Common Ground
Verbroken telefoontje
Common Ground is de titel van het langlopende tentoonstellingsproject waarmee Begane Grond haar aanstaande verbouwing inleidt. Het Utrechtse centrum voor actuele kunst aan de Lange Nieuwstraat 2 breidt volgend voorjaar uit naar nummer 4, hetgeen een vergroting van het aantal vierkante meters tentoonstellingsruimte oplevert. Bovendien zal het pand worden ‘gladgestreken’: de karakteristieke, dominante architecturale elementen in de voormalige muziekschool –houten lambriseringen, een podium en een balkon – zullen verdwijnen en plaatsmaken voor een locatie die meer weg zal hebben van de vertrouwde white cube. Gezien de tentoonstellingsgeschiedenis lijkt deze transformatie tot een neutralere kunstruimte een logische stap. Menig kunstenaar heeft zich in het verleden stukgebeten op de dwingende omgeving, vooral in tentoonstellingen waarbij site-specificity niet op de agenda stond. Zoals je vaker ziet in ‘moeilijke’ ruimtes werd regelmatig teruggevallen op een tijdelijke verbouwing met schotten en panelen, zodat er alsnog bij benadering een witte kubus ontstond.
De premisse van Common Ground is een omkering van dit proces, waarbij nu juist de artistieke mogelijk – en onmogelijkheden van de bestaande architectuur het uitgangspunt vormen voor een internationale groepstentoonstelling. Op uitnodiging van artistiek directeur Maria Hlavajová werkten in de tentoonstellingsruimten achtereenvolgens zeven kunstenaars volgens het principe van ‘verbroken telefoontje’. Wat betekent dat ze naast de aanwezige structuur van het pand dus ook werden geconfronteerd met de ingrepen van hun voorgangers, waarop zij dienden te reageren. Zo veranderde met elke nieuwe ingreep de ruimtelijke context en ontstond er tussen de verschillende werken een – soms zeer fysieke – onderlinge communicatie.
Grote thematische groepstentoonstellingen lopen nogal eens mank door een gebrek aan natuurlijke synthese tussen de theoretische context en de tentoongestelde kunstwerken. Op dat vlak is er ook op het concept van een in situ-project als Common Ground het een en ander aan te merken. Zo zullen kinderen een spelletje ‘verbroken telefoontje’ pas als geslaagd ervaren als alle deelnemers ook daadwerkelijk hun best doen de boodschap te communiceren, en zal elke poging tot sabotage hiervan slechts resulteren in teleurstelling. Het werkt alleen als iedereen zich aan de regels houdt, en zelfs dan is het maar de vraag of dat vertaald naar een tentoonstelling goede werken oplevert.
In de eindfase van het project is door de bijdrage van Job Koelewijn bijvoorbeeld van het oorspronkelijke werk van Krijn de Koning weinig meer over. Middels een even omvangrijke als wonderschone ingreep verbouwde De Koning (die als eerste de vrije hand kreeg) de gehele plattegrond tot een labyrint van verhoogde vloerniveaus, plotse afstapjes en loze deuropeningen. Zo werd de bezoeker, als in de beste minimalistische traditie, gedwongen tot constante heroverweging van zijn positie ten opzichte van deze nieuwe ruimte, die doet denken aan de structurele irrationaliteit van Danielewski’s recente roman House of Leaves. Op een meer psychologisch niveau appelleerde ook de videoprojectie van Michiel Kluiters aan de menselijke fascinatie voor het irrationele. Zijn mooie, unheimliche ‘verdubbeling’ van de centrale gang in de Begane Grond – een voortzetting van zijn Corridors-serie, waarin via zorgvuldig gecomponeerde trompe-l’oeils een imaginaire ruimte aan de bestaande architectuur wordt toegevoegd – maakte de latente dreiging van elke donkere, verlaten gang voelbaar.
Het meest geslaagde werk, de uitgangspunten van Common Ground indachtig, werd gerealiseerd door Govinda Mens. Ze fixeerde de gehele tentoonstellingsruimte (inclusief de bijdragen van haar voorgangers) met een transparante laklaag, waardoor op uiterst subtiele wijze alle sporen werden vastgelegd en alle werken door een nieuwe lichtval met elkaar werden verbonden. Een communicatieve en architecturale ingreep inéén, intelligent en lichtvoetig, die aantoont dat Mens met weinig tot veel in staat is. Daarentegen viel de letterlijke interpretatie van ‘verbroken telefoontje’ door Roman Ondák, die een aantal vrienden in Slowakije op basis van verbale informatie tekeningen liet maken van elk nieuw werk dat aan de tentoonstelling werd toegevoegd, een beetje in het water, mede door de rommelige omgeving waarin ze werden gepresenteerd.
De meest waardevolle bijdrage aan een discussie over het functioneren van een concept als dat van Common Ground werd opgeworpen door de installatie van Job Koelewijn. Waar de overige deelnemers van een min of meer positieve opvatting ten opzichte van het onderlinge communicatieprincipe getuigden (of: elkaars werk respectvol lieten voor wat het was), gooide Koelewijn de hoorn op de haak, trok de stekker uit het stopcontact en bouwde voor de vertoning van zijn video-installatie de archetypische white cube, waarmee hij zich volledig afschermde van de overige werken. Bovendien doorkruiste hij hiermee voor een belangrijk deel de installaties van De Koning en André van Bergen, die daardoor hun oorspronkelijke intentie verloren. Zo kun je Koelewijns werk uitleggen als een reactie op de bestaande architectuur en een confrontatie met de reeds gemaakte werken, maar natuurlijk ook (en vooral) als een tegendraadse terugkeer naar een modernistische presentatie van het autonome kunstwerk in een neutrale ruimte. En dus is het juist de installatie van Koelewijn die duidelijk maakt, dat de kracht van het eindresultaat van deze tentoonstelling eerder moet worden gezocht in de kwaliteit van de afzonderlijke, individuele projecten dan in hun onderlinge communicatie.
Common Ground, Begane Grond, Utrecht
12 april tot 14 oktober
gevelbanier van Michiel Kluiters nog te zien tot 31 december
Xander Karskens