Collectief Amsterdam – over nieuwe vormen van gedeeld eigendom – in gesprek met Ivo Schmetz
Op vrijdag 15 maart presenteert Amsterdam Alternative de webdocumentaire Collectief Eigendom in kunstcentrum De Appel in Amsterdam, als onderdeel van het Housewarming programma. Collectief Eigendom is een online project op het snijvlak van journalistiek, kunst, activisme, educatie en innovatieve storytelling. De website vormt een verzameling van verhalen over en interviews met collectieve projecten die eigendom willen neutraliseren en gezamenlijk willen zorgdragen voor elkaar en de aarde. Joram Kraaijeveld ging voor Metropolis M in gesprek met initiatiefnemer Ivo Schmetz.
Hoe ben je geinteresseerd geraakt in het onderwerp collectief eigendom?
‘Vanaf het moment dat ik naar Amsterdam verhuisde en samen met andere kunstenaars begon te kraken vanwege een gebrek aan woon- en werkruimte, ben ik geïnteresseerd in collectief eigendom. Toen ik en andere leden van het kunstenaarscollectief EHBK in 1999 samen het Amsterdamse sociaalculturele centrum OT301 kraakten en later, in 2006, kochten, drong het belang van collectief eigendom voor de samenleving en de stad echt tot me door.’
Wat is dat belang voor de stad?
‘In 2015 heb ik vanuit OT301 samen met andere mensen van onder meer concertzaal OCCII, vrijplaats Plantagedok, poppodium Cinetol en autonoom cultureel centrum de Vondelbunker, het netwerk Amsterdam Alternative opgericht. Met dat solidaire samenwerkingsverband wilden we meer kennis en ervaring uitwisselen. Ook maken we onszelf als underground scene meer zichtbaar, bijvoorbeeld door al negen jaar een tweemaandelijkse krant te maken die gratis wordt verspreid in Amsterdam. Nummer 53 is net gedrukt.’
Hebben jullie naast OT301 nog meer panden in collectief eigendom gekregen?
‘Dat proberen we wel. Omdat kraken inmiddels bij wet verboden is, proberen we nieuwe wegen te bewandelen. Zo’n route zou het collectief aankopen van een pand kunnen zijn. Dat is niet makkelijk, want je hebt kapitaal nodig en de vrije markt is onbetaalbaar. Maar misschien kan het wel via huur, door eerst een broedplaats of vrijplaats te zijn. Om dit idee van collectief aankoop gestalte te geven hebben we vanuit Amsterdam Alternative in 2019 Vrij Beton opgericht: een project waarmee we vastgoed uit de wurggreep van het neoliberale systeem proberen te bevrijden. We hebben verschillende discussies georganiseerd in de stad en veel positieve reacties ontvangen. Maar ik merkte ook wel dat dit een project van de lange adem is: we zijn nu een paar jaar later en we hebben nog geen pand gerealiseerd.’
‘De afgelopen jaren merkten we dat veel mensen eigenlijk niet zo goed weten wat collectief eigendom is, laat staan hoe je dat zou kunnen inzetten en op welke democratische ideeën het gestoeld is. Daarom ben ik begonnen aan de webdocu: om het idee van collectief eigendom tastbaar te maken’
Om terug te komen bij je meest recente project: welke rol speelt de webdocu ‘Collectief Eigendom’ in dit alles?
‘De afgelopen jaren merkten we dat veel mensen eigenlijk niet zo goed weten wat collectief eigendom is, laat staan hoe je dat zou kunnen inzetten en op welke democratische ideeën het gestoeld is. Daarom ben ik begonnen aan de webdocu: om het idee van collectief eigendom tastbaar te maken met allerlei verhalen en ervaringen en de supermooie voorbeelden die ervan bestaan te delen. Met ondersteuning van het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie en het Amsterdams Fonds voor de Kunst heb ik in de afgelopen twee jaar onderzoek gedaan en de webdocu ontwikkeld. Tijdens het filmen leidde ieder gesprek weer tot een volgende. Zo maakte VrijCoop, een landelijke vereniging van wooncoöperaties, me bekend met de kampeervereniging NTKC, die kampeerterreinen sinds 1912 in collectief eigendom heeft. Toen ik de mensen van NTKC benaderde over het project, reageerden zij in eerste instantie dat het niks voor hen was. Ze houden zich helemaal niet met dat eigendom bezig, zeiden ze. “Wij zijn bezig met kamperen.” Toen dacht ik: dat is nu precies waar het over gaat, dat je het eigendom neutraliseert zodat er ruimte ontstaat voor wat je echt wilt doen.’
