Collectie DE. GROEN
In het centrum van Arnhem is begin juni Collectie DE. GROEN geopend, een nieuwe instelling waarin de kunstverzameling van Marjolein de Groen en Peter Jordaan met zo’n tweehonderd werken is ondergebracht. Ook worden kunstenaars uitgenodigd om er tijdelijk tentoon te stellen. Een gesprek met de twee kunstverzamelaars over de collectie, het bijzondere gebouw en de opzet van de instelling die geen museum wil zijn.
Hoe is jullie verzameling tot stand gekomen?
‘Peter en ik zijn allebei van origine kunstenaar. We ruilden af en toe wat werk met bevriende kunstenaars en heel soms kocht ik wat. Toen we meer middelen tot onze beschikking kregen wilden we dat in de kunst investeren en zijn we gaan nadenken hoe dat te doen. Een residency oprichten, een prijs in het leven roepen, samenwerken met bestaande instellingen of fondsen; van alles is de revue gepasseerd. Het idee ontstond om zelf hedendaagse kunst te gaan kopen. Je ondersteunt waar hij of zij goed in is en wij bouwen langzaam iets concreets op.’
‘We zijn eerst kunst gaan kopen in eigen kring. Er zijn veel goede kunstenaars in Arnhem, die uiteraard het geld hard nodig hebben. Maar het aankopen van kunst werkt ook als stimulans. Er spreekt waardering uit. We willen ook graag het gesprek aangaan met de kunstenaars en weten hoe iemand werkt, en waarom hij of zij iets doet. We zijn zelf ook kunstenaar, dus we hebben een andere benadering dan iemand die enkel verzamelt. Een verzamelaar zet de kunstenaar vaak op een voetstuk, maar ik durf ook kritiek te geven. En complimenten natuurlijk.’
Hebben jullie een bepaalde focus binnen de collectie?
‘Er zit misschien wel een lijn in, maar we houden ons niet aan bepaalde regels bij het kopen. We hebben voor onszelf geen opdracht. Er zijn wel bepaalde voorkeuren te herkennen; zo zitten er bijvoorbeeld geen portretten in de collectie.’
‘De ambitie is niet om onze investering ooit terug te krijgen, maar om een gezicht te geven aan de collectie. Naar mijn idee gaat veel van het werk in onze collectie over een bepaald soort illusie. Neem Kees Goudzwaard; hij schildert heel gedetailleerd en bedachtzaam composities van papier en tape. Het is een soort trompe l’oeuil. Of het werk van Lieven Hendriks, die een slap opgespannen doek minutieus heeft geïmiteerd in verf.’
Waarom was er behoefte aan een eigen gebouw?
‘De verzameling paste in het begin goed in ons thuis. Maar op een gegeven moment kochten we ook werk dat niet zo geschikt was voor het huis en in het depot bleef. Het doel is uiteindelijk toch ook dat zichtbaarheid te geven, waarop we een website hebben gemaakt waarop onze hele collectie te zien is. Dat was de eerste stap naar openbaarheid en die beviel ons goed. Mensen reageerden op de website, ze vonden het interessant. Maar we wilden ook een fysieke plek voor het werk. We hebben van alles overwogen: reizen met de collectie, het tonen bij verschillende Europese instellingen. Maar we wilden rust en niet de hectiek van het tijdelijk organiseren. Toen zijn we in Arnhem een locatie gaan zoeken. We hebben verschillende plekken bezocht en zijn met meerdere partijen gaan praten. Op een gegeven moment kwam de oude dansacademie in de Weverstraat in beeld. Er zat een projectontwikkelaar achteraan, dus we dachten dat het niet beschikbaar zou zijn en dat de ruimtes misschien niet ideaal zouden zijn. We zijn toch naar binnen gegaan en de ruimtes bleken ontzettend groot. Toen was het snel besloten: dit zou ons pand worden. Het staat ook nog eens midden in het centrum, dus dat is een enorm pluspunt. We zijn vervolgens met Nexit architecten aan de slag gegaan, hebben de tussenplafonds eruit gehaald, waarna er een enorme hoogte tevoorschijn kwam van wel zes meter op de begane grond en vijf meter op de eerste verdieping. De architecten hebben structuur in het gebouw aangebracht, in bepaalde delen een muur gezet en elders juist het oude gebouw zichtbaar gehouden. Het gebouw telt in totaal vier verdiepingen. In de kelder zit de oude kluis van de bank met dikke, gewapende muren. Daar zullen installaties en videopresentaties te zien zijn. Op de begane grond zullen wisselende tentoonstellingen te zien zijn.’
‘Het pand vroeg ook om horeca, dus aan de voorzijde van het gebouw komt een café met terras. Daar kan ook het winkelend publiek terecht voor de lunch of een kopje koffie. Dan is de drempel om het gebouw in te gaan en naar kunst te komen kijken wat lager. We proberen verschillende soorten publiek aan te spreken.’
‘Vanuit het atrium kun je met de trap of lift naar de bovenste twee verdiepingen. Die zijn anders dan de wisseltentoonstellingen niet vrij toegankelijk; het zijn onze privévertrekken. Daar kun je tegen betaling in kleine groepen terecht om de verzameling te bekijken met een persoonlijke rondleiding door onszelf. We kiezen voor de rondleiding als vorm omdat we zelf in gesprek willen gaan met de bezoeker, mensen uitleg geven over wat het is en waarom we het hebben gekocht. Het moet geen museum worden.’
‘We weten nog niet precies hoe dat zal gaan. Ik ben geen kunsthistoricus, maar ik ken de meeste kunstenaars waarvan er werk te zien is wel persoonlijk. Ik kan iets zeggen over de relaties tussen de werken, over wat het voor mij persoonlijk betekent. We willen een gezicht geven aan de collectie en het werk omhoog tillen.’
‘Op de bovenste etage zit ook ons eigen atelier. We laten mensen toe in een soort thuissituatie. Daarmee kunnen we wat extra’s bieden en de kunstpraktijk begrijpelijker maken. Daarnaast is het ook praktisch dat we hier in het gebouw zelf kunnen werken, want de collectie kost veel tijd. Nu kunnen we tussen de rondleidingen door zelf aan de slag.’
Wat zal er de komende tijd te zien zijn?
‘Berndnaut Smilde zal voor de opening in het atrium een mooie wolk laten ontstaan. We hebben hem vanaf het begin bij het verbouwingsproces betrokken en hem zonder opdracht zijn gang laten gaan. Bram Kuypers is gevraagd om te kijken naar hoe de bar eruit moet komen te zien en Alphons ter Avest buigt zich over de poort die voor het gebouw moet komen.’
‘Na Smilde krijgt René Roeten een podium. We hebben veel werk van hem in de collectie. Het is een goede kunstenaar, maar hij is relatief onbekend. Sjoerd Knibbeler staat op het programma voor daarna. We hebben pas de video Forming Synchrony van hem gekocht. Ook Roos van Haaften krijgt een tentoonstelling.’
collectie DE. GROEN
Weverstraat 40, Arnhem
Meer info: collectiedegroen.nl
Loes van Beuningen
is kunsthistoricus