Contour 2009
Contour 2009
Interview met Katerina Gregos
De van oorsprong Griekse curator Katerina Gregos heeft tentoonstellingen georganiseerd in heel Europa. In 2006 streek ze neer in Brussel, waar ze twee jaar directeur was van Argos. Dankzij haar expertise op het gebied van film en video werd ze gevraagd als curator van Contour 2009, de 4de Biënnale voor Bewegend Beeld in het Belgische Mechelen. Een voorbeschouwend interview.
Je hebt vaak voor instituten gewerkt die gespecialiseerd zijn in videokunst. Waar komt deze voorliefde voor film en video vandaan?
‘Ik houd er niet van om getypeerd te worden als ‘video- of mediakunst-curator’. Ik geloof niet in dat onderscheid, ik kijk naar kunstenaars die werken in alle media. Maar het is waar dat veel van de werken die ik het meest fascinerend en vernieuwend vind, filmgerelateerd zijn. Bewegend beeld kan verschillende parallelle niveaus van verhalen, verbeelding, projectie en mentale sferen met elkaar verbinden. Het is deze gelaagde manier van het beschrijven van situaties en het openen van een veelheid aan mogelijke interpretaties, die ik interessant vind. Veel van de kunstenaars met wie ik werk, zijn bezig met het idee van “allusie”, een opzettelijk onuitgesproken verwijzing naar iets anders. Het is een term uit de literatuur; een middel dat ideeën, associaties en extra informatie in het hoofd van de lezer – of kijker – stimuleert.’
De titel van jouw editie van Contour is Hidden in Remembrance is the Silent Memory of our Future. Dit lijkt te wijzen op een speciale interesse in geschiedenis.
‘Ja, ik ben altijd geïnteresseerd geweest in geschiedenis. Naast kunstgeschiedenis studeerde ik ook geschiedenis. De historicus Tony Judt is van grote invloed geweest op mijn denken over Contour. In zijn recente boek Reappraisals: Reflections on the Forgotten Twentieth Century schrijft hij dat wij leven in een cultuur van presentism; een cultuur van het heden, waarin alles draait om het nu. Hij spreekt ook over amnesie; wanneer mensen lijden aan geheugenverlies, vooral wat betreft omstreden politieke gebeurtenissen: dat kan uiterst gevaarlijk zijn. Het kan leiden tot vormen van fundamentalisme. Judt houdt een pleidooi voor een terugkeer naar het bestuderen en het leren van de geschiedenis, als een manier om werkelijke enige vooruitgang te boeken.’
Er is veel discussie op het moment over de zogenaamde ‘historical turn’ in de kunst. De Belgische curator Dieter Roelstraete is bijvoorbeeld erg kritisch over de recente obsessie met het verleden. Hij beweert dat ‘dit “nieuwe historicisme” niets anders is dan “de kunst van het Bush-tijdperk”’. Waar sta jij in deze discussie?
‘Ik ben het ten dele eens met de kritiek. Op een gegeven moment kan het een trend worden. Dit is ook wat er gebeurde met praktijken die handelden over allerlei sociale problematiek. Het was dan ook terecht om kritische vragen te stellen: wat is nu werkelijk het doel van deze sociale praktijken, worden ze niet geïnstrumentaliseerd? Maar ik geloof zeer sterk dat deze “historiografische bewegin” relevant is en relevant zal blijven. Het is wederom die cultuur van het heden, die ook overheerst in de kunstwereld. Het gaat altijd maar weer over welke kunstenaars en onderwerpen nu in zijn. Maar kunstenaars zijn altijd geïnteresseerd geweest in geschiedenis, omdat geschiedenis altijd in wording in. Het is erg gevaarlijk om te geloven dat het slechts een voorbijgaande trend in de tentoonstellingspraktijk is. Dit is waar ik het oneens ben met Dieter Roelstraete. Hij lijkt te zeggen: ‘Oké, we zijn klaar met de geschiedenis, wat nu?’
In het persbericht schrijf je dat je je meer wilt focussen op werken die gebruik maken van een rijke visuele taal en minder op amateuristische, documentaire praktijken. Wat bedoel daar precies mee?
