Club Attent
Club Attent is de vriendelijke naam van een punky Rotterdams kunstenaarsinitiatief, opgericht door John Colenbrander, Rikke Korswagen en Ronan Lane. Bekend geworden door het hosten van vernissages in onder andere Witte de With en galerie Wilfried Lentz, vraag ik me af welke plaats Club Attent inneemt in de golf van jonge Rotterdamse kunstenaarsinitiatieven.
De activiteiten bestaan uit het organiseren van tentoonstellingen, evenementen en clubavonden en het imago is te beschrijven als jong, experimenteel, underground, fun en een tikkeltje camp. Niet alleen de buurtbewoners, ook de gevestigde instituten weten inmiddels hun weg te vinden naar de voormalige buurtsuper.
In 2007 werden in Charlois – een stadsdeel in Rotterdam Zuid dat door minister Vogelaar destijds als ‘kansenzone’ werd bestempeld – dankzij de Stichting NAC (Nieuwe Ateliers Charlois) enkele flats opgeknapt die eigenlijk klaar waren voor de sloop. Inmiddels hebben meer dan veertig kunstenaars hier hun woon- en werkruimte en is Club Attent ingetrokken in de kop van woonblok ’t Otje. Het ‘hoofdkwartier’ van de club is gevestigd in de ruimte van een voormalige kapsalon. De naam ‘attent’ is geleend van de vroegere buurtsuper in het pand ernaast, evenals het enigszins bewerkte logo.
De werkwijze van Club Attent past bij een jonge generatie kunstenaars die het groepsproces verkiest boven het werken in de afzondering van het atelier. Netwerken en kruisbestuivingen bepalen het uiteindelijke resultaat. ‘In samenwerkingsverband kan dikwijls meer bereikt worden en bovendien krijgt het creatieve proces een onvoorspelbaar karakter’, redeneert John Colenbrander. Sociale netwerksites spelen daarbij een belangrijke rol. Zelf heeft Club Attent geen actieve website, maar dankzij mailinglijsten en aankondigingen via Facebook worden de activiteiten desalniettemin drukbezocht.
In Gallery 182a, de geïmproviseerde tentoonstellingsruimte van Club Attent, worden sinds mei groepstentoonstellingen gehouden. Deze zomer is er My Grandad was a Nazi te zien – het sluitstuk van een tentoonstellingstrilogie met tot de verbeelding sprekende titels als Pimps & Prostitutes en Daddy Touched my Birdie. Diverse in Rotterdam gevestigde kunstenaars hebben speciaal voor de tentoonstelling werk gemaakt, zoals Abner Preis, die in het kader van het project zijn eigen woonruimte beschikbaar stelde als galerie en samen met Colenbrander de tentoonstelling organiseerde.
Door hun samenwerking met kunstenaars als Villeroy & Boch, Trendbeheers Jeroen Bosch en Ties ten Bosch presenteert Club Attent zich vooral als een Rotterdams onderonsje. Het blijft trouw aan de Charloise wortels en biedt een levendig lokaal activiteitenprogramma met onder meer de Community Kitchen kookavonden, taalcursussen, een sciencefiction Bollywoodfilm met documentaire elementen over de inwoners van Charlois (Charlois 2047) en Attent mode, geshowd door Charlois’ Next Top Model.
Toch reiken de ambities verder dan de stadsgrens, zoals de samenwerking met de Londense projectruimte Enders bewijst; de tentoonstelling Gag A Gag met werk van zes kunstenaars uit Londen en Rotterdam was in beide steden te zien. Club Attent barst van de ideeën. Er zijn zelfs plannen om een tweede vestiging met een restaurant te openen in de Afrikaanderbuurt. De dynamiek lijkt te werken. Een officieel beleid is er niet en aan vergaderen hebben ze een broertje dood, maar door de betrokkenheid bij de buurtbewoners blijkt het programma sterk genoeg om subsidie bij de deelgemeente los te peuteren. De Witte de Withstraat, ooit zelf een ‘kansenzone’, met inmiddels gevestigde kunstinstellingen en galerieën, lijkt zijn heersende positie als cultureel centrum van Rotterdam binnenkort wellicht te moeten delen met de jonge aanwas in kunstenaarsenclave Charlois. Nu maar hopen dat de sloophamer nog even op zich laat wachten.
Jolien Verlaek