metropolis m

Corinne May Botz
Miniatuurstudies van dood en misdaad

Een vrouwelijk slachtoffer, een jong meisje, wordt gevonden liggend op de vloer van de zitkamer, haar donkere haren gedrenkt in het bloed. Meest waarschijnlijke doodsoorzaak: een klap op het hoofd met een stomp voorwerp. Volgende zaak: een baby, Linda May Judson, wordt gevonden doodgeschoten in haar slaap, samen met haar ouders, de muur achter haar wieg is op griezelige wijze doorboord met kogelgaten. Deze en talloze vergelijkbare voorvallen zijn waar gebeurde misdaden die werden gereconstrueerd in een verzameling poppenhuiskamers, bekend geworden onder de naam The Nutshell Studies of Unexplained Death. Fotografe Corinne May Botz liep deze reconstructies een aantal jaren geleden tegen het lijf en raakte erdoor geobsedeerd. In de Bellwether galerie in New York waren het afgelopen seizoen 25 foto’s te zien van Botz, waarin deze schaalmodellende hoofdrol spelen.

The Nutshell Studies zelf werden bedacht en gemaakt door Frances Glessner Lee (1878-1962), een gerespecteerde criminologe en autodidact die haar roeping op latere leeftijd vond. Grootgebracht binnen een belangrijke familie, verliet ze haar beschermde omgeving in Chicago en kwam terecht in een ongelukkig, kortstondig huwelijk (ondertussen werd ze de hele tijd in financieel en emotioneel opzicht onder de duim gehouden door haar ouders) waarna ze uiteindelijk – inmiddels financieel onafhankelijk – werk kon doen ‘dat er echt toedeed’, zoals ze het zelf omschreef. Zelf al ruim in de vijftig, werd ze de oprichter en weldoener van het Department of Legal Medicine aan de Harvard University. Politiemannen beschouwden haar als een soort moederfiguur, maar waren tegelijkertijd onder de indruk van haar scherpzinnige intelligentie. de Nutshells zouden het observatievermogen aanscherpen, en zoals een oud gezegde onder de politiegelederen verkondigt: de schuldigen veroordelen, de onschuldigen vrij spreken en de waarheid vinden in een handomdraai (een notendop). In de jaren veertig en vijftig gaf Lee legendarische colleges aan Harvard, waarbij haar voornaamste troef de Nutshell Studies waren. Geen detail was haar te klein: keukengereedschappen, stofferingen, etenswaren, kleding, decoraties en snuisterijen zijn allemaal realistisch verbeeld en prachtig uitgewerkt. Met een zowel magische als kille uitstraling lijken de Nutshells het traditionele, vrouwelijke handwerk en het poppenhuis als kinderspeelgoed, in te zetten voor bijna perverse, andere doeleinden.

De schaalmodellen, negentien in totaal, zijn nu ondergebracht in een medisch laboratorium in Baltimore, Maryland, waar ze nog steeds worden gebruikt voor trainingen in forensisch onderzoek. Botz ontdekte ze daar, ze werden beschreven als het product van een poppenhuisfanaat die verrassend genoeg ook een vervolger van misdadigers is. De foto’s geven aan hoe gefascineerd de kunstenaar is door de modellen en hoe goed ze ze kent. Wel moet opgemerkt worden dat de foto’s geen directe representatie of reproducties zijn van de Nutshells. Botz heeft dit materiaal echt geabsorbeerd, begrijpt de essentie ervan en heeft het zich eigen gemaakt door in te zoomen op enge, ambigue en met name symbolische, psychologisch geladen details in de kamers. Om een voorbeeld te noemen, Red Bedroom (buck painting) (2003) beeldt een tekening van een hert af dat aan de muur hangt boven een gedeelte van een koperen hoofdeinde van een bed. Het bed en het gewei suggereren een mannelijke seksuele aanwezigheid, vervolgens blijkt dat in de kast van de rode slaapkamer het dode lichaam van een prostituee ligt, waarvan de keel is doorgesneden.

Na een aantal van deze foto’s bekeken te hebben hoef je geen dood lichaam meer te zien om te weten dat die aanwezig is, of om de directe impact ervan te voelen. Er kleeft iets vreemds aan de foto’s, je lijkt de muffigheid van het hout en de gestoffeerde meubelen te kunnen ruiken, je kunt de dood bijna ruiken. Je oog gaat bij elke foto meteen op zoek naar de aanwijzing (een druppeltje bloed, een wapen die wellicht in de vuilnisbak is gegooid). Soms zijn er geen aanwijzigingen te vinden. Pink Bathroom /(slippers) 2003, laat een pluizig badkamerkleedje zien, afgezet met een roze randje. Een paar slippertjes versierd met rozetten staan ernaast; het lijkt de scene of the crime, de plek van het veronderstelde slachtoffer. (Maar in feite blijkt dat Mrs. Rose Fishman, een weduwe, zichzelf in de badkamer heeft opgehangen, maar eerst voorzichtig haar slippers op een andere plek zette). In andere werken echter is het geweld heel duidelijk aanwezig, zoals in Dark bathroom (girl in tub), waarin het lichaam van een verdronken meisje in een metalen badkuip ligt, het water stromend over haar levenloze gezicht.

Deze foto’s plaatsen Botz op één lijn met andere fotografen die geheimzinnige, lugubere onderwerpen hanteren zoals Gregory Crewdson, wiens foto’s van duistere verlangens en verontrustende, zelfs agressieve krachten die onder de oppervlakte liggen van het huiselijke, ook gebaseerd zijn op zorgvuldig in elkaar gezette sets. Binnen hun kunstmatigheid op schaal lijkt het een soort folky versie te zijn van Thomas Demands foto’s van modellen die hij maakte, maar dan aandoenlijker van karakter. Net als het geval is bij andere in scène gezette fotografie, lijken de Nutshell-foto’s oneindig veel lagen van betekenis te bevatten: op de eerste plaats is er de misdaad, dan de analyses, dan het maken van een maquette/model, en uiteindelijk de foto. Aanwijzing op aanwijzing. Hier kan het met zorg geproduceerde boek dat bij de tentoonstelling hoort, net gepubliceerd door The Monacelli Press, naast gezet worden. Het boek verschaft een gedetailleerde beschouwing van de miniaturen en het leven van Frances Glessner Lee en is fascinerend om te lezen. Het is wachten op een mooie documentaire over dit alles.

Corinne May Botz, Galerie Bellwether, New York, 14 oktober tot en met 13 november.

Corinne May Botz, The Nutshell Studies of Unexplained Death, 2004, The Monacelli Press, New York, ISBN 1-58093-145-6, $ 35,- .

Meghan Dailey

Recente artikelen