‘In de kunstwereld is in de afgelopen jaren de documentaire vaak synoniem geworden voor een zeer amateuristische vorm van videokunst. Op elke kunstacademie, in elke tentoonstelling zie je altijd wel één of twee of tien werken, meestal over een of andere sociale werkelijkheid, waarbij iemand zomaar een camera heeft opgepakt zonder na te denken over het onderwerp of hoe een verhaal verteld moet worden. Ik ben zo moe van het kijken naar dit soort slecht gefilmde en slecht opgebouwd videos. Het maken van een documentaire is net zo moeilijk als het maken van een fictiefilm.
Ik denk dat er in het algemeen in de kunstwereld nog veel onbegrip is over bewegend beeld, er is een groot gebrek aan kennis wat betreft de presentatie ervan. Je ziet het in veel grote tentoonstellingen. Ik raak erg geïrriteerd als, bijvoorbeeld, een kunstenaar als Ulla von Brandenburg, die ook in Contour zit en die een zeer zorgvuldige kunstenaar is die enkel met 16mm film werkt, wordt uitgenodigd door de Biënnale van Venetië en zij kunnen haar werk niet op 16mm vertonen – “O nee, dat is te duur, het moet echt video zijn”. Maar in Contour moeten wij het op 16mm tonen en ik zou er niet van dromen om haar te vragen om het werk op video te tonen.’
Je hecht grote waarde aan professionaliteit. Ben je een perfectionist?
‘Ik vind het ontzettend belangrijk dat film op een juiste manier gepresenteerd wordt – niet alleen wat betreft de basisdingen, zoals de lichtsituatie en geluidsisolatie, maar ook de context, de atmosfeer van de ruimte waarin het werk vertoond wordt. Het heeft ook te maken met mijn keuze van kunstenaars voor Contour. Van Julian Rosenfeld tot Eija- Liisa Ahtila – allemaal zijn het kunstenaars die erg bekwaam zijn in het medium. Ze hebben een gedegen cinematografische of documentaire kennis.
Ik moet ook zeggen dat het werken voor een instituut als Contour voor mij zeer bevredigend is, omdat mijn vorige Belgische ervaring behoorlijk moeilijk is geweest. Het was een verademing om van een Belgische instituut dat zeer problematisch was [Argos, Brussel, red.] te gaan naar een gezonde organisatie waar de prioriteiten kloppen: kunstenaars staan bovenaan de agenda, er is productiebudget, er is een honorarium voor de kunstenaar, de presentatiecondities zijn optimaal. Dit is geen perfectionisme, dit soort zaken zouden vanzelfsprekend moeten zijn.’
Kan je een of twee nieuwe producties beschrijven die je tijdens Contour laat zien?
Het werk van de Nederlandse kunstenaar Wendelien van Oldenborgh is een goed voorbeeld. Zij heeft een film gemaakt over de recente geschiedenis van de arbeidersbeweging en de veranderende aard van productie in dit kapitalistisch tijdperk. Ze focust op een arbeidersvrouw die betrokken was bij de stakingen in België aan het eind van de jaren negentig, toen de jeansproducent Levi-Strauss onverwacht aankondigde dat het drie fabrieken in België zou sluiten. Oldenborghs project neemt ons mee naar een tijd waarin het geloof in collectieve kracht nog niet volledig was verstomd.
En dan is er Vincent Meessen – dat is een fantastisch project! Het heeft als uitgangspunt een afbeelding van een kindsoldaat op de cover van de Paris-Match uit 1955. Meessen begint een zoektocht naar deze kindsoldaat; hij verweeft de spoken van een koloniaal verleden met de geschriften van Roland Barthes – die over dit specifieke beeld geschreven heeft – en roept vragen op over de representatie en het herschrijven van geschiedenis Hij combineert het persoonlijke en het politieke, herinneringen, geschiedenis en een nieuw verhaal. En dit is ook een van mijn belangrijkste aandachtspunten bij Contour: om te wijzen op deze permanente, complexe verstrengelingen van verleden, heden en toekomst. Je kan ze niet van elkaar scheiden.
Nina Folkersma is eindredacteur a.i. van METROPOLIS M
Nina Folkersma is eindredacteur a.i. van METROPOLIS M
Contour 2009, 4de Biënnale voor Bewegend Beeld
Contour 2009, 4de Biënnale voor Bewegend Beeld
Hidden in Remembrance is the Silent Memory of our FutureMechelen, België
Hidden in Remembrance is the Silent Memory of our FutureMechelen, België
15 augustus t/m 18 oktober 2009
15 augustus t/m 18 oktober 2009
Nina Folkersma