De website van Collectief Eigendom bevat verschillende achtergrondartikelen over belangrijke thema’s en vooral veel interviews met voorbeelden. Hoe is het idee van een webdocumentaire ontstaan?
‘Aan de ene kant wilde ik een inspiratiedocument maken, waarin allerlei interessante verhalen samenkomen die tot de verbeelding spreken. Aan de andere kant wilde ik ook een archief maken dat als een soort handleiding gebruikt kan worden om zelf mee aan de slag te gaan. Zo kwam ik op het idee van een “modulaire” webdocumentaire: een website waarop mensen kunnen navigeren door verschillende hoofdstukken en via tekst, video en audio informatie over thema’s en voorbeelden kunnen lezen, bekijken of beluisteren.’
Kun je meer vertellen over hoe de website werkt?
‘In de overkoepelende webdocumentaire, die een paar uur duurt, komen alle hoofdstukken aan bod, zoals eigendom, collectiviteit, vrijplaatsen, landbouw en wonen. Mocht er één hoofdstuk tussen zitten waar een kijker meer over wil weten, kun je doorklikken naar meer dan vijftig extra uur aan video-interviews over specifieke onderwerpen. Ben je bijvoorbeeld geïnteresseerd in het concept van collectieve woonvormen, kun je alle interviews bekijken met wooncoöperaties als Ecodorp Boekel, De Warren, De Nieuwe Meent, CLT H-Buurt en Ons Nieuwe Hof. Bovendien kunnen nieuwe verhalen worden toegevoegd. Binnenkort worden interviews met de onlangs overleden wooncoöperatiespecialist Trevor James en de Vrouwenschool, een woonwerkpand voor vrouwen in Nijmegen, gepubliceerd en ook teksten van schrijver en criticus Sebastian Olma. Al het materiaal is voor iedereen beschikbaar. Mensen kunnen zelfs hun eigen documentaire maken, door een playlist van interviews samen te stellen, om te vertonen binnen hun eigen collectief.’
Hoelang blijf je ontwikkelen?
‘Geen idee. Ik hoop nog heel lang. Het is moeilijk te zeggen wanneer het project “af” is: als álles collectief eigendom is, misschien? We hebben inmiddels een paar presentaties gehad, onder andere tijdens de conferentie Envisioning Free Space op 19 januari. Ik hoop nu dat zoveel mogelijk mensen de documentaire zien. Het is gelukkig zelf ook een collectief project geworden: meer dan zestig mensen zijn betrokken, bijvoorbeeld als fotograaf of schrijver. Op deze manier raakt het project al verspreid en krijgen we steeds meer reacties.’
‘In de overkoepelende webdocumentaire, die een paar uur duurt, komen alle hoofdstukken aan bod, zoals eigendom, collectiviteit, vrijplaatsen, landbouw en wonen. Mocht er één hoofdstuk tussen zitten waar een kijker meer over wil weten, kun je doorklikken naar meer dan vijftig extra uur aan video-interviews over specifieke onderwerpen’
Kijkend naar al deze praktijkvoorbeelden valt op dat ieder project uniek is. Heb jij een rode draad kunnen ontdekken door alle interviews heen?
