Common Room
Er zijn tal van salons geweest in de geschiedenis. The Common Room is een speciale, met een bijna mythische status, zeker onder de leden van de Themerson-fanclub die ook in Nederland nog tal van aanhangers kent onder schrijvers en kunstenaars.
Uitgever en schrijver Stefan Themerson richtte in 1957 samen met zijn vrouw Franciszka Themerson ‘de salon’ Gaberbocchus Common Room op voor de bescherming en promotie van het creatieve individu. Bij de opening op 1 augustus 1957 zei Themerson: ‘Het doel van Common Room is kunstenaars, wetenschappers en mensen die geïnteresseerd zijn in filosofie, wetenschap en kunstfilosofie een plek te bieden om elkaar te ontmoeten.’ The Common Room zou uitgroeien tot een club met 149 leden. Gedurende de twee jaar van zijn bestaan waren er 82 avonden met programma’s van experimentele en wetenschappelijke films en lezingen, vooral over kunst en wetenschap en verscheidene onderwerpen daartussenin. Er waren lezingen en (toneel)voordrachten van dichters, kunstenaars en muzikanten. En alles kon: recitals, een lezing over cybernetica, het voorlezen van een theaterspel, het vertonen van films gemaakt in laboratoria, een tentoonstelling van objecten uit kunst en wetenschap, et cetera. Overal stonden rekken vol tijdschriften over kunst en wetenschap waarvan de exemplaren meestal gratis ter beschikking waren gesteld door uitgeverijen. Er was een kleine keuken. Hier werden omeletten, hot sandwiches, thee en koffie bereid. Barbara Wright herinnerde me er recentelijk aan dat ze enorme hoeveelheden spaghetti maakte voordat de avond een aanvang nam.
Kunst en wetenschap zouden elkaar inspireren tijdens de bijeenkomsten, opdat, zoals Themerson zei, ‘iedereen elkaar erkent als onderzoeker en ontdekker van het universum, nu de moderne wetenschap en moderne kunst zijn opgehouden de wereld te zien in termen van dingen en objecten, oorzaken en effecten en ertoe neigen te denken in de vorm van relaties, structuren, organisaties van ruimte en zelfs dingloze gebeurtenissen.’ Common Room vermeed categorieën. Niet iemands beroep, maar iemands interesses was het onderwerp van gesprek. Zo ontbraken in de programmafolders professionele typeringen van de sprekers. Stefan Themerson weigerde ook zichzelf te categoriseren en vond dat wat iemand dacht belangrijker dan waarmee men zijn geld verdiende. Bijna alles wat gebeurde was een primeur: Stefan Themersons lezing over Kurt Schwitters in Engeland, met aantekeningen uit diens laatste notitieblok; Paul Harris’ lezing en discussie over kunst en advertenties (let wel, nog voordat er sprake was van pop-art); Barbara Wrights introductie op het proza van Raymond Queneau; Simon Watson Taylors discussie over patafysica; de eerste performance van Live New Departures van Michael Hotovitz, inclusief performances over werken van Samuel Beckett, John M. Grath en Stefan Themerson.
Common Room opende in augustus 1957 en sloot twee jaar later. Of beter gezegd: het ging dicht voor het zomerreces in juli 1959 en opende vervolgens nooit meer.
Jasia Reichardt