish zal worden tussen Rossella Biscotti en Libia Castro en Ólafur Ólafsson, waarbij de laatsten voor mij de gedoodverfde winnaars zijn.
Ingrid Commandeur is redacteur bij METROPOLIS M
PRIX DE ROME.NL 2009
Witt de With, Rotterdam
9 mei t/m 14 juni 2009
De Appel, op locatie
Zuiveringshal Oost,
Westergasfabriek, Amsterdam
9 mei t/m 14 juni 2009
De prijsuitreiking van de PRIXDEROME.NL Beeldende Kunst 2009 vindt plaats op 28 mei 2009 plaats.
Ingrid Commandeur