‘Dat is het mooie aan collectief eigendom. Er is niet één manier; er zijn veel verschillende manieren. Een project kan groot of klein zijn. Het kan gericht zijn op wonen, energie, zorg, landbouw of natuur. Het kan de vorm aannemen van een kampeerterrein of een boekwinkel. De gemene deler van al deze samenwerkingsvormen is de zoektocht naar een eerlijkere, gezondere en betere wereld. Alle projecten hebben een andere insteek en interesse – vrijplaatsen functioneren anders dan wooncoöperaties – maar zijn vergelijkbaar georganiseerd: op democratische wijze en door niet-commerciële collectieven die financiële speculatie en destructief kapitalisme tegen proberen te gaan door alternatieven te ontwikkelen. De mensen die hierbij betrokken zijn denken nadrukkelijk na over de lange termijn: ze willen iets opbouwen dat doorgegeven kan worden aan anderen, zonder dat zij er zelf financieel gewin uit willen halen.’
Hoeveel mensen heb je gesproken? Hoe snel groeit de coöperatieve beweging in Nederland?
‘Het grappige is dat ik aan het begin van het project een lijstje had van zo’n twintig projecten, maar inmiddels, twee jaar verder, heb ik er al meer dan vijftig interviews met initiatieven op zitten. Gaandeweg ben ik veel meer projecten op het spoor gekomen, omdat de mensen die ik sprak me steeds weer naar andere projecten leidden. De beweging is dus groter dan ik gedacht en gehoopt had. Ik ben er nu nog meer van overtuigd dan een paar jaar geleden: dit onderwerp inderdaad leeft en is belangrijk, voor veel mensen!’
Zie je ook elders signalen dat de coöperatieve beweging aan bekendheid wint?
‘De laatste tijd zie je dat ook meer traditionele media aandacht besteden aan projecten als wooncoöperaties Ecodorp Boekel en De Warren, als inspirerende voorbeelden van duurzame, collectieve woonvormen door mensen zelf ontwikkeld om uit de wooncrisis te geraken. Bovendien zijn er beleidsinstrumenten opgericht om collectief eigendom mogelijk te maken, zoals het Amsterdams en landelijk leenfonds voor wooncoöperaties. Je merkt dus zeker wel dat de coöperatieve beweging aan een opmars bezig is. Al klinkt dat wat gek: de beweging is er immers altijd al geweest. Ze is alleen lang verdrongen en vertrapt, omdat zoveel collectief eigendom door commerciële partijen werd toegeëigend en geprivatiseerd.’
In de webdocumentaire wordt collectief eigendom voorgesteld als een alternatief dat buiten de staat en de markt kan bestaan. Waarom is het belangrijk dat juist eigendom collectief wordt?
‘Veel van de eigendomsstructuren die nu dominant zijn, vormen de oorzaak, zo niet de basis, van maatschappelijke problemen als de woon-, klimaat- en biodiversiteitcrisis. De wortels van deze problemen liggen in onze omgang met eigendom. Je zult als lid van een landbouwcoöperatie eerder regeneratief willen boeren als je zelf de groenten gaat eten. Je zult eerder een goed geïsoleerd gebouw willen ontwikkelen als je er zelf in gaat wonen. Je creëert andere relaties tot de dingen die je doet, tot de mensen om je heen. Dat is het grote verschil met andere vormen van eigendom: daarbij blijft de vraag toch altijd hoeveel iets financieel waard is en of het interessant zou zijn om te verkopen. Maar eigenlijk zou het nog beter zijn als bepaalde zaken aan helemaal niemand zouden toebehoren, ook niet aan collectieven.’
Kun je daar meer over zeggen?
‘Sommige zaken zouden idealiter aan niemand toebehoren: denk aan de lucht, of aan rivieren en bossen. Projecten als Stichting Kapitaloceen, Grond van Bestaan en Het Veerhuis proberen dit ook in de praktijk te brengen. Binnen de huidige juridische kaders blijkt dat echter nog lastig te organiseren. Het is moeilijk om een stuk land te kopen in Nederland en dan tegen het Kadaster zeggen dat het van niemand is. Collectief eigendom kan wél binnen huidige juridische kaders vastgelegd worden. Het is een manier om eigendom te neutraliseren.’
