metropolis m

Cristóbal León & Joaquín Cociña
Chileens duo maakt videowerk dat tegelijk morbide en teder is

Een explosie zonder geluid. Het zestien minuten durende animatie-epos El Arca (2011) begint met een scène die net zo goed als de big bang of als de Apocalyps zou kunnen gelden. Vervolgens geeft een astronaut van karton en aluminiumfolie een injectie aan een slangenpop, en verzorgt hij liefdevol een baby en allerhande marionetdieren. Zowel de baby als de dieren stikken in hun eigen zwarte braaksel, terwijl sommige elkaar proberen op te eten. Op het moment dat de astronaut de zaak probeert te redden met een lasapparaat, slaat hij met retro-gebliep en clichéalarm op tilt. Met een ‘onschuldige’ knutselesthetiek worden volwassen thema’s aangeboord.

Ieder videowerk van de Chilenen Cristóbal León en Joaquín Cociña (beiden uit 1980) toont een frictie die als fundamenteel voor de menselijke psychologie gezien kan worden: het gevangen zijn tussen lichaam en geest. Helemaal helder wordt het niet. Onder de tentoongespreide schoonheid en de onschuld van de personages komt veel smerigs tevoorschijn, als uitwerpselen, bloed en geslachtsdelen. Sterke emoties spelen op, als haat en angst voor het onbekende. Het geeft aan de films een macabere sfeer, die spannend wordt gecombineerd met een zachtaardigheid die het werk ook bezit.

León en Cociña werken samen sinds 2007, toen ze met videokunstenaar Niles Atallah de korte film Lucía maakten. Deze adembenemende stop-motionfilm over de nachtelijke angsten van een klein meisje is het eerste deel van een serie waaruit in 2008 Luis ontstond, en waarvoor ze nu een lange film schrijven, La Casa Lobo. Van 2009 tot afgelopen zomer was León deelnemer van De Ateliers, waar hij het samen met Cociña gemaakte El Arca als eindproject presenteerde. Daarnaast creëerden ze dit jaar nog twee werken, waarin ze hun technieken, aanvankelijk overwegend stop-motion, uitbreidden met marionet-animatie en live geacteerde scènes. In El Templo (2011) slaat een kind, gespeeld door een actrice die is voorzien van een grote geknutselde penis, in een donkere ruimte haar poppen stuk, nadat ze hen heeft betrapt op vredige maar passieloze marionettenseks in een bos vol vogelgeluiden. Het scherpe contrast tussen natuurlijke omgevingen en schimmige betonnen ruimtes is veelzeggend. In Padre, Madre (2011) speelt een fraaie voice-over de hoofdrol: ‘These are your parents. You are in front of a magical mirror, and in front of this mirror you must clean yourself.’ Wat draagt dit mantra ons op, terwijl we kijken naar afwisselend absurdistische, beestachtige, unheimische en morbide allegorieën op het krijgen van kinderen?

Toespelingen op de psychoanalyse en de Bijbel vormen een leidmotief voor León en Cociña. In een scène van El Arca vindt de astronaut in een bos een spelend meisje, dat al snel verandert in een vrouw. Nadat hij haar een injectie toedient, eten ze samen twee appels. Met een tweede injectie maakt hij haar bewusteloos, en geeft hij haar een ‘geslachtsoperatie’: hij schenkt haar zijn eigen geslachtsdeel, waarna hij overlijdt. Naast de nadruk op seksualiteit en de vervreemdende man-vrouw- en ouder-kindrelaties, is ook de de rol die dromen spelen opvallend. Dromen, nachtmerries en mythes spelen een bepalende factor in ons wereldbeeld, zo lijken de kunstenaars te suggereren. Door gebruik te maken van onlogische overgangen, transformerende personages en andere droommechanismen krijgen gewichtige thema’s een ondoorzichtigheid die misschien wel meer recht doet aan de werkelijkheid dan een rationele, niet-associatieve, kortom meer wetenschappelijke benadering.

Een interessant vertrekpunt vormt Athanasius Kircher, een zeventiende-eeuwse homo universalis aan wie León en Cociña El Arca hebben opgedragen. Kircher was een van de meest gevierde wetenschappers van zijn tijd, omdat hij alle kennisgebieden beheerste. Hij ging echter met zoveel creativiteit en associatievermogen te werk, dat hij feit en fictie soms door elkaar haalde. Achteraf gezien had het genie vooral veel fantasie, en creëerde hij net zoveel mythes als harde kennis. Juist dit gegeven lijkt de kunstenaars te interesseren. Niet alleen bepaalt het verband tussen rede en illusie (en parallel daaraan, tussen bewustzijn en onderbewustzijn) hun werk inhoudelijk, ook lijken ze geestverwanten in hun werkwijze. De uitspraken die de kunstenaars in hun werk doen over maatschappelijke verschijnselen zijn verkennend van aard en veelvormig, zodat het werk niet aan moralisme ten onder gaat. Het gaat met humor gepaard: als de vrouw in El Arca het stoffelijk overschot van de astronaut begraven heeft, plast ze met haar zojuist verworven penis staand over het graf.

Jesse van Winden is redacteur van Kunstlicht en volgt de researchmaster Visual Arts, Media and Architecture aan de Vrije Universiteit Amsterdam

Jesse van Winden

Recente artikelen