metropolis m

Noem haar een kijker die de wereld eerst van een afstand ziet, met de camera, en zo pas eigen maakt. In haar nieuwste werk, momenteel te zien bij De Pont, laat Emma van der Put het camerawerk geheel over aan anderen, aan passanten die andere passanten van een afstand bekijken. De observator die de observator observeert om alles nog scherper te zien.

Het zijn drukke tijden voor Emma van der Put. Na presentaties van haar werk begin dit jaar tijdens Sculpture International Rotterdam en Art Rotterdam, opende half maart haar eerste institutionele tentoonstelling in De Pont in Tilburg. Ze toont er twee nieuwe video’s waarin Brussel centraal staat, de stad waar ze momenteel woont. Allereerst Rincé Alien (2015) vormt een uithoek van het station Brussel-Zuid de achtergrond van een minutenlange observatie van enkele daklozen. Het contrast tussen hen en hun omgeving (de schreeuwerige reclameposters en de gehaaste forenzen die hen onverschillig voorbijlopen) kan niet groter zijn.

De video De Ommegang (2015) betekent een nieuwe stap in haar werk, waarin ze de rol van de videokunstenaar openlijk ter discussie stelt. Voor De Ommegang maakte Emma van der Put gebruik van de website van de stad Brussel, waar iedere internetgebruiker gedurende dertig seconden de controle kan nemen over een webcam die staat opgesteld op de Grote Markt. Net zoals Van der Put doorgaans de publieke ruimte opzoekt om er ongemerkt te filmen, voltrekt hetzelfde zich hier online, door anonieme webbezoekers. In De Ommegang geeft ze de camera voor het eerst volledig uit handen. Het camerastandpunt, de vaak abrupte camerabewegingen, het gepixelde beeld, de close-ups of net te lange shots: alles is in handen van toevallige gebruikers. Haar enige inbreng volgde tijdens de montage. Ze nam de beelden van de webcam op in juli 2014, toen er in Brussel de jaarlijkse Ommegang plaatsvond – dit is een historisch spektakel met talloze figuranten, paarden, een marionettentheater, reuzen en vlaggen.

Van der Puts werk ontstaat op locatie, vanuit banale situaties, zonder uitgebreide voorbereiding of script. Niets is geënsceneerd: wat we te zien krijgen is het ruwe beeldmateriaal zoals ze het verzamelt in de publieke ruimte. Met haar camera gaat ze ongemerkt op in de massa. Ze filmt met een eenvoudige handcamera, al dan niet met statief, waarmee ze onopvallend kan filmen en waardoor omstanders zich niet anders gaan gedragen in haar aanwezigheid. De subjectieve ingreep in het verzamelde beeldmateriaal voltrekt zich tijdens het montageproces. Door de lengte en volgorde van de beelden te bepalen, en ze al dan niet te combineren met geluid, dringt Van der Put een sturende, persoonlijke visie op waarbij haar doel is een situatie of sfeer te reconstrueren.

Als uitgangspunt van haar video’s kiest Emma van der Put doorgaans intieme momenten bij evenementen of op toeristische plekken uit. Door het observerende karakter sluipt er een zekere traagheid in haar werk. Mother (2012) bestaat bijvoorbeeld uit een uitgesponnen close-up van de blik van haar moeder met bril waarin een haardvuur weerspiegeld wordt. Voor Funfair (2012), Room (2014) en Token (2014) filmde Van der Put de bezoekers van kermissen in Amsterdam en Oostende. Van der Put kiest haar locaties gevoelsmatig: meestal zijn het plaatsen die haar hebben getroffen doordat ze bij haar een gevoel van angst of weerzin opwekken. Of het zijn plekken waarmee ze moeite heeft, omdat ze ze niet goed begrijpt. Het filmproces is in die zin niet alleen artistiek maar ook empathisch; een poging de afstand te overbruggen, via de lens te komen tot een meer genuanceerd beeld.

Vaak is dat dichterbij komen, soms zelfs op een onbeschaamde manier, erg letterlijk te nemen. In verschillende van haar video’s zit Emma van der Put haar figuranten erg dicht op de huid. Home (2010) bijvoorbeeld, een video waarin personen die onder een deken op de bank liggen gefilmd worden, bevat enkele bijna abstracte beelden van een gezicht of van handen van zeer nabij. In Godinne (2011), opgenomen in de gelijknamige Belgische stad, zoomt Van der Put vanaf een hoogte van 260 meter in op huizen en de toevallige passanten of bewoners die zich er alleen wanen met hun alledaagse bezigheden. Zelfs op een erg grote afstand brengt ze details in beeld die balanceren op het randje van indiscrete observatie. Middenin de openbaarheid bevindt zich een fictieve privéruimte, die publiekelijk wordt blootgelegd.

Een ander bepalend motief zijn de ogen van haar figuranten. Het shot van de blik op oneindig van een jongen in Montmartre (2011) dat een aantal keer terugkeert, lijkt in de video de enige constante te zijn te midden van het toeristisch gewoel in Parijs. In Funfair komt zo’n blik tot tweemaal toe expliciet in beeld. De ogen van sommige figuranten lichten zelfs fel op, als letterlijke pretlichtjes, bijvoorbeeld bij een jong meisje in een hevig bewegende kermisattractie. Naar het einde toe van Funfair staat het oog opnieuw centraal in beeld wanneer de camera inzoomt op de oogbollen die geschilderd staan op een kermiswagen.

In de meeste van haar videowerken is het licht (of vaak het gebrek daaraan) erg bepalend. Werken zoals Godinne of Ship (2012) met hun zonovergoten beelden, staan in schril contrast met het merendeel van haar video’s die ’s nachts werden opgenomen zonder setbelichting. In Funfair en Room bepalen de lampjes van de kermisattracties en hun reflecties wat we als toeschouwer wel of niet te zien krijgen. In Scenes uit een avond (2009) zijn dat koplampen of vuurwerk. Het creëert in deze werken een soort esthetiek van grijswaarden die ritmisch onderbroken wordt door kleur of door de vluchtige weerspiegelingen van het weinige licht op gladde oppervlakken zoals water of glas.

Haar nieuwste werk De Ommegang vormt hierop de uitzondering. Voor het eerst filtert ze alle kleur weg om een beeld te verkrijgen dat bestaat uit zwart-witte pixels. Het maakt de samenkomst, volgens een eeuwenoude Brusselse folkloristische traditie, alleen maar meer bevreemdend.

Via Gent en Antwerpen naar Brussel

Na haar opleiding aan de Akademie voor Kunst en Vormgeving St. Joost, studeerde Van der Put vanaf 2010 twee jaar aan De Ateliers in Amsterdam. Vervolgens ging ze naar België om zich er uiteindelijk ook te vestigen. Ze verbleef eerst korte tijd in Gent, waar ze in 2013 was geselecteerd voor een residentie bij Nucleo, een Gentse vereniging. Ze verbleef ook kort bij Lokaal 01 in Antwerpen, om vervolgens een residency te accepteren bij Wiels in Brussel.

Emma van der Put
De Pont, Tilburg
14.3 t/m 31.5.2015

Valerie Verhack

is assistent-curator bij M in Leuven

Recente artikelen