Zou je het doel van collectief eigendom kunnen omschrijven als het via juridische constructies bewerkstelligen dat niemand nog werkelijk een pand of een stuk land in bezit kan nemen?
‘Zodra je iets in eigendom hebt, kun je anderen daarvan uitsluiten. Collectief eigendom is weliswaar van een collectief, maar dat collectief kan nog steeds anderen uitsluiten. Ik zie graag dat de gemeente meer collectief eigendom organiseert en daarvoor veel burgerberaden in het leven roept, zodat mensen echt inspraak hebben. Ieder collectief project is op zichzelf al mooi, maar de grotere beweging is natuurlijk veel belangrijker. Als je kijkt naar landbouwprojecten in collectief eigendom kun je goed zijn dat daar een gemeenschap bij betrokken raakt die groter is dan het collectief alleen: mensen komen niet alleen langs om de groenten te oogsten en te eten, ze investeren ook in een fatsoenlijk loon voor de boer en de biodiversiteit van de landbouwgrond.’
Wat is de positie van musea en andere kunstinstellingen als het aankomt op collectief eigendom? Zou bijvoorbeeld de collectie van het Stedelijk Museum Amsterdam, als collectief eigendom kunnen worden gezien: de gemeente is eigenaar van de collectie, maar de Stichting Stedelijk Museum beheert deze?
‘De werken in de collectie zijn met gemeentegeld aangekocht, dus in die zin is het collectief eigendom. Er komt ook een hoofdstuk op de website over kunst en collectief eigendom. Die relatie lijkt me interessant om nader te bekijken, zeker ook met de laatste documenta in het achterhoofd, waarin het concept en collectieve structuur van lumbung centraal stond. Maar ook dichterbij huis ontwikkelen kunstinstellingen programma’s over collectiviteit. Zo ontwikkelt de Appel nu een programma over toegang tot huisvesting en grond en is Casco Art Institute al langer bezig met het maken van kunstprogramma’s voor en rondom de commons. Het zijn interessante voorbeelden, binnen een kunstklimaat dat verder toch vooral gericht is op de kunstenaars als een ondernemer die met online volgers en promotie de verkoop van zijn werk moet aanjagen.’
Veel kunstenaars maken gebruik van Creative Commons om de copyrights van hun werk te delen met anderen, zonder het auteursrecht op te geven. In hoeverre sluit Creative Commons aan bij de ideeën van collectief eigendom?
‘Daar heb ik het antwoord nog niet helemaal op. Laatst was er een workshop in de OT301 met kunstenaar en Open Source-specialist Aymeric Mansoux over de juridische eigendomsstructuur van copyleft, georganiseerd door Uitgeverij Spookstad, een Amsterdamse uitgever die voortkomt uit de kraakbeweging. In deze workshop kwamen de geschiedenis van copyleft, de vele eigenaarsvormen en ook de mitsen en maren van Creative Commons aan bod. Veel waardevolle ideeën uit copyleft zijn weggegooid, zoals het verbinden van voorwaarden om het niet te kunnen bezitten of er geld aan te verdienen voor het vrije gebruik van een product. Daarom is het goed om kritisch te blijven op Creative Commons. De grote kapitalistische bedrijven zoals Facebook, Microsoft en YouTube, zetten Creative Commons nu in om te kunnen gebruiken wat door andere mensen is gemaakt. Het lijkt een mooi en goed model om anderen het recht te geven het ook te gebruiken onder bepaalde voorwaarden, maar het blijkt dus lastig om te beschermen tegen misbruik.’
Klik hier voor de webdocumentaire
Op vrijdag 15 maart presenteert Amsterdam Alternative de webdocumentaire Collectief Eigendom in kunstcentrum De Appel in Amsterdam, als onderdeel van het Housewarming programma. Klik hier voor meer informatie
Joram Kraaijeveld
is curator, docent en schrijver en zet zich als zodanig in voor de positie van de kunstenaar in en de waarde van de kunsten voor de samenleving. Hij werkt aan actieve vormen van solidariteit binnen en buiten de